Campus

Privacy voor Orang-oetans

De orang-oetans in dierenpark de Apenheul denken binnenkort dat ze weer rondslingeren in het oerwoud. In hun nieuwe hok kunnen ze zich terugtrekken als ze de anderen zat zijn, en merken ze bezoekers nauwelijks op. Informatica-studenten hielpen bij de inrichting van het apenverblijf.

,,Waar moeten we het tweede net ophangen?”, vraagt informaticastudent Hugo Leisink vanachter zijn computer aan Warner Jens van de Apenheul. Er staan inmiddels boomstammen in het apenverblijf en er hangt al een net. ,,Hang dat tweede net daar maar een beetje schuin in de hoek”, antwoordt Jens.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Leisink is een kwartier bezig om alle coördinaten in de computer in te voeren. Hij moet de vier uiteinden van het net in een driedimensionale ruimte aanbrengen, terwijl hij een tweedimensionaal computerscherm heeft. ,,Je weet nooit precies waar je muis zit”, klaagt Leisink.

In een virtuele inrichtingssessie testen Leisink en Jens of bezoekers van de Apenheul de apen in hun nieuwe gebouw nog wel kunnen zien. ,,De ramen krijgen namelijk een soort oerwoudlook, hier en daar benemen verfstrepen op de ruiten het zicht op de apen . Net als in het oerwoud moet je ergens tussendoor kijken. Achter zo’n kijkgat moet natuurlijk geen boom staan”, vertelt informaticastudent Jos Verhagen. Ook moeten speeltjes voor de aap goed in het zicht van de bezoeker komen te staan.
Slierten

Door de slierten op de ruiten kunnen de apen uit elkaars zicht blijven als ze in een ander verblijf zitten. Orang-oetans leven in de natuur namelijk niet in groepen, maar alleen. Het gebouw in de Apenheul bestaat daarom uit vier verblijven. De dieren kunnen zich terugtrekken in een eigen vertrek door via een drukknop een schuifdoor te openen. Ze kunnen zelfs de deur achter zich dicht doen.

Ramen gebruiken die maar van één kant doorzichtig zijn, is geen optie. ,,De dieren merken dan wel dat er mensen naar binnen komen, maar ze zien niets en weten dus niet precies wat er gebeurt. Hierdoor voelen ze zich minder veilig. De dieren willen weten wat er gebeurt”, vertelt Jens. Daarom werken geschilderde slierten op de ramen beter.

Na een half uur is Leisinks collega de klos achter de computer, want dat gepriegel met coördinaten vinden de studenten eigenlijk maar niks. De uitdaging zat hem vooral in het maken van een levensecht touw dat aan twee punten bevestigd is. ,,Een touw maken met een sinusvorm is wiskundig niet zo moeilijk, maar dat ziet er niet echt uit.” Om het touw wel de goede vorm te geven, bestaat het uit cilinders van verschillende lengte. De hoeken in de buigpunten tussen de cilinders worden opgevuld met bolletjes.

Bij de inrichting op de computer houden de studenten rekening met bevestigingspunten die al in het gebouw zijn aangebracht. Om die goed in het computerprogramma te krijgen hebben ze diepunten in de Apenheul gefotografeerd en opgemeten.
Architect

In het virtuele apenverblijf kun je door de muis te bewegen langs de ruiten lopen als persoon van 1.80 meter. Je ziet dan wat een persoon van die lengte ziet. Je kunt ook naar beneden of naar boven kijken. Dat is ook wel nodig, want de apenverblijven zijn zes meter hoog. En natuurlijk kun je ook een kinderlengte instellen.

Studenten van het vak multimedia hadden eerder al een driedimsionaal computermodel van het gebouw met de apenverblijven gemaakt. Leisink, Verhagen en De Roode deden de inrichting in het kader van het derdejaars practicum. Ze hebben zelf twee keer op de Apenheul rondgekeken. ,,Je moet toch een indruk krijgen van hoe het gebouw er in het echt uitziet”, vertelt Andries de Roode. ,,De meeste studenten moeten iets voor een bedrijf opzetten. Iets doen voor een dierenpark, daar denk je niet snel aan bij een derdejaars practicum.”

De studenten zijn ingeschakeld nadat de directeur van de Apenheul in het blad Natuur & Techniek iets over TU-onderzoek op het gebied van virtual reality had gelezen. De bouw van een nieuw gebouw voor orang-oetans was toen al van start gegaan, maar de Apenheul vreesde problemen bij de inrichting.
Schommel

Het computerprogramma van de studenten biedt de Apenheul ondersteuning bij de inrichting van de apenverblijven. ,,Wat zij nu maken komt er niet precies zo in. Voor ons is het vooral heel handig om te zien welke dingen niet op een bepaalde plek kunnen staan. Daarnaast waren we bijvoorbeeld van plan om een metalen schommel in een verblijf te hangen. Op de computer zagen we dat dat heel lelijk stond. Door deze testen kunnen we wildere ideeën uitproberen. Als je alles meteen in het echt maakt, neem je sneller het zekere voor het onzekere”, aldus Jens.

,,Het is leuk dat de resultaten van ons werk ook echt gebruikt worden. Dan ga je met meer enthousiasme aan het werk. Toen we de tweede keer in de Apenheul kwamen, hoorden we dat de tekeningen van onze eerste inrichtingssessie al gebruikt waren”, vertelt Leisink.

De Apenheul is al met de inrichting van het eerste verblijf begonnen, terwijl de ramen nog niet af zijn. Ze kunnen daar dus niet zien waar de bezoekers door de ramen kunnen kijken. Virtual reality was dus vooral nodig omdat er haast was geboden. Op 15 juli komen de orang-oetans uit Blijdorp al naar hun nieuwe verblijf.

Dat alles zo snel in de praktijk gebruikt werd, had ook een nadeel. In de Apenheul veranderden dingen zo snel dat de informaticastudenten wel eens met een verouderde bouwtekening aan de slag waren. ,,Als je net achter de bouw aanwerkt, zijn dit soort fouten niet te voorkomen”, meent Jens.

Het is de eerste keer dat een dierenpark gebruik maakt van virtual reality, denkt Jens. ,,Bij het inrichten van garages en supermarkten is het raar als je het niet gebruikt, maar in de dierentuinwereld is virtual reality nog onbekend.”

Orang-oetans op reis

Half juli gaan deze Orang oetans uit Blijdorp naar een nieuw, zeer modern verblijf op de Apenheul van zes meter hoog. Ze hoeven er niet op de grond te zitten, zoals in de meeste dierentuinen. De orang-oetans uit Blijdorp krijgen in de Apenheul gezelschap van een soortgenoot uit de dierentuin van Barcelona en één uit Studen, Zwitserland.

Orang-oetans zijn verschrikkelijk sterk, heel slim en geduldig. In het wild leven ze alleen. Biologen zijn nog in discussie over de vraag of dat evolutionair bepaald is of dat de dieren nooit in een groep leven omdat ze dan niet voldoende voedsel kunnen verzamelen.

In dierentuinen zijn ze tot nu toe altijd zoveel mogelijk bij elkaar gezet. In de Apenheul krijgen de dieren voor het eerst de keuze tussen samenleven of zich terugtrekken in een eigen verblijf. ,,Het is heel spannend om straks te zien of ze zich opslitsen of niet”, vertelt Warner Jens van de Apenheul.

,,Waar moeten we het tweede net ophangen?”, vraagt informaticastudent Hugo Leisink vanachter zijn computer aan Warner Jens van de Apenheul. Er staan inmiddels boomstammen in het apenverblijf en er hangt al een net. ,,Hang dat tweede net daar maar een beetje schuin in de hoek”, antwoordt Jens.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Leisink is een kwartier bezig om alle coördinaten in de computer in te voeren. Hij moet de vier uiteinden van het net in een driedimensionale ruimte aanbrengen, terwijl hij een tweedimensionaal computerscherm heeft. ,,Je weet nooit precies waar je muis zit”, klaagt Leisink.

In een virtuele inrichtingssessie testen Leisink en Jens of bezoekers van de Apenheul de apen in hun nieuwe gebouw nog wel kunnen zien. ,,De ramen krijgen namelijk een soort oerwoudlook, hier en daar benemen verfstrepen op de ruiten het zicht op de apen . Net als in het oerwoud moet je ergens tussendoor kijken. Achter zo’n kijkgat moet natuurlijk geen boom staan”, vertelt informaticastudent Jos Verhagen. Ook moeten speeltjes voor de aap goed in het zicht van de bezoeker komen te staan.
Slierten

Door de slierten op de ruiten kunnen de apen uit elkaars zicht blijven als ze in een ander verblijf zitten. Orang-oetans leven in de natuur namelijk niet in groepen, maar alleen. Het gebouw in de Apenheul bestaat daarom uit vier verblijven. De dieren kunnen zich terugtrekken in een eigen vertrek door via een drukknop een schuifdoor te openen. Ze kunnen zelfs de deur achter zich dicht doen.

Ramen gebruiken die maar van één kant doorzichtig zijn, is geen optie. ,,De dieren merken dan wel dat er mensen naar binnen komen, maar ze zien niets en weten dus niet precies wat er gebeurt. Hierdoor voelen ze zich minder veilig. De dieren willen weten wat er gebeurt”, vertelt Jens. Daarom werken geschilderde slierten op de ramen beter.

Na een half uur is Leisinks collega de klos achter de computer, want dat gepriegel met coördinaten vinden de studenten eigenlijk maar niks. De uitdaging zat hem vooral in het maken van een levensecht touw dat aan twee punten bevestigd is. ,,Een touw maken met een sinusvorm is wiskundig niet zo moeilijk, maar dat ziet er niet echt uit.” Om het touw wel de goede vorm te geven, bestaat het uit cilinders van verschillende lengte. De hoeken in de buigpunten tussen de cilinders worden opgevuld met bolletjes.

Bij de inrichting op de computer houden de studenten rekening met bevestigingspunten die al in het gebouw zijn aangebracht. Om die goed in het computerprogramma te krijgen hebben ze diepunten in de Apenheul gefotografeerd en opgemeten.
Architect

In het virtuele apenverblijf kun je door de muis te bewegen langs de ruiten lopen als persoon van 1.80 meter. Je ziet dan wat een persoon van die lengte ziet. Je kunt ook naar beneden of naar boven kijken. Dat is ook wel nodig, want de apenverblijven zijn zes meter hoog. En natuurlijk kun je ook een kinderlengte instellen.

Studenten van het vak multimedia hadden eerder al een driedimsionaal computermodel van het gebouw met de apenverblijven gemaakt. Leisink, Verhagen en De Roode deden de inrichting in het kader van het derdejaars practicum. Ze hebben zelf twee keer op de Apenheul rondgekeken. ,,Je moet toch een indruk krijgen van hoe het gebouw er in het echt uitziet”, vertelt Andries de Roode. ,,De meeste studenten moeten iets voor een bedrijf opzetten. Iets doen voor een dierenpark, daar denk je niet snel aan bij een derdejaars practicum.”

De studenten zijn ingeschakeld nadat de directeur van de Apenheul in het blad Natuur & Techniek iets over TU-onderzoek op het gebied van virtual reality had gelezen. De bouw van een nieuw gebouw voor orang-oetans was toen al van start gegaan, maar de Apenheul vreesde problemen bij de inrichting.
Schommel

Het computerprogramma van de studenten biedt de Apenheul ondersteuning bij de inrichting van de apenverblijven. ,,Wat zij nu maken komt er niet precies zo in. Voor ons is het vooral heel handig om te zien welke dingen niet op een bepaalde plek kunnen staan. Daarnaast waren we bijvoorbeeld van plan om een metalen schommel in een verblijf te hangen. Op de computer zagen we dat dat heel lelijk stond. Door deze testen kunnen we wildere ideeën uitproberen. Als je alles meteen in het echt maakt, neem je sneller het zekere voor het onzekere”, aldus Jens.

,,Het is leuk dat de resultaten van ons werk ook echt gebruikt worden. Dan ga je met meer enthousiasme aan het werk. Toen we de tweede keer in de Apenheul kwamen, hoorden we dat de tekeningen van onze eerste inrichtingssessie al gebruikt waren”, vertelt Leisink.

De Apenheul is al met de inrichting van het eerste verblijf begonnen, terwijl de ramen nog niet af zijn. Ze kunnen daar dus niet zien waar de bezoekers door de ramen kunnen kijken. Virtual reality was dus vooral nodig omdat er haast was geboden. Op 15 juli komen de orang-oetans uit Blijdorp al naar hun nieuwe verblijf.

Dat alles zo snel in de praktijk gebruikt werd, had ook een nadeel. In de Apenheul veranderden dingen zo snel dat de informaticastudenten wel eens met een verouderde bouwtekening aan de slag waren. ,,Als je net achter de bouw aanwerkt, zijn dit soort fouten niet te voorkomen”, meent Jens.

Het is de eerste keer dat een dierenpark gebruik maakt van virtual reality, denkt Jens. ,,Bij het inrichten van garages en supermarkten is het raar als je het niet gebruikt, maar in de dierentuinwereld is virtual reality nog onbekend.”

Orang-oetans op reis

Half juli gaan deze Orang oetans uit Blijdorp naar een nieuw, zeer modern verblijf op de Apenheul van zes meter hoog. Ze hoeven er niet op de grond te zitten, zoals in de meeste dierentuinen. De orang-oetans uit Blijdorp krijgen in de Apenheul gezelschap van een soortgenoot uit de dierentuin van Barcelona en één uit Studen, Zwitserland.

Orang-oetans zijn verschrikkelijk sterk, heel slim en geduldig. In het wild leven ze alleen. Biologen zijn nog in discussie over de vraag of dat evolutionair bepaald is of dat de dieren nooit in een groep leven omdat ze dan niet voldoende voedsel kunnen verzamelen.

In dierentuinen zijn ze tot nu toe altijd zoveel mogelijk bij elkaar gezet. In de Apenheul krijgen de dieren voor het eerst de keuze tussen samenleven of zich terugtrekken in een eigen verblijf. ,,Het is heel spannend om straks te zien of ze zich opslitsen of niet”, vertelt Warner Jens van de Apenheul.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.