Wetenschap

Project Juul: van godshuis naar starterswoning

Een bouwkundestudent kocht een leegstaande kerk om er met vrienden te wonen. Toen sloeg het noodlot toe. Nu, vier jaar later, creëert hij vier starterswoningen uit de ruïne.

Zo moet de afgebrande Julianakerk op Heijplaat er volgend jaar uitzien. (Beeld: Nima Morkoç)

Architect Nima Morkoç ziet het al helemaal voor zich. (Foto: Jos Wassink)

Verspil nooit een goede crisis, wordt gezegd. Architect en TU-alumnus Nima Morkoç bracht dat motto in praktijk toen zijn monumentale onderkomen in vlammen opging. Alles wijst erop dat de afgebrande Julianakerk op Heijplaat volgende jaar zal herrijzen in de vorm van vier gastvrije en betaalbare starterswoningen. “Dat is de grootste opgave voor onze generatie architecten: betaalbare woonruimte maken.”

Het tuindorp Heijplaat is omsloten door de Rotterdamse haven. (Foto: DCMR Milieudienst Rijnmond)

Tuindorp Heijplaat
Vanaf de A15 overspant de afrit een groot spoorwegemplacement: tientallen sporen met wissels ertussen. In de verte torenen havenkranen boven uitgestrekte loodsen uit, en stapels zeecontainers. Hier verwacht je geen woonwijk meer. Toch wijzen de bordjes Heijplaat deze kant op. Na een groot douanegebouw duiken er dan opeens villa’s op tussen onverwachte groen. De Courzandseweg, in de volksmond ‘de biefstuklaan’ genoemd, werd opgezet voor de directeur van de RDM en zijn staf. Met daarachter ‘de gehaktbalbuurt’ voor de arbeiders.

Op het hoogtepunt woonden hier drieduizend mensen, nu is dat ongeveer de helft. Het geïsoleerde dorp werd aangelegd als tuindorp voor het personeel van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij RDM. Alles was er: huisvesting, scholen, winkels, een muziekkoepel en drie kerken op een rij: katholiek, gereformeerd en hervormd. Voor ieder wat wils.

De RDM in de glorietijd – in 1958 werd de SS Rotterdam te water gelaten. (Foto: archief RDM)

Kort daarna echter keert het tij voor RDM, dat in de glorietijd als van de grootste scheepswerven van Europa gold. De concurrentie vanuit Japan en Korea, waar de lonen een stuk lager waren, nam sterk toe, en RDM zocht z’n toekomst in defensie en offshore. Uiteindelijk werd in 1983 een faillissement onafwendbaar, en ruim een derde van de meer dan drieduizend werknemers raakten hun baan kwijt.

Voor de gemeenschap op Heijplaat betekende dat werkloosheid, armoede en verlies van de sociale cohesie. Daar kwam later de ontkerkelijking nog overheen, zodat de drie kerken op Heijplaat de een na de ander de poorten moesten sluiten. Zo ook de Nederlands Hervormde Julianakerk. Vanaf 1930 hadden hier tal bruiloften, dopen en begrafenissen plaatsgevonden. De ijkpunten in het leven werden hier beleefd. Maar wat zo lang een centraal punt voor de geloofsgemeenschap was geweest, had zijn functie verloren en stond nu leeg.

De leegstaande Julianakerk omstreeks 2017. (Foto: Nima Morkoç)

Buitenkans
“Nima, de kerk staat te koop. Je moet echt komen kijken.” Oud-bouwkundestudent Nima Morkoç (nu 29) werd in het voorjaar van 2017 gebeld door zijn vader die op Heijplaat woont. Woningcorporatie Woonbron had de Julianakerk aan de Zaandijkstraat na tien jaar leegstand in de verkoop gedaan. Eerst trok het hem niet erg, vertelt hij vier jaar later als we elkaar treffen in de verkoolde ruïne.

Morkoç senior, Nima’s vader, woont nog steeds achter de kerk in de pastorie. Hij overtuigde zijn zoon ervan dat het een buitenkans was om samen de kerk en de pastorie te kopen. Nima de kerk, zijn vader de pastorie. Ze tekenden het contract in maart 2017.

Vier Delftse bouwkundevrienden voelden er wel voor om erin te trekken: Dominik Lukkes, Matthijs van Mulligen, Stijn van den Berg en Kenzo van Egeraat. De masterstudenten zouden binnen de kerk vijf tiny houses construeren als woonverblijf. De kerkzaal zou zo beschikbaar blijven voor feesten, filmvoorstellingen of diners. Op de galerij was er ook plek voor een schilderatelier voor Nima’s zus Mina (“best verwarrend soms die namen, ja”), die toen rechten studeerde aan de Erasmusuniversiteit.

Kort voor de zomer zei iedereen zijn kamer op, en bracht de spullen naar Heijplaat. Vijf studenteninboedels en de inhoud van een schildersatelier. Er was toch ruimte zat in de kerk. Na de zomer zouden ze aan de slag gaan met de inrichting, maar nu eerst vakantie.

NL-alert
Op zondag 6 augustus 2017 kwam Nima Morkoç terug van een wandelvakantie en ging bij zijn moeder langs in Blijdorp om een wasje te draaien. Het blijft altijd fijn om goed verzorgd te worden. Even na 11 uur ’s avonds belde zijn vader op: “Nima, je moet komen. Er is brand in de kerk!” “Dan moet je mij niet bellen, maar de brandweer”, grapte hij nog. Maar eenmaal in de auto was er niet veel meer te lachen. Zijn mobieltje bleef tingelen van de berichten en rond half twaalf kwam daar een NL-alert overheen. Rijdend over de Erasmusbrug zag hij rechts al de vuurzee en de rookwolken die vanaf Heijplaat over het centrum van Rotterdam trokken. Het Erasmus-MC had de toevoer van de ventilatie alvast afgesloten.

Zijn vader die in de kerk aan het blussen was, werd er snel door de brandweer uitgehaald. Het vuur breidde zich in razend tempo uit en versterking kwam van alle kanten. Uiteindelijk waren er twintig brandweerwagens bij betrokken, veertig mensen moesten hun huis uit, en pas tegen drie uur in de ochtend had de brandweer het vuur onder controle.


‘Het vuur greep razendsnel om zich heen en verspreidde veel rook’. (Foto: Rob Engelaar)

Rijnmond berichtte de volgende dag: ‘Rotterdam, 7 augustus 2017 – De Julianakerk aan de Zaandijkstraat op Heijplaat is zondagavond laat grotendeels in de as gelegd. Het vuur greep razendsnel om zich heen en verspreidde veel rook, die ook over de rivier trok richting het centrum van de stad. Er zijn geen slachtoffers gevallen. De torenspits -die van hout was- het dak en de ruimte daaronder zijn afgebrand. Alleen de stenen muren en de kerktoren staan nog overeind. Het gebouw moet als verloren worden beschouwd.’

“Wat was de oorzaak?” is de op één na meest gestelde vraag. Alleen “Was het een verzekeringstruc?” werd hem alleen nog vaker gevraagd. Volgens Morkoç hebben experts geconcludeerd dat een defecte ventilator de meest waarschijnlijke verklaring is. Die stond parallel geschakeld met een lamp, en heeft na verloop van dagen of weken vlamgevat. De brandende lamp was vergeten in de vakantie, maar niemand kon weten dat er ook nog een vastgelopen ventilator onder spanning stond.

De vrienden waren allemaal nog op vakantie: Kenzo in Nederland, Stijn in Columbia, Matthijs in India en Dominik in Detroit. Maar uiteindelijk bevonden ze zich allemaal in dezelfde situatie: al hun spullen verloren en dakloos.

“Ik verzamelde vroeger best veel”, kijkt Nima Morkoç terug. “Ik had al mijn schriften bewaard vanaf de basisschool. Ik verzamelde postzegels, munten en schelpen. Bij de laatste verhuizing had ik zeventien dozen met boeken en daarnaast nog mijn kleding.”

“Na de brand was ik een tijd best verdrietig om alles wat ik kwijt was. Nu leef ik minimaler. Bij een verhuizing heb ik nog maar drie dozen.”

Januari 2018 begon het puinruimen. (Foto: Joke Schot)

Kort daarna gaf Nima een rondleiding voor studievereniging Stylos van Bouwkunde. (Foto: Collectie Nima Morkoç )

De vrienden vonden vlot een nieuw onderkomen aan de Nieuwe Binnenweg, maar het duurde volgens Nima wel een maand voordat hij weer begon te schetsen en na kon denken over een toekomst.

‘Erotisch en intens’
Een afstudeerproject was hem in de schoot geworpen: een nieuwe functie vinden voor de afgebrande kerk. Maar de oefening was verre van academisch. Nima kreeg echt te maken had met verzekeraars, advocaten en de gemeente. Van de studiefinanciering kon hij niet leven, dus verdiende hij bij met het geven van rondleidingen.

Het was een tijd van spullen kwijt, puinruimen, ondertussen afstuderen en in een keuken slapen. Tussen de muren van de afgebrande ruïne organiseerden Morkoç en zijn vrienden een openluchtbioscoop, een fototentoonstelling, een tosti-treffen en andere vormen van culturele gezelligheid.


Paradoxaal genoeg heeft de brand de toekomst van de Julianakerk weer op de kaart gezet. (Foto: Collectie Nima Morkoç ).

Wat bepaalt de monumentaliteit van de kerk voor zijn omgeving? Dat is de drijvende vraag in de afstudeerscriptie Social Monumentality van Nima Morkoç (2018). De monumentaliteit lag niet in het gebouw zelf, wat Morkoç omschrijft als een schuur met een klokkentoren (‘a barn with the addition of a bell-tower’). En vreemd genoeg ook niet in de functie: ‘the church was empty for 10 years and nobody seemed to care.’

Hij kwam erachter dat er in Nederland momenteel zo’n zeshonderd kerken leeg staan, en dat daar wekelijks gemiddeld twee bij komen. De leegstand van religieus erfgoed is zo’n omvangrijke en ingewikkelde kwestie dat er een speciaal platform voor is opgericht om kennis, netwerken en ervaringen te koppelen.

Wat voor de Julianakerk geldt, inmiddels Project Juul genoemd, gaat voor meer kerken op: de sociale verbanden zijn verdwenen, bewoners kijken niet meer naar elkaar om, de samenhang verdwijnt en eenzaamheid neemt toe. De vraag, en ook de opdracht die Morkoç zich stelt, is: hoe is de sociale monumentaliteit van de Julianakerk te herstellen op een manier dat Heijplaat er baat bij heeft? Het gaat om een herstel van sociale verbanden die al lang voor de brand uitbrak verdwenen waren.

Paradoxaal genoeg heeft de brand de toekomst van de Julianakerk weer op de kaart gezet. De uitgebrande ruïne trekt de aandacht. “De kerk verkeert in de meest kwetsbare naakte fase van zijn bestaan”, schrijft Morkoç. “Daarom zal alles wat erna komt erotisch en intens zijn in zowel ruimtelijk als sociaal opzicht en daarom interessant om naar te kijken.”

Het ontwerp voor woningen rondom de leegte van de kerk uit het afstudeerverslag. (Beeld: Nima Morkoç)

Na 120 varianten kwam Morkoç met een ontwerp voor woonruimten voor studenten en werknemers van startups op het terrein van RDM Rotterdam. De woonruimten zijn om de leegte van de kerk heen gebouwd. Twee blokken aan weerszijden van de klokkentoren, en één woonblok op de plek van de pastorie. Het is alsof de jonge architect de voormalige kerkruimte toen nog niet durfde aan te pakken. Die ruimte, tussen de oude raamloze kerkmuren, bleef beschikbaar als ontmoetingsplaats voor omwonenden.

Zijn afstudeerwerk werd een 7 beloond.

Betaalbare woningen
Na zijn afstuderen ging Morkoç aan de slag als assistant designer bij West 8 ontwerpbureau voor stedenbouw en landschapsarchitectuur, waar hij eerder stage liep. Vorig jaar maakte hij de overstap naar Mei architects and planners, een bureau dat bekend werd met het 50-meter hoge volledig houten wooncomplex SAWA. Daarnaast heeft hij steeds een dag in de week vrijgehouden voor de herontwikkeling van de Julianakerk als project van zijn bedrijf HUM Design & Development.

“Het is een soort traineeship geworden in stedenbouw, architectuur, landschapsarchitectuur, juridische zaken, commerciële haalbaarheid en bestemmingsplannen”, zegt hij terugkijkend. Voordat er überhaupt plannen uitgewerkt konden worden, moesten het bestemmingsplan en de erfpacht veranderd worden, en de welstandscommissie moest ermee akkoord gaan. Een nieuwe bestemming moest aan al die voorwaarden voldoen en bovendien moest het eindproduct een aanwinst zijn voor Heijplaat. Herbestemmingen als zwembad, bioscoop, hotel en winkelcentrum vielen af vanwege te weinig verwachte bezoekers, en dus economisch niet levensvatbaar.

Na 23 afwijzingen sprongen eind 2019 voor Project Juul eindelijk één voor één alle lichten op groen. In november 2019 ging de welstandscommissie akkoord met het plan, een jaar later tekende aannemer BIK Bouw de bouwteamovereenkomst. De aannemer was vorig jaar tweede geworden in de Rotterdamse Architectuurprijs met zijn verbouwing van de Noordsingelgevangenis in appartementen. “Als de gevangenis zo mooi wordt, wil ik er ook wel zitten”, reageerde een stemmer.

Afgelopen zomer volgde de aanvraag van de bouwvergunning. ‘Dit is heel spannend want het betekent dat we eindelijk de volgende stappen kunnen zetten in de verkoop samen met Ooms makelaars. De voorbereiding daarvoor is nu in volle gang’, aldus Morkoç op zijn website.

Morkoç had inmiddels een sterke voorkeur ontwikkeld voor de herbestemming als woningen. “Het is de grootste opgave voor onze generatie architecten: betaalbare woningen maken. Iedereen die ik ken loopt er tegenaan.”

Natuurlijk strookte dat niet met het bestemmingsplan van de kerk, maar daar viel over te praten. “In gesprek met de gemeente moet je niet confronterend optreden”, heeft Morkoç geleerd. “Je moet ze mee zien mee te krijgen in je plan, waarbij het hun rol is om de algemene kwaliteit te handhaven.”

Het ontwerp van vier woningen binnen de contouren van de oude kerk. (Beeld: HUM design & development)

De gemeente had een voorkeur voor ruimere en duurdere huizen voor welgestelde gezinnen, maar Morkoç maakte een andere keuze: hij duwde het ontwerp in de richting van vier compacte (110 m2) en betaalbare woningen (rond de 4 ton) binnen de contouren van de kerk. De pastorie, waar zijn vader woont, maakt geen deel meer uit van het plan.

De woningen zijn ingericht op het moderne leven en werken: op de begane grond speelt zich het actieve leven af met koken, eten, sociale interactie en gemeenschappelijke open tuin. De eerste verdieping is ingericht als slaapverblijf met op de tweede verdieping een hoge en ruime thuiswerkplek. De vensters aan de buitenkant zijn rechthoekig en strak, in hervormde stijl. Aan de binnenplaats zijn de glaspartijen ruimer en ronder. Heggen ontbreken en de ruimte tussen de huizen is bedoeld als ontmoetingsplaats in de beschutting van de oude kerkmuren.

De ruimte tussen de huizen is bedoeld als ontmoetingsplaats in de beschutting van de oude kerkmuren. (Beeld: HUM design & development).

Via de website hebben zich zo’n 180 belangstellenden gemeld voor de vier woningen, zodat Morkoç verwacht dat de verkoop ondanks de beperkende zelfbewoningsplicht vlot zal verlopen. De bouw zou dan eind dit jaar kunnen beginnen met een geplande de oplevering eind 2022.

Rode torenspits
Wie straks door zijn oogharen kijkt ziet de toren en het hoge dak van de Julianakerk weer terug, met een open sleuf in het midden. Wit gestucte muren contrasteren met de bakstenen resten, maar ’s avonds staan juist de bakstenen muren in het ledlicht, en keert het vertrouwde beeld van de Julianakerk in het straatbeeld terug. De gereconstrueerde open torenspits zal dichtgroeien met een bijzondere klimopsoort die de torenspits groen kleurt. Maar eens per jaar, in de herfst, verkleuren de bladeren en zetten de torenspits in een rode gloed. Als herinnering aan de brand die alles in gang heeft gezet.

Wanneer eind volgend jaar de nieuwe bewoners de woningen betrekken, heeft de jonge architect een oplossing aangereikt voor twee dringende kwesties in de woningbouw en stedenbouw: leegstand van religieus erfgoed én behoefte aan betaalbare starterswoningen. “In de architectuur werkt men graag met referenties, met iets wat eerder is gedaan”, weet Morkoç. “Ik hoop dat project Juul een inspiratiebron wordt voor die honderden leegstaande kerkgebouwen waarmee men zich nu geen raad weet.”

Meer informatie:

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.