Het is een roerige planeet waarop we wonen, vol bevingen, verschuivingen en verzakkingen. Dat betekent dat er werk aan de winkel is voor de ingenieur.
/strong>
De aarde is een troetelkindje. Daar leek het tijdens de Technologiedag tenminste op. Want de sprekers houden van de aarde. Stuk voor stuk. Ze kunnen haar niet uit hun hoofd zetten, willen alles van haar weten, maken foto’s vanuit alle perspectieven, en lachen om de onverwachte stuiptrekkingen. Kortom: ze zijn gefascineerd door alles wat zij doet.
Beven, schuiven of inzakken bijvoorbeeld. Het levert mooie illustraties op. Ir. Maarten Smits, adjunct-directeur van ingenieursbureau Fugro, toont tijdens zijn presentatie een auto die met twee wielen weggezonken is in een weiland en een huis in de Verenigde Staten dat scheef staat omdat de grond eronder is weggeschoven. ,,Grond consolideert, kruipt, vloeit, oxideert, zwelt, verkruimelt, scheurt en cementeert. Het meeste kunnen we voorspellen, maar nog niet alles.” En soms zijn de gevolgen zo fotogeniek dat het zonde zou zijn als het nooit meer voorkwam.
Toch streven de ingenieurs daar wel naar. Funderingen moeten zo stevig zijn dat ze de rare capriolen van de aarde kunnen opvangen. Altijd en overal. Smits toont twee plaatjes van windmolens. ,,De oude molens lijken op Sumoworstelaars: ze zetten zich schrap om de wind tegen te houden. Maar de nieuwe windmolens zijn rank en slank als een mannequin. Daarvoor is een andere fundering nodig.”
Om geen fouten te maken bij het funderen bekijken ingenieurs de aarde zoals een dokter zijn patiënt. Smits laat tijdens zijn presentatie bijvoorbeeld zien hoe zijn medewerkers een plaatje van de ondergrond kunnen maken zonder alles af te hoeven graven. Het is een soort kijkoperatie. Vanuit een vierkant busje, dat nog het meest op een auto voor geldtransport lijkt, wordt een dunne staaf de grond in geduwd. Door nauwkeurig te meten hoeveel weerstand de buis op welke diepte ondervindt ontstaat een plaatje van de ondergrond ter plaatse. Een vrij bekende methode: het heet sonderen.
Maar de mensheid verzint steeds grotere uitdagingen. Smits: ,,De offshore gaat steeds dieper. Een boorplatform op zeshonderd meter boven de zeebodem is geen uitzondering meer.” Die zeebodem werkt echter niet altijd goed mee. ,,Net als op land zijn er onder water ook instabiele hellingen, modderstromen, ondiep gas en moddervulkanen. Het is niet eenvoudig daar te bouwen.” Voor de diepe wateren ontwikkelde Fugro samen met Boeing een onderzeeër die metingen kan uitvoeren. Het apparaat levert gegevens over de zeebodem. En ook de grond in woestijnen en berggebieden is tegenwoordig te monitoren % met vliegtuigjes of satellieten.
Ondanks de technologische vooruitgang zal de grond altijd blijven verbazen. Honderd procent zekerheid is onmogelijk. ,,Omdat grond een natuurlijk product is kunnen over korte afstanden zeer grote veranderingen in de opbouw van de bodem zijn. Zelfs het uitgebreidste en modernste grondonderzoek is daarom nooit meer dan een beperkte steekproef met een geringe voorspellende kracht.” Een probleem hoeft dit volgens Smits niet te zijn: ,,Civielers vangen dit op met veiligheidsmarges in de constructies. Daardoor hoeft de ondergrond geen grote risicofactor te zijn.”
Het is een roerige planeet waarop we wonen, vol bevingen, verschuivingen en verzakkingen. Dat betekent dat er werk aan de winkel is voor de ingenieur.
De aarde is een troetelkindje. Daar leek het tijdens de Technologiedag tenminste op. Want de sprekers houden van de aarde. Stuk voor stuk. Ze kunnen haar niet uit hun hoofd zetten, willen alles van haar weten, maken foto’s vanuit alle perspectieven, en lachen om de onverwachte stuiptrekkingen. Kortom: ze zijn gefascineerd door alles wat zij doet.
Beven, schuiven of inzakken bijvoorbeeld. Het levert mooie illustraties op. Ir. Maarten Smits, adjunct-directeur van ingenieursbureau Fugro, toont tijdens zijn presentatie een auto die met twee wielen weggezonken is in een weiland en een huis in de Verenigde Staten dat scheef staat omdat de grond eronder is weggeschoven. ,,Grond consolideert, kruipt, vloeit, oxideert, zwelt, verkruimelt, scheurt en cementeert. Het meeste kunnen we voorspellen, maar nog niet alles.” En soms zijn de gevolgen zo fotogeniek dat het zonde zou zijn als het nooit meer voorkwam.
Toch streven de ingenieurs daar wel naar. Funderingen moeten zo stevig zijn dat ze de rare capriolen van de aarde kunnen opvangen. Altijd en overal. Smits toont twee plaatjes van windmolens. ,,De oude molens lijken op Sumoworstelaars: ze zetten zich schrap om de wind tegen te houden. Maar de nieuwe windmolens zijn rank en slank als een mannequin. Daarvoor is een andere fundering nodig.”
Om geen fouten te maken bij het funderen bekijken ingenieurs de aarde zoals een dokter zijn patiënt. Smits laat tijdens zijn presentatie bijvoorbeeld zien hoe zijn medewerkers een plaatje van de ondergrond kunnen maken zonder alles af te hoeven graven. Het is een soort kijkoperatie. Vanuit een vierkant busje, dat nog het meest op een auto voor geldtransport lijkt, wordt een dunne staaf de grond in geduwd. Door nauwkeurig te meten hoeveel weerstand de buis op welke diepte ondervindt ontstaat een plaatje van de ondergrond ter plaatse. Een vrij bekende methode: het heet sonderen.
Maar de mensheid verzint steeds grotere uitdagingen. Smits: ,,De offshore gaat steeds dieper. Een boorplatform op zeshonderd meter boven de zeebodem is geen uitzondering meer.” Die zeebodem werkt echter niet altijd goed mee. ,,Net als op land zijn er onder water ook instabiele hellingen, modderstromen, ondiep gas en moddervulkanen. Het is niet eenvoudig daar te bouwen.” Voor de diepe wateren ontwikkelde Fugro samen met Boeing een onderzeeër die metingen kan uitvoeren. Het apparaat levert gegevens over de zeebodem. En ook de grond in woestijnen en berggebieden is tegenwoordig te monitoren % met vliegtuigjes of satellieten.
Ondanks de technologische vooruitgang zal de grond altijd blijven verbazen. Honderd procent zekerheid is onmogelijk. ,,Omdat grond een natuurlijk product is kunnen over korte afstanden zeer grote veranderingen in de opbouw van de bodem zijn. Zelfs het uitgebreidste en modernste grondonderzoek is daarom nooit meer dan een beperkte steekproef met een geringe voorspellende kracht.” Een probleem hoeft dit volgens Smits niet te zijn: ,,Civielers vangen dit op met veiligheidsmarges in de constructies. Daardoor hoeft de ondergrond geen grote risicofactor te zijn.”
Comments are closed.