In 2002 zijn voor het eerst in de recente geschiedenis de Nederlandse uitgaven aan research & development gedaald. De daling ten opzichte van 2001 is 0,7 procent. Dat blijkt uit onlangs gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Share
In 2002 gaf Nederland 1,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uit aan onderzoek en ontwikkeling. Daarmee ligt ons land ver achter op het gemiddelde OESO-land (2,26 procent) en scoren we ook onder het gemiddelde van de Europese Unie (1,86 procent).
Het jaar 2002 werd gekenmerkt door de economische crisis die volgde op de aanslagen van 11 september. Het zou kunnen dat er momenteel een herstel gaande is, maar recente gegevens zijn nog niet voorhanden. De cijfers over de investeringen van het bedrijfsleven in 2003, die binnenkort openbaar worden, laten nog geen verbetering zien, zegt een woordvoerder van het CBS.
De Nederlandse universiteiten en researchinstellingen deden in 2002 nog relatief veel aan research & development (R&D). Zij gaven 0,78 procent van het bbp uit. Daarmee scoorde de publieke sector in Nederland hoger dan in het gemiddelde OESO-land, dat op 0,73 procent blijft steken. Het gemiddelde EU-land besteedde 0,68 procent.
In het bedrijfsleven daalden de R&D-uitgaven met 3,5 procent, terwijl die sinds 1994 met gemiddeld 7,1 procent per jaar waren gestegen. Volgens Joke van den Bandt-Stel, secretaris technologiebeleid van VNO-NCW, is het voor bedrijven niet altijd interessant om in Nederland te investeren. “De groei van R&D-uitgaven vindt buiten Nederland plaats en ruim zestig procent van de R&D-uitgaven van het bedrijfsleven in Nederland wordt gedaan door multinationals. Zij zien dat de kennis in andere landen beter gebundeld is. Nederland geeft zijn onderzoeksgeld niet efficiënt genoeg uit. Er moeten meer kennisclusters komen.” (HOP)
De daling ten opzichte van 2001 is 0,7 procent. Dat blijkt uit onlangs gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2002 gaf Nederland 1,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uit aan onderzoek en ontwikkeling. Daarmee ligt ons land ver achter op het gemiddelde OESO-land (2,26 procent) en scoren we ook onder het gemiddelde van de Europese Unie (1,86 procent).
Het jaar 2002 werd gekenmerkt door de economische crisis die volgde op de aanslagen van 11 september. Het zou kunnen dat er momenteel een herstel gaande is, maar recente gegevens zijn nog niet voorhanden. De cijfers over de investeringen van het bedrijfsleven in 2003, die binnenkort openbaar worden, laten nog geen verbetering zien, zegt een woordvoerder van het CBS.
De Nederlandse universiteiten en researchinstellingen deden in 2002 nog relatief veel aan research & development (R&D). Zij gaven 0,78 procent van het bbp uit. Daarmee scoorde de publieke sector in Nederland hoger dan in het gemiddelde OESO-land, dat op 0,73 procent blijft steken. Het gemiddelde EU-land besteedde 0,68 procent.
In het bedrijfsleven daalden de R&D-uitgaven met 3,5 procent, terwijl die sinds 1994 met gemiddeld 7,1 procent per jaar waren gestegen. Volgens Joke van den Bandt-Stel, secretaris technologiebeleid van VNO-NCW, is het voor bedrijven niet altijd interessant om in Nederland te investeren. “De groei van R&D-uitgaven vindt buiten Nederland plaats en ruim zestig procent van de R&D-uitgaven van het bedrijfsleven in Nederland wordt gedaan door multinationals. Zij zien dat de kennis in andere landen beter gebundeld is. Nederland geeft zijn onderzoeksgeld niet efficiënt genoeg uit. Er moeten meer kennisclusters komen.” (HOP)
Comments are closed.