Wetenschap

Propellers, propyleen en propedeuse

Gillende elektromotoren en laag overscherende vliegtuigjes. Welkom bij de afsluiting van het vak Exploring Aerospace waar eerstejaars L&R-studenten hun luchtdoop beleven.

L&R-student Jeroen Hilker lanceert de extra brede variant. (Foto: Sam Rentmeester)

In de immense sporthal ‘X’ lijkt de trefkans gering, maar toch moeten begeleiders en deelnemers regelmatig door de knieën wanneer een kunststofvleugel onafwendbaar op hen af koerst. Andere vleugels belanden na een wilde draai op de grond, schuren tegen het plafond of vliegen “in de muur.” “Het is maar goed dat we geen beoordeling geven op dit onderdeel”, schertst docent ir. Paul Roling. “Anders zou de helft een onvoldoende krijgen.”

In twee dagen, 11 en 12 januari, komen vertegenwoordigers van 40 eerstejaars projectgroepen in X langs om hun creaties te demonstreren. Per groep zijn telkens twee studenten aanwezig terwijl acht anderen meekijken via een livestream en een audioverbinding. Zo gaat dat in tijden van corona. Elke groep heeft twee toestellen gemaakt; één volgens de gebruiksaanwijzing van het vak  en de ander naar eigen inzicht ‘verbeterd’.

Jonas van Waveren en Jeroen Hilker wonen het dichtstbij, daarom mogen zij vandaag vliegen. Eindelijk zien ze het resultaat van de samenwerking van de afgelopen drie maanden. De projectgroepen bouwden hun vleugel in het Fellowshipgebouw door het profiel uit een blok wit kunststof (geëxtraheerd polypropyleen) te snijden. Elk toestel is voorzien van een minutieuze ontvanger, batterij en twee elektromotoren met propellers.

Hij fluttert te veel

“We hebben het tweede toestel twee keer zo breed gemaakt”, vertelt Jonas. “De spanwijdte werd twee keer zo groot, en daardoor werd het ontwerp smaller en dunner.” De bedoeling was dat het toestel daarmee langer in de lucht bleef. Dat lukte. Maar ze hadden wel de hele breedte van de sporthal nodig om een bocht te draaien. Graag hadden ze de motortjes wat verder uit elkaar gezet, maar de draadjes waren daar te kort voor.

“Hij fluttert te veel” zegt Roling. “De vleugels zijn te dun geworden waardoor ze gaan flapperen.” De gesprekken tussen begeleiders en studenten gaan over hun ontwerp, en wat daar goed of slecht aan is. Ze spreken over stalling, koersstabiliteit, rolstabiliteit, winglets, en over de dynamische verplaatsing van het liftpunt.

Met zoveel manieren waarop een toestel kan crashen is het een wonder dat er bij zijn die lang genoeg in de lucht blijven om iemand te raken.

De L&R knutseltafel in tijden van corona. (Foto: Sam Rentmeester)

  • Bekijk hier de integrale video-opnames.
Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.