Opinie

Ranzigheid

Op het Rekencentrum werken blije mensen. TU-medewerkers die opgewekt toezien op het welzijn van het Delftse stukje internet en voorkomen dat hackers en andere computer-hooligans de netiquette aan hun laars lappen.

br />
Die blijheid blijkt uit het enthousiasme waarmee Laura Stappershoef de met vijftien bezoekers toch minstens matig gevulde collegezaal welkom heet. ,,We hadden op iets tussen de twintig en honderd mensen gerekend, maar dat maakt niet uit.” Want er moet eens gesproken worden over gedragsregels voor Delftse studenten die via de TU toegang hebben tot het net. Het komt nog te vaak voor dat studenten ‘de grenzen van de mogelijkheden van het TU-netwerk willen verkennen’. Dus moet er gesproken worden over gedrag, attitude en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarvoor heeft de Dienst Technische Ondersteuning alle huisoudsten en netwerkbeheerders van Delftse studentenhuizen uitgenodigd. Om naar Eric Winkel te komen luisteren. Winkel heeft ervoor gekozen om zijn verhaal te illustreren met kleurensheets en een verhaaltje over een snelweg: ,,Wij willen op die snelweg zo min mogelijk regeltjes en borden. Wij moeten de klus met z’n allen klaren. Ik wil niet voor politieagent spelen. Ik wil het gevoel bijbrengen dat dit van ons allemaal is.”

De droom van Winkel: een wereld waar iedereen zich aan de regels houdt. Maar helaas is die droom allang keihard ingehaald door de werkelijkheid: kinderporno en andere ranzigheid vervuilen ook het TU-deel van het grenzeloze computerparadijs. Winkel: ,,Ik aarzel dan ook geen seconde om aangifte te doen bij de politie als ik kinderporno zie. Want ook het internet valt onder het Nederlands recht.”

Maar de meeste internet-misbruikers zijn lastig op te sporen. ,,Dan besluit ik wel eens om een heel deel van het netwerk plat te leggen. Als een individu overlast bezorgt, worden onschuldigen daar de dupe van. Heel vervelend en daarom probeer ik met studenten in contact te komen. Door middel van meer sociale controle kan veel voorkomen worden.” Winkel besluit om met het onvermijdelijk aanwezige OLI een soort overlegorgaan op te richten.

Winkel: ,,Het gaat erom dat we met elkaar communiceren. Net als op internet gaat het om de interactie.” Interactie die de volgende keer misschien op het bejubelde net zelf gehouden kan worden. Want de doelgroep zit niet op een achternamiddag in een Aula-zaal, maar gewoon thuis. Mailbommend achter het beeldscherm.

Op het Rekencentrum werken blije mensen. TU-medewerkers die opgewekt toezien op het welzijn van het Delftse stukje internet en voorkomen dat hackers en andere computer-hooligans de netiquette aan hun laars lappen.

Die blijheid blijkt uit het enthousiasme waarmee Laura Stappershoef de met vijftien bezoekers toch minstens matig gevulde collegezaal welkom heet. ,,We hadden op iets tussen de twintig en honderd mensen gerekend, maar dat maakt niet uit.” Want er moet eens gesproken worden over gedragsregels voor Delftse studenten die via de TU toegang hebben tot het net. Het komt nog te vaak voor dat studenten ‘de grenzen van de mogelijkheden van het TU-netwerk willen verkennen’. Dus moet er gesproken worden over gedrag, attitude en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarvoor heeft de Dienst Technische Ondersteuning alle huisoudsten en netwerkbeheerders van Delftse studentenhuizen uitgenodigd. Om naar Eric Winkel te komen luisteren. Winkel heeft ervoor gekozen om zijn verhaal te illustreren met kleurensheets en een verhaaltje over een snelweg: ,,Wij willen op die snelweg zo min mogelijk regeltjes en borden. Wij moeten de klus met z’n allen klaren. Ik wil niet voor politieagent spelen. Ik wil het gevoel bijbrengen dat dit van ons allemaal is.”

De droom van Winkel: een wereld waar iedereen zich aan de regels houdt. Maar helaas is die droom allang keihard ingehaald door de werkelijkheid: kinderporno en andere ranzigheid vervuilen ook het TU-deel van het grenzeloze computerparadijs. Winkel: ,,Ik aarzel dan ook geen seconde om aangifte te doen bij de politie als ik kinderporno zie. Want ook het internet valt onder het Nederlands recht.”

Maar de meeste internet-misbruikers zijn lastig op te sporen. ,,Dan besluit ik wel eens om een heel deel van het netwerk plat te leggen. Als een individu overlast bezorgt, worden onschuldigen daar de dupe van. Heel vervelend en daarom probeer ik met studenten in contact te komen. Door middel van meer sociale controle kan veel voorkomen worden.” Winkel besluit om met het onvermijdelijk aanwezige OLI een soort overlegorgaan op te richten.

Winkel: ,,Het gaat erom dat we met elkaar communiceren. Net als op internet gaat het om de interactie.” Interactie die de volgende keer misschien op het bejubelde net zelf gehouden kan worden. Want de doelgroep zit niet op een achternamiddag in een Aula-zaal, maar gewoon thuis. Mailbommend achter het beeldscherm.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.