Campus

‘Promovendi zijn toch de ambassadeurs van de TU’

Het had weinig gescheeld of Alain Kooiman was profvoetballer bij Feyenoord geworden. De nieuwe voorman van de Delftse promovendi koos echter voor het beton van zijn studie.

Ir. Alain Kooiman is zelf toegevoegd onderzoeker, dus van de salarisverhoging voor aio’s heeft hij weinig gemerkt. Maar de Delftse promovendi hebben veel meer belangen te behartigen dan hun portemonnee. Vandaar dat Kooiman ja zei, toen hem gevraagd werd of hij voorzitter wilde worden van Promood, het Promovendi overleg Delft, voorheen bekend als Delfts aio overleg (Daioo). Officieel is hij pas over een maand of twee voorzitter, maar hij heeft de taken nu alvast overgenomen van zijn voorgangster, ir. Nelleke Guequierre.

Gevraagd naar zijn motieven brengt Kooiman vrijwel meteen Feyenoord ter sprake, waar hij elf jaar voetbalde: ,,Ik ben op mijn elfde begonnen, heb alle jeugdelftallen doorlopen. Uiteindelijk heb ik het C-team gehaald, waar de profs in spelen die zondag op de reservebank hebben gezeten. Drie jaar lang heb ik in de hoofdklasse amateurs gespeeld. Ik heb ook wel meegetraind met de selectie en een keer een toernooi in Barcelona meegemaakt.”

,,Maar ik raakte geblesseerd en na mijn herstel was ik uit vorm. Achteraf heb ik wel eens gedacht: had ik niet een jaartje met mijn studie moeten stoppen. Dan had ik het misschien gehaald. In mijn afstudeerfase kon ik een profcontract bij Dordrecht tekenen. Toen heb ik toch maar voor mijn studie gekozen.”

Zonder al te veel spijt nam Kooiman afscheid van zijn voetbalcarrière en ging om zich heen kijken naar nieuwe activiteiten. ,,Ik ben toch iemand die graag iets naast zijn studie doet. Vorig jaar ben ik begonnen in de contactgroep van Daioo bij Civiele Techniek. Vervolgens werd ik penningmeester en nu dus voorzitter. Als onderzoeker ben je veel in je eentje bezig en dit is meer teamwerk.”
Zuur

In zijn rol van penningmeester kreeg Kooiman uitgebreid te maken met de kwestie rond de salarisverhoging van de aio’s en vervolgens het gesteggel rond de oio’s, de promovendi die niet in dienst zijn van de TU en daarom niet automatisch hetzelfde bedrag op hun loonstrookje zagen verschijnen als hun collega’s. Kooiman: ,,Het is toch wel erg zuur dat iemand die precies hetzelfde werk doet als jij, soms op hetzelfde project in dezelfde kamer, duizend gulden per maand meer betaald krijgt.”

Toch zijn de centen niet hét speerpunt van het aio-beleid. Al jaren hameren de Delftse promovendi namelijk op een betere opleiding en begeleiding. ,,We hebben drie werkgroepen ingesteld”, vertelt Kooiman. ,,De eerste houdt zich bezig met arbeidsvoorwaarden. In mei willen we een handleiding klaar hebben die alle kanten van het aio-schap belicht. De tweede werkgroep kijkt naar werving en selectie. We hebben onderandere een enquête gehouden onder studenten en bedrijven wat zij vinden van het aio-stelsel. Die werkgroep kijkt ook naar de perspectieven die aio’s na hun promotie hebben.”

,,De laatste werkgroep gaat over opleiding en begeleiding. Nog altijd maakt maar vijftig tot zestig procent van de promovendi zijn onderzoek af. De tevredenheid schommelt ook heel erg per faculteit. Dat heeft wellicht wat te maken met onderzoekscultuur. Bij Bouwkunde, bijvoorbeeld, is die er nauwelijks en daar is de tevredenheid dan ook stukken lager dan bij TNW, waar juist veel onderzoek gedaan wordt.”

,,Door van gedachten te wisselen met hoogleraren en decanen proberen we te zien wat voor maatregelen op draagvlak kunnen rekenen. De TU pretendeert toponderzoek te doen, en een goede begeleiding van aio’s is toch belangrijk om dat te waarborgen”, aldus Kooiman, die zelf onderzoek doet naar een materiaalmodel voor staalvezelbeton (een soort beton met spijkertjes, dat onder meer werd toegepast in de tweede Heijnenoordtunnel).
Drastisch

Als voorzitter is Kooiman niet van plan de koers drastisch om te gooien. Wel hoopt hij meer promovendi bij de activiteiten te betrekken: ,,Ik vind het jammer dat we nog zo weinig respons krijgen. Natuurlijk weet ik dat iedereen druk bezet is, maar toch is het jammer. Anderzijds, je kunt wel allerlei ambities hebben, maar we blijven een organisatie van vrijwilligers. Gelukkig hebben we nu meer bestuursleden, dus hebben we ook meer mogelijkheden om van ons te laten horen.”

Op het hoofdgebouw van de TU is de roep van de aio’s in elk geval gehoord, constateert Kooiman tevreden. Dat blijkt niet alleen uit de salarisverhoging, maar ook uit de enthousiaste manier waarop wordt meegedacht met de werkgroepen. ,,Het college van bestuur ziet de promovendi toch een beetje als ambassadeurs van de TU.”

In dat licht moet ook de naamsverandering van Daioo naar Promood gezien worden, legt Kooiman uit: ,,Assistent in opleiding klinkt toch wat denigrerend voor mensen op wie het grootste deel van het onderzoek gefundeerd is. Overigens moet de naamsverandering nog officieel goedgekeurd worden op de algemene ledenvergadering in mei.”

Op die vergadering zal Kooiman ook pas echt voorzitter worden, hoewel hij er nu al zo’n vijf uur per week insteekt. ,,En dat valt best mee nu het voetbal weggevallen is.”

Ir. Alain Kooiman is zelf toegevoegd onderzoeker, dus van de salarisverhoging voor aio’s heeft hij weinig gemerkt. Maar de Delftse promovendi hebben veel meer belangen te behartigen dan hun portemonnee. Vandaar dat Kooiman ja zei, toen hem gevraagd werd of hij voorzitter wilde worden van Promood, het Promovendi overleg Delft, voorheen bekend als Delfts aio overleg (Daioo). Officieel is hij pas over een maand of twee voorzitter, maar hij heeft de taken nu alvast overgenomen van zijn voorgangster, ir. Nelleke Guequierre.

Gevraagd naar zijn motieven brengt Kooiman vrijwel meteen Feyenoord ter sprake, waar hij elf jaar voetbalde: ,,Ik ben op mijn elfde begonnen, heb alle jeugdelftallen doorlopen. Uiteindelijk heb ik het C-team gehaald, waar de profs in spelen die zondag op de reservebank hebben gezeten. Drie jaar lang heb ik in de hoofdklasse amateurs gespeeld. Ik heb ook wel meegetraind met de selectie en een keer een toernooi in Barcelona meegemaakt.”

,,Maar ik raakte geblesseerd en na mijn herstel was ik uit vorm. Achteraf heb ik wel eens gedacht: had ik niet een jaartje met mijn studie moeten stoppen. Dan had ik het misschien gehaald. In mijn afstudeerfase kon ik een profcontract bij Dordrecht tekenen. Toen heb ik toch maar voor mijn studie gekozen.”

Zonder al te veel spijt nam Kooiman afscheid van zijn voetbalcarrière en ging om zich heen kijken naar nieuwe activiteiten. ,,Ik ben toch iemand die graag iets naast zijn studie doet. Vorig jaar ben ik begonnen in de contactgroep van Daioo bij Civiele Techniek. Vervolgens werd ik penningmeester en nu dus voorzitter. Als onderzoeker ben je veel in je eentje bezig en dit is meer teamwerk.”
Zuur

In zijn rol van penningmeester kreeg Kooiman uitgebreid te maken met de kwestie rond de salarisverhoging van de aio’s en vervolgens het gesteggel rond de oio’s, de promovendi die niet in dienst zijn van de TU en daarom niet automatisch hetzelfde bedrag op hun loonstrookje zagen verschijnen als hun collega’s. Kooiman: ,,Het is toch wel erg zuur dat iemand die precies hetzelfde werk doet als jij, soms op hetzelfde project in dezelfde kamer, duizend gulden per maand meer betaald krijgt.”

Toch zijn de centen niet hét speerpunt van het aio-beleid. Al jaren hameren de Delftse promovendi namelijk op een betere opleiding en begeleiding. ,,We hebben drie werkgroepen ingesteld”, vertelt Kooiman. ,,De eerste houdt zich bezig met arbeidsvoorwaarden. In mei willen we een handleiding klaar hebben die alle kanten van het aio-schap belicht. De tweede werkgroep kijkt naar werving en selectie. We hebben onderandere een enquête gehouden onder studenten en bedrijven wat zij vinden van het aio-stelsel. Die werkgroep kijkt ook naar de perspectieven die aio’s na hun promotie hebben.”

,,De laatste werkgroep gaat over opleiding en begeleiding. Nog altijd maakt maar vijftig tot zestig procent van de promovendi zijn onderzoek af. De tevredenheid schommelt ook heel erg per faculteit. Dat heeft wellicht wat te maken met onderzoekscultuur. Bij Bouwkunde, bijvoorbeeld, is die er nauwelijks en daar is de tevredenheid dan ook stukken lager dan bij TNW, waar juist veel onderzoek gedaan wordt.”

,,Door van gedachten te wisselen met hoogleraren en decanen proberen we te zien wat voor maatregelen op draagvlak kunnen rekenen. De TU pretendeert toponderzoek te doen, en een goede begeleiding van aio’s is toch belangrijk om dat te waarborgen”, aldus Kooiman, die zelf onderzoek doet naar een materiaalmodel voor staalvezelbeton (een soort beton met spijkertjes, dat onder meer werd toegepast in de tweede Heijnenoordtunnel).
Drastisch

Als voorzitter is Kooiman niet van plan de koers drastisch om te gooien. Wel hoopt hij meer promovendi bij de activiteiten te betrekken: ,,Ik vind het jammer dat we nog zo weinig respons krijgen. Natuurlijk weet ik dat iedereen druk bezet is, maar toch is het jammer. Anderzijds, je kunt wel allerlei ambities hebben, maar we blijven een organisatie van vrijwilligers. Gelukkig hebben we nu meer bestuursleden, dus hebben we ook meer mogelijkheden om van ons te laten horen.”

Op het hoofdgebouw van de TU is de roep van de aio’s in elk geval gehoord, constateert Kooiman tevreden. Dat blijkt niet alleen uit de salarisverhoging, maar ook uit de enthousiaste manier waarop wordt meegedacht met de werkgroepen. ,,Het college van bestuur ziet de promovendi toch een beetje als ambassadeurs van de TU.”

In dat licht moet ook de naamsverandering van Daioo naar Promood gezien worden, legt Kooiman uit: ,,Assistent in opleiding klinkt toch wat denigrerend voor mensen op wie het grootste deel van het onderzoek gefundeerd is. Overigens moet de naamsverandering nog officieel goedgekeurd worden op de algemene ledenvergadering in mei.”

Op die vergadering zal Kooiman ook pas echt voorzitter worden, hoewel hij er nu al zo’n vijf uur per week insteekt. ,,En dat valt best mee nu het voetbal weggevallen is.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.