Campus

Professioneel ramptoerisme

Totaal verwoeste wijken, waar de mensen onder plastic zeiltjes overleven tussen de resten van ingestorte huizen. Met de hulp van Delftse experts probeert de stad Armenia in Colombia te redden wat er te redden valt.

Gewapend met een rode en een groene spuitbus gaan de Delftse experts de beschadigde gebouwen langs. Alleen gebouwen met een groen kruis maken kans op herstel. ,,Ons werk kan pijnlijk zijn. Je beslist in vijf minuten over andermans eigendom”, zegt dr. A. Scarpas, die zijn werkkamer bij Civiele techniek tijdelijk verruilde voor het door natuurgeweld geteisterde Zuid-Amerikaanse land.

,,Het is van groot belang om zo snel mogelijk na een aardbeving te beginnen met het inspecteren van gebouwen. Uiteraard kun je in eerste instantie alleen ruwe inschattingen maken van welke gebouwen direct ondersteund moeten worden. Bij latere evaluaties kan alsnog blijken dat een object te veel beschadigd is om te laten staan.”

Toch is het opmerkelijk dat juist vanuit Nederland deskundigen naar Colombia gaan. Zijn er geen landen waar men meer kennis over aardbevingen in huis heeft? Prof.dr. J.D. Nieuwenhuis legt uit: ,,Wij hadden al lang voor de aardbeving contacten ter plekke en als Utrechtse hoogleraar heb ik onder andere promovendi uit dat land begeleid bij aardbevingsonderzoek. Vandaar dat we snel na de ramp gebeld werden. Natuurlijk was mijn eerste reactie er een van ontzetting. Maar snel daarna komt de wetenschapper in je boven. Die aardbeving is nu eenmaal gebeurd en door onderzoek kun je lessen trekken voor de toekomst.”

Het onderzoek van Nieuwenhuis richt zich op de energieverdeling tijdens de beving en de structurele schade door de aardschokken. ,,Het blijft natuurlijk bizar. Er wordt juist in Armenia een onderzoek naar aardbevingsrisico opgestart en vlak daarna vindt er daadwerkelijk een beving plaats.”
Bodyguards

Het werk in Armenia was niet gemakkelijk. Een groot probleem is dat de bewoners hun eigen huis in willen om hun eigendommen veilig te stellen. Scarpas: ,,Iedereen wil bij zijn eigen huis blijven, maar dat is levensgevaarlijk. Bij de eerstvolgende naschok kan het gebouw alsnog instorten.”

Niet iedereen is even blij met de komst van experts, legt civieler Scarpas uit. ,,Sommige mensen zijn echt agressief. Vandaar dat we altijd bodyguards bij ons hebben en in groepen werken. Maar ja, je bent een professional. En op basis van ervaring moet je als een dokter aangeven welke gebouwen wel en welke niet kunnen blijven staan. In een paar minuten tijd moet je, vaak in het donker, steeds weer die afwegingen maken. Het moet snel, want er zijn honderden andere gebouwen die ook geïnspecteerd moeten worden. Onder het schijnsel van de zaklamp hoop je dat je op basis van ervaring de juiste beslissingen neemt.”
Roermond

In Armenia kwamen de Delftenaren schoolvoorbeelden van verkeerde constructies tegen. Een onregelmatige vorm, pilaren onder grote massa’s, het zijn allemaal zaken die een gebouw minder aardbevingbestendig maken. ,,Zonde van het gebouw, en vooral zonde voor de eigenaar. Sommige gebouwen zijn ook wel te repareren, maar blijven door een verkeerde constructie een gevaar bij iedere volgende aardbeving”, verklaart Scarpas.

Blijft de vraag waarom juist Delft zich met dit soort onderzoek bezighoudt. Professor Nieuwenhuis: ,,De aardbeving in de buurt van Roermond van een paar jaar geleden was van exact dezelfde magnitude als die in Colombia. Het is dat we hier wat steviger bouwen… Maar het klopt, in Nederland hebben we niet veel ervaring met grote aardbevingen. Wat we wel hebben zijn goede laboratoria en computerfaciliteiten. Daarom willen mensen met ons samenwerken op het gebied van earthquake-engineering. En in Nederland zijn we al gewend om rekening te houden met allerlei dynamische belastingen. Denk aan windbelasting bij de Erasmusbrug.”

Nieuwenhuis betoogt dat bij het verruimen van de afzetmarkt, Nederlandse bedrijven vanzelf in aanraking komen met aardbevingen. ,,Onze baggeraars krijgen bijvoorbeeld te maken met vragen naar de gevolgen van aardbevingen voor zanddijken. Er is door de Nederlandse kennisexport vanzelf een behoefte ontstaan om meer aandacht voor aardbevingsaspecten te hebben.”

En hoe moet het verder met Colombia? Nieuwenhuis: ,,In dat land gaan we de komende jaren met de Colombianen de stad in kaart brengen en bekijken welke plekken meer en minder risico opleveren. Uiteindelijk kan de samenwerking betere bouwvoorschriften opleveren. Aardbevingen zijn niet te voorkomen, de schade is dat voor een deel wel.”

Gewapend met een rode en een groene spuitbus gaan de Delftse experts de beschadigde gebouwen langs. Alleen gebouwen met een groen kruis maken kans op herstel. ,,Ons werk kan pijnlijk zijn. Je beslist in vijf minuten over andermans eigendom”, zegt dr. A. Scarpas, die zijn werkkamer bij Civiele techniek tijdelijk verruilde voor het door natuurgeweld geteisterde Zuid-Amerikaanse land.

,,Het is van groot belang om zo snel mogelijk na een aardbeving te beginnen met het inspecteren van gebouwen. Uiteraard kun je in eerste instantie alleen ruwe inschattingen maken van welke gebouwen direct ondersteund moeten worden. Bij latere evaluaties kan alsnog blijken dat een object te veel beschadigd is om te laten staan.”

Toch is het opmerkelijk dat juist vanuit Nederland deskundigen naar Colombia gaan. Zijn er geen landen waar men meer kennis over aardbevingen in huis heeft? Prof.dr. J.D. Nieuwenhuis legt uit: ,,Wij hadden al lang voor de aardbeving contacten ter plekke en als Utrechtse hoogleraar heb ik onder andere promovendi uit dat land begeleid bij aardbevingsonderzoek. Vandaar dat we snel na de ramp gebeld werden. Natuurlijk was mijn eerste reactie er een van ontzetting. Maar snel daarna komt de wetenschapper in je boven. Die aardbeving is nu eenmaal gebeurd en door onderzoek kun je lessen trekken voor de toekomst.”

Het onderzoek van Nieuwenhuis richt zich op de energieverdeling tijdens de beving en de structurele schade door de aardschokken. ,,Het blijft natuurlijk bizar. Er wordt juist in Armenia een onderzoek naar aardbevingsrisico opgestart en vlak daarna vindt er daadwerkelijk een beving plaats.”
Bodyguards

Het werk in Armenia was niet gemakkelijk. Een groot probleem is dat de bewoners hun eigen huis in willen om hun eigendommen veilig te stellen. Scarpas: ,,Iedereen wil bij zijn eigen huis blijven, maar dat is levensgevaarlijk. Bij de eerstvolgende naschok kan het gebouw alsnog instorten.”

Niet iedereen is even blij met de komst van experts, legt civieler Scarpas uit. ,,Sommige mensen zijn echt agressief. Vandaar dat we altijd bodyguards bij ons hebben en in groepen werken. Maar ja, je bent een professional. En op basis van ervaring moet je als een dokter aangeven welke gebouwen wel en welke niet kunnen blijven staan. In een paar minuten tijd moet je, vaak in het donker, steeds weer die afwegingen maken. Het moet snel, want er zijn honderden andere gebouwen die ook geïnspecteerd moeten worden. Onder het schijnsel van de zaklamp hoop je dat je op basis van ervaring de juiste beslissingen neemt.”
Roermond

In Armenia kwamen de Delftenaren schoolvoorbeelden van verkeerde constructies tegen. Een onregelmatige vorm, pilaren onder grote massa’s, het zijn allemaal zaken die een gebouw minder aardbevingbestendig maken. ,,Zonde van het gebouw, en vooral zonde voor de eigenaar. Sommige gebouwen zijn ook wel te repareren, maar blijven door een verkeerde constructie een gevaar bij iedere volgende aardbeving”, verklaart Scarpas.

Blijft de vraag waarom juist Delft zich met dit soort onderzoek bezighoudt. Professor Nieuwenhuis: ,,De aardbeving in de buurt van Roermond van een paar jaar geleden was van exact dezelfde magnitude als die in Colombia. Het is dat we hier wat steviger bouwen… Maar het klopt, in Nederland hebben we niet veel ervaring met grote aardbevingen. Wat we wel hebben zijn goede laboratoria en computerfaciliteiten. Daarom willen mensen met ons samenwerken op het gebied van earthquake-engineering. En in Nederland zijn we al gewend om rekening te houden met allerlei dynamische belastingen. Denk aan windbelasting bij de Erasmusbrug.”

Nieuwenhuis betoogt dat bij het verruimen van de afzetmarkt, Nederlandse bedrijven vanzelf in aanraking komen met aardbevingen. ,,Onze baggeraars krijgen bijvoorbeeld te maken met vragen naar de gevolgen van aardbevingen voor zanddijken. Er is door de Nederlandse kennisexport vanzelf een behoefte ontstaan om meer aandacht voor aardbevingsaspecten te hebben.”

En hoe moet het verder met Colombia? Nieuwenhuis: ,,In dat land gaan we de komende jaren met de Colombianen de stad in kaart brengen en bekijken welke plekken meer en minder risico opleveren. Uiteindelijk kan de samenwerking betere bouwvoorschriften opleveren. Aardbevingen zijn niet te voorkomen, de schade is dat voor een deel wel.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.