Problemen met studentenwelzijn? Die lossen we op met goede voorlichting en best practices, staat in een beknopte tussenrapportage van de werkgroep studentenwelzijn.
Stress en onzekerheid onder studenten? Lange tijd kon minister Van Engelshoven verwijzen naar de werkgroep studentenwelzijn, waarin het probleem werd besproken door vertegenwoordigers van universiteiten, hogescholen, de studentenorganisaties en het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs.
Nu is er een ‘tussenrapportage’. Deze week werd die aan de minister overhandigd. Zij sprak er lovende woorden over, waarna een online programma volgde vol gesprekjes met studenten, docenten, bestuurders én een scherpe filosoof.
Corona
De coronacrisis gooide natuurlijk roet in het eten, dus er is misschien minder bereikt dan gehoopt. De werkgroep is vooral bezig met het ‘verkennen van bestuurlijk draagvlak’ en het uitwisselen van goede voorbeelden. Verder spreken de partijen af dat ze studenten beter gaan voorlichten.
Maar hoe zit het bijvoorbeeld met de financiële steun voor studenten die in de knel zitten en studievertraging oplopen? Dat ligt kennelijk gevoeliger. “De werkgroep deelt best practices binnen de ambitie: intensivering financiële ondersteuning”, staat in de rapportage.
“Er zitten zo veel stakeholders in deze werkgroep dat het echt een polderstuk is geworden”, vindt Dahran Çoban van het Interstedelijk Studenten Overleg, zelf één van die ‘stakeholders’. Veel zinnen zijn “nogal lief” geformuleerd, erkent ze.
Geen individueel probleem
Voor een grote doorbraak zal de werkgroep dus niet zorgen. Die is wel nodig, als je filosoof Toske Andreoli mag geloven. In het online symposium leverde Andreoli (schrijver van het boek De mooiste tijd van je leven?) fundamentele kritiek op de omgang van vooral universiteiten met studenten die problemen ervaren. Er is lang niet altijd sprake van een individueel probleem, is haar punt. Je kunt wel studentenpsychologen in dienst nemen en cursussen mindfulness geven, “maar ik denk dat het een beetje dweilen met de kraan open is”, zei ze. “Het is niet preventief.”
Het onderwijs moet zorgen dat alle studenten mee kunnen komen, meent ze, of ze nu een functiebeperking hebben of niet. Het is vooral belangrijk dat iemand het ziet als een student niet komt opdagen: “In het volwassen leven is dat heel normaal. Als een collega niet naar zijn werk komt, vragen we ernaar. Maar bij studenten gebeurt dat niet.”
De filosoof bekritiseerde het leenstelsel en het bindend studieadvies (bsa): die zouden ook voor stress zorgen. Rector Rutger Engels van de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar studenten in het eerste jaar in één klap al hun studiepunten moeten behalen, ontkende dat overigens. Dat zou niet uit de data blijken, wierp hij tegen, om vervolgens een ander onderwerp aan te snijden.
Doorn in het oog
Spelen het bsa en het leenstelsel inderdaad een rol in het studentenwelzijn? De werkgroep zegt er helemaal niets over in de voortgangsrapportage. “Dat is ons een doorn in het oog”, zegt ISO-voorzitter Çoban, “maar we blijven in gesprek. Ik denk wel dat er goede dingen uit de werkgroep komen. Het is een beetje hippe term, maar het uitwisselen van best practices op het gebied van studentenwelzijn helpt echt.”
En het bsa? En het leenstelsel? Daartegen trekken de studenten ook ten strijde, zegt Çoban, maar dan aan andere overlegtafels.
HOP, Bas Belleman
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.