Campus
Interview Tim van der Hagen

Rector over controverse op de campus: ‘We moeten leren op een respectvolle manier in gesprek te gaan’

De oorlog tussen Israël en Hamas, de winst van de PVV. Controverse komt steeds meer de TU binnen en velen kijken naar het bestuur voor richting. Hoe bepaalt dat wat te doen?

Tim van der Hagen: “Het is belangrijk dat we elkaar niet kwetsen, niet onbedoeld en zeker niet bedoeld.” (Foto: TU Delft)

Het is niet nieuw dat politieke onderwerpen de academie binnendringen, maar zo extreem als nu, zeker rond de oorlog tussen Israël en Hamas, heeft rector magnificus Tim van der Hagen de polarisatie op de campus nog niet gezien, zegt hij.

Van allerlei kanten wordt hem gevraagd steun uit te spreken, statements af te geven, bijeenkomsten te organiseren of juist te verbieden, maar hij is daar heel zuinig mee. Met welke dilemma’s worstelt hij en hoe bepaalt hij zijn koers? Delta sprak met hem.

Het eerste dat hij gezegd wil hebben, is dat hij het ‘afgrijselijk en mensonterend’ vindt wat er in Israël en Gaza gebeurt. “Je krijgt tranen in je ogen.” Van der Hagen ziet ook op de campus mensen tegenover elkaar staan, zegt hij. Juist daarom is hij voorzichtig. “Als we als college van bestuur niet oppassen, dan wakkeren we met een reactie of stellingname de polarisatie alleen maar verder aan.”

Hoe bepaal je wat wel te doen in zo’n situatie?

“Het is onze taak als college van bestuur, en voor mij als rector in het bijzonder, om de academische vrijheid en de veiligheid van medewerkers en studenten te waarborgen. Ik voel me een soort hoeder van die 28 duizend studenten en achtduizend medewerkers, mensen van allerlei komaf, allerlei signatuur. De één stemt op die partij, de ander stemt op die partij. Er is een veelheid aan overtuigingen en dat is alleen maar goed. Die mix en diversiteit willen we heel graag.”

‘Het gaat erom dat mensen niet alleen veilig zijn, maar zich ook veilig voelen’

“Tegelijkertijd is de campus geen openbare ruimte, maar een academie. Het gaat hier om academische vrijheid en het academische debat, om informeren en overleggen. Het is belangrijk dat we elkaar niet kwetsen, niet onbedoeld en zeker niet bedoeld.”

Maar het gebeurt wel, bijvoorbeeld met het gebruiken van leuzen.

“Daar stellen wij paal en perk aan. Er zijn beveiligers aanwezig bij bijeenkomsten op de campus. Het gaat erom dat mensen niet alleen veilig zijn, maar zich ook veilig voelen.”

We horen dat het voor organisatoren vaak niet duidelijk is wat er wel en niet mag op de campus als het gaat om politieke bijeenkomsten. Waar staat het beleid daarover op papier?

“We hebben onze Code of Conduct en onze waarden.”

Daar staat niet expliciet in wat er wel en niet mag in dit soort situaties.

“Duidelijk is dat we geen politiek bedrijven op de campus. Politieke partijen mogen bijvoorbeeld geen flyers uitdelen. Als je dat doortrekt naar andere bijeenkomsten, dan betekent dat dat er geen leuzen geroepen mogen worden of spandoeken met leuzen gebruikt mogen worden. Dat geldt in zijn algemeenheid, niet alleen nu.”

‘Ik begrijp heel goed dat er onmacht, onrust en verdriet heersen’

Toch zien we dat geregeld voorbijkomen.

“Nogmaals, ons beleid is dat we dat niet toestaan. Tegelijkertijd is het niet zo eenvoudig dat je een papiertje met regels opstelt en dan klaar bent. We zijn geen politiestaat. Mensen hebben heel diepe overtuigingen en gevoelens. Ik begrijp heel goed dat er onmacht, onrust en verdriet heersen. Steeds maken we een afweging en zoeken we de balans. Want wanneer zeg je ‘jongens, tot zover, het houdt hier op’? En wanneer verwijder je mensen? Dat geeft ook een onveilig gevoel.”

Mensen vragen het college van bestuur stelling te nemen tegen terrorisme. Waarom doen jullie dat niet?

“Terrorisme wijzen wij absoluut af. Antisemitisme wijzen wij af. Het onderdrukken van minderheden wijzen wij absoluut af, net als het niet respecteren van mensenrechten.”

Maar dat is tot nu toe nergens in het openbaar gecommuniceerd.

“Onze waarden staan duidelijk in onze Code of Conduct. Als je het hebt over afkomst, religie, seksuele geaardheid, kleur, op wie je gestemd hebt: iedereen is van harte welkom. Hoe diverser, hoe beter.”

Dat is toch wat anders je expliciet uitspreken over een specifieke kwestie?

“We hebben een statement uitgedaan naar aanleiding van de oorlog tussen Israël en Hamas, en ook naar aanleiding van de verkiezingsuitslag.”

Die eerste kwam op 30 oktober, toen de oorlog in het Midden-Oosten al meer dan drie weken duurde. Het was een heel kort statement. Waarom pakten jullie dat zo aan?

“Veel mensen roepen op tot het innemen van een standpunt. Maar besef, op het moment dat wij dat doen, wakkeren wij de polarisatie verder aan. Daarmee maken we het onveiliger voor minstens één van de groeperingen. Dus dat doen we bewust niet.”

‘We nemen geen top-down standpunt in over complexe kwesties’

Zou je dat niet vaker moeten uitleggen? Als het college van bestuur stil blijft, weet je immers niet waarom dat zo is.

“Ja, daar is dit interview een mooie gelegenheid voor, net als de talkshow die we op 7 december uitzenden. Het is absoluut niet de eerste keer dat we hiermee te maken krijgen. Bij de invasie in Oekraïne was het precies zo. Toen hebben we ook uitgelegd dat we geen standpunt innemen, omdat we er zijn voor de veiligheid van ál onze medewerkers, waar ze ook vandaan komen en waar ze ook familie hebben.”

Wat is je reactie op de oproep om banden te verbreken met bedrijven en onderwijsinstellingen in Israël die te maken zouden hebben met de oorlog?

“Dat vind ik een moeilijk punt. Over dat soort dilemma’s kennen we sinds kort het moreel beraad, waarin we met allerlei betrokkenen nadenken over ingewikkelde kwesties, zoals nu de samenwerking met de fossiele industrie.

Als we een moreel beraad zouden doen over oorlog, dan zouden we het minder specifiek maken zodat je geen partij hoeft te kiezen in een lopend conflict. De vraag zou bijvoorbeeld zijn: moeten we samenwerken met defensie-gerelateerde bedrijven? Dat kan interessant zijn, want wat we niet doen is hier een top-down standpunt vanuit het college van bestuur over innemen. Daar is de kwestie veel te complex voor.”

Hoe kijk je naar bijeenkomsten op de campus waar de oorlog wordt besproken?

“Ik hoop dat er een evenwichtig debat ontstaat, met diverse argumenten en opinies. Het staat mensen vrij om iets te organiseren.”

‘De insteek moet zijn dat mensen dichter bij elkaar komen’

Kan de universiteit het initiatief niet beter naar zich toe trekken, zodat er geen vacuüm ontstaat waarin mensen dat zelf moeten doen?

“Ik hoor wat je zegt. Het zou een optie zijn, al is het dan heel moeilijk om de balans te vinden. Het moet de insteek zijn dat mensen dichter bij elkaar komen en de polarisatie niet nog verder wordt vergroot.”

Hoe zit dat met de verkiezingsuitslag? De volgende dag publiceerde je daar een reactie op die je ook politiek kunt uitleggen.

“Die was politieker gekleurd dan de reactie over Israël en Palestina, dat klopt. Ik zeg niets over specifieke politieke partijen, maar wel over de gure politieke wind, omdat die ons inhoudelijk raakt. Onze universiteit heeft als motto impact for a better society. We willen de grote maatschappelijke problemen aanpakken en daar hebben we iedereen voor nodig, ook buiten Nederland. Rectoren van de andere Idea League-universiteiten (een samenwerking van vijf Europese technische universiteiten, red.) vragen zich af waar het heen gaat met Nederland, dat steeds meer de blik naar binnen richt.

Daar komt bij dat onze eigen mensen zich afvragen of ze nog wel welkom zijn op deze universiteit. Dat vind ik afschuwelijk. Daarom hebben wij besloten om hier meteen iets over zeggen.

We reageren op de consequenties van politieke keuzes voor ons als universiteit. Als er bezuinigingen komen op wetenschap, als het Klimaatfonds wordt teruggeschroefd of de sectorplannen in de ijskast gaan, dan hebben we daar ontzettend veel last van. Dan kunnen we namelijk onze missie niet uitvoeren. Als je dat ziet als politiek, dan maak je alles politiek.”

‘Mensen hebben snel hun standpunten klaar en doen snel uitspraken’

Er leven zorgen in de Nederlandse maatschappij over internationalisering en migratie. Partijen die daartegen zijn, zijn niet voor niks zo groot.

“Natuurlijk, dat erken ik ook, maar wat wij moeten doen is de verkiezingsuitslag reduceren naar waar we als universiteit voor staan. De samenleving vraagt van de universiteiten de komende jaren 50 duizend tot 60 duizend nieuwe ingenieurs. Om dat waar te kunnen maken, hebben we onze contacten met het buitenland nodig. We zeggen niet ‘migratie is oké’. Dat is een heel ander standpunt.”

De controverse op de campus lijkt voorlopig niet ten einde. Hoe moet dat verder?

“De hele samenleving verhardt en mensen hebben snel hun standpunten klaar en doen snel uitspraken, ook over anderen en zonder er rekening mee te houden wat het teweeg brengt bij die ander. Daar hebben wij ook mee te dealen.

Als het gaat over Israël en Hamas dan hoop ik dat die oorlog eindigt. Maar voor nu en later moeten we leren om op een respectvolle manier met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. Dat is the only way. Wij bieden mensen die gelegenheid, met vallen en opstaan. Dit houdt ons heel erg bezig.”

Hoofdredacteur Saskia Bonger

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

s.m.bonger@tudelft.nl

Comments are closed.