Campus

Overal weer andere regeltjes

Tentamenuitslagen, tempometers en roosters. De onderwijsadministraties zijn er om het leven van een student in goede banen te leiden. Maar zoals zo vaak aan de TU heeft iedere administratie haar eigen wiel uitgevonden.

Voor wie ooit twijfelde: studenten civiele techniek worden gediscrimineerd. Net als alle andere TU-studenten betalen ze hun collegegeld, maar voor dat bedrag krijgt een civieler geen studiegids met rooster en uitleg van de vakken. Die is te koop voor vijf gulden per studiejaar. En dat vindt zelfs het hoofd van de Civiel-onderwijsadministratie raar. Het is een voorbeeld van vreemde regels die her en der op de TU bestaan, en die blijkbaar nooit ter discussie worden gesteld. Of in de woorden van studentenombudsman drs. W.J.M. Knippenberg: ,,TU-studenten klagen zelden. Ze zijn véél te lief.”

Een rondgang langs alle onderwijsadministraties leert dat de TU op het gebied van regelgeving niks verschilt van een log orgaan als de Europese Unie. Zo zijn de regels over de ‘nakijktermijnen’ van tentamens zowat bij iedere opleiding anders. Heeft een docent bij Civiele Techniek nog drie weken de tijd om wat schrapkaarten in de computer in te voeren, zijn collega bij Scheikunde heeft na twee weken de onderwijsadministratie al aan de telefoon hangen. Gelukkig voor hem bestaan er nergens sancties voor docenten die structureel te laat tentamens nakijken, maar daar komt misschien verandering in. Te lang doen over het nakijken van tentamens kan over een paar jaar betekenen dat secties gekort worden op bijvoorbeeld buitenlandse reizen of nieuwe computers.

Drie weken nakijktijd lijkt zo’n beetje de norm. Bij de kleinere opleidingen is twee weken normaal. Klachten zijn er bij de kleine studies voornamelijk over wiskunde-vakken, waar de eigen administratie geen invloed op heeft.

Als alles is nagekeken, heeft de onderwijsadministratie vaak nog een week de tijd om cijfers bekend te maken.
Uitdraai

De uitdraai van een cijferlijst is bij bijna alle administraties ‘klaar terwijl u wacht’. Alleen als het druk is – en dat is het al snel in de pauze – is de cijferlijst pas de volgende dag op te halen. Een wachttijd van een dag is bij de administraties van Civiel en Werktuigbouw zelfs regel. De samengevoegde administratie van Informatietechnologie en Systemen (Elektro en TWI) maakt het het bontst. Deze heeft maar liefst een tot drie dagen nodig, omdat ze alleen op bepaalde dagen cijferlijsten uitdraait. Een Elektro-student weet wel hoe het zit: ,,De wiskunde-Miep op de onderwijsadministratie kan geen lijsten van Elektro-studenten uitdraaien.”

Over de hele linie gezien is de service op dit gebied op dit moment prima. Problemen ontstaan waarschijnlijk pas bij samenvoeging van onderwijsadministraties van geclusterde faculteiten.

Voordat hij een tentamen mag maken, moet een student zich eerst officieel inschrijven. Wiskunde en Informatica zijn hierin altijd al vooruitstrevend geweest. Inschrijven via de streepjescode op de collegekaart – een systeem dat zelfs nog toekomstmuziek is voor Technische Aardwetenschappen, Geodesie, Bouwkunde, Civiele Techniek en Scheikunde – is bij de geclusterde faculteit ITS inmiddels al vervangen door inschrijven-via-internet. Sinds vorig jaar oktober is dat zelfs de enige mogelijkheid van tentamen-inschrijving. In het begin ging het met dit automatische tentamen-aanmeldsysteem nog wel eens fout, maar inmiddels zijn alle kinderziektes de wereld uit.

Vorige week werd bekend dat alle TU-studenten zich na de zomer kunnen inschrijven voor tentamens met hun studenten-chipcard. Na zich een eerste keer te hebben aangemeld bij een speciale chipkaartlezer, kunnen de studenten zich met studienummer en wachtwoord via internet aanmelden.

Waarom toch al die verschillen? Ombudsman drs. W.J.M. Knippenberg weet het ook niet, maar heeft er volgens eigen zeggen wel veel mee te maken. Iedere keer dat een student naar de ombudsman stapt, moet deze alle regels per opleiding navlooien en dat is niet handig. Knippenberg pleit er dan ook voor om al die regeltjes van alle opleidingen gelijk te trekken, maar dat is een zeer moeizaam en langdurig proces.

Toch krijgt Knippenberg weinig klachten over de onderwijsadministraties, het blijft bij incidentele gevallen. Alleen bij Bouwkunde heeft studievereniging Stylos aangekaart dat tentamencijfers structureel veel te laat bekend zijn. Daar kon Knippenberg zijn tanden goed inzetten en dat heeft geholpen. Maar hij vindt het jammer dat er zo veel voornodig is voordat studenten er wat aan gaan doen. ,,Zoiets hoef je als docent bij MIT in Amerika niet te proberen. Daar staan de studenten meteen voor de deur van de dean als zoiets meer dan één keer gebeurt.” Knippenberg merkt wel dat studenten steeds mondiger worden als het om slechte onderwijsregelingen gaat.
Privacy

Op cijferlijsten is tegenwoordig altijd een combinatie te vinden van studienummer en resultaat. Redelijk anoniem dus. Aan het begin van vorig studiejaar was dat even anders. De onderwijsadministratie van Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek presenteerde op de eigen site lijsten met tentamenresultaten voorzien van studienummer én naam. Een ongewenste combinatie? Volgens E.P. van Luik van de onderwijsadministratie van WbMT is de situatie ‘per abuis’ ontstaan. Volgens hem werden de namen vroeger wel op de uistlagenlijstjes vermeld, maar is dat afgeschaft toen prins Johan Friso in Delft kwam studeren. ,,Toen die kwam moest ineens de privacy beschermd worden”, concludeert Van Luik. Maar volgens hem kun je via internet makkelijk achter het studienummer van een willekeurige student komen. Ombudsman Knippenberg deelt die mening en vindt daarom dat het slecht gesteld is met de privacy van TU-studenten. ,,Die privacy is tot het nulpunt gedaald. Een student die een beetje handig is met computers – en daar zijn er in Delft nogal wat van – achterhaalt zo lijsten met namen en studienummers.”

Een andere taak van de onderwijsadministratie is het verwerken van de course-evaluation-formulieren (CE). De meeste administraties besteden het beheer uit aan één persoon op de faculteit. CE-resultaten zijn bij die personen in te zien. Zo ook bij Natuurkunde, alhoewel: we mogen van dr. E. Lagendijk vermelden dat de CE ‘een zooitje is’. ,,Als vijf mensen hun formulier inleveren, waarvan drie blanco, dan kan ik toch geen oordeel vellen over een vak”, aldus Lagendijk. Daarom heeft hij een eigen TN-evaluatie ontwikkeld en die werkt volgens hem veel beter.

Internet: nog een lange weg te gaan

Bouwkunde-studenten kunnen met hun studienummer en wachtwoord hun eigen cijferlijst bekijken. Ook bij wiskunde staan de cijfers op het net dankzij studievereniging Christiaan Huygens. En het moet gezegd: het ziet er heel gelikt uit. Veel wiskunde-studenten noemen het een goed systeem waarvan ze regelmatig gebruik maken. Ook bij Natuurkunde draait dat systeem nu proef bij studievereniging Technische Physica.

Bij Elektrotechniek worden tentamenuitslagen niet eens meer opgehangen, maar zijn ze alleen nog te vinden op internet en in een map op de balie. ,,Met al die practica in het HLO-gebouw komen veel studenten niet meer in het Elektro-gebouw. Voor hen komen de uitslagen op internet dus goed uit”, aldus een woordvoerder van de Electrotechnische Vereeniging. Met deze lijsten wordt creatief omgesprongen. Een Elektro-student schreef een computerprogramma dat uit de algemene uitslagenlijsten voor iedere student een persoonlijke cijferlijst samenstelt. De onderwijsadministratie is ‘niet zo blij’ met deze actie, maar wil er verder niks over zeggen.

De meeste andere faculteiten hebben nog een lange weg te gaan op internet-gebied. Een minderheid van de onderwijsadministraties is op het net te vinden. En als er wel een site is, dan blijft de inhoud vaak steken bij onvolledige tentamenroosters of algemene informatie.

Zoals met zo veel voorzieningen kan de TU niet tippen aan de service van andere universiteiten, zoals bijvoorbeeld Twente. Door integratie van alle administraties kan iedere student daar op elk moment zijn of haar cijferlijst opvragen. Kom daar in Delft maar eens om.

,

Voor wie ooit twijfelde: studenten civiele techniek worden gediscrimineerd. Net als alle andere TU-studenten betalen ze hun collegegeld, maar voor dat bedrag krijgt een civieler geen studiegids met rooster en uitleg van de vakken. Die is te koop voor vijf gulden per studiejaar. En dat vindt zelfs het hoofd van de Civiel-onderwijsadministratie raar. Het is een voorbeeld van vreemde regels die her en der op de TU bestaan, en die blijkbaar nooit ter discussie worden gesteld. Of in de woorden van studentenombudsman drs. W.J.M. Knippenberg: ,,TU-studenten klagen zelden. Ze zijn véél te lief.”

Een rondgang langs alle onderwijsadministraties leert dat de TU op het gebied van regelgeving niks verschilt van een log orgaan als de Europese Unie. Zo zijn de regels over de ‘nakijktermijnen’ van tentamens zowat bij iedere opleiding anders. Heeft een docent bij Civiele Techniek nog drie weken de tijd om wat schrapkaarten in de computer in te voeren, zijn collega bij Scheikunde heeft na twee weken de onderwijsadministratie al aan de telefoon hangen. Gelukkig voor hem bestaan er nergens sancties voor docenten die structureel te laat tentamens nakijken, maar daar komt misschien verandering in. Te lang doen over het nakijken van tentamens kan over een paar jaar betekenen dat secties gekort worden op bijvoorbeeld buitenlandse reizen of nieuwe computers.

Drie weken nakijktijd lijkt zo’n beetje de norm. Bij de kleinere opleidingen is twee weken normaal. Klachten zijn er bij de kleine studies voornamelijk over wiskunde-vakken, waar de eigen administratie geen invloed op heeft.

Als alles is nagekeken, heeft de onderwijsadministratie vaak nog een week de tijd om cijfers bekend te maken.
Uitdraai

De uitdraai van een cijferlijst is bij bijna alle administraties ‘klaar terwijl u wacht’. Alleen als het druk is – en dat is het al snel in de pauze – is de cijferlijst pas de volgende dag op te halen. Een wachttijd van een dag is bij de administraties van Civiel en Werktuigbouw zelfs regel. De samengevoegde administratie van Informatietechnologie en Systemen (Elektro en TWI) maakt het het bontst. Deze heeft maar liefst een tot drie dagen nodig, omdat ze alleen op bepaalde dagen cijferlijsten uitdraait. Een Elektro-student weet wel hoe het zit: ,,De wiskunde-Miep op de onderwijsadministratie kan geen lijsten van Elektro-studenten uitdraaien.”

Over de hele linie gezien is de service op dit gebied op dit moment prima. Problemen ontstaan waarschijnlijk pas bij samenvoeging van onderwijsadministraties van geclusterde faculteiten.

Voordat hij een tentamen mag maken, moet een student zich eerst officieel inschrijven. Wiskunde en Informatica zijn hierin altijd al vooruitstrevend geweest. Inschrijven via de streepjescode op de collegekaart – een systeem dat zelfs nog toekomstmuziek is voor Technische Aardwetenschappen, Geodesie, Bouwkunde, Civiele Techniek en Scheikunde – is bij de geclusterde faculteit ITS inmiddels al vervangen door inschrijven-via-internet. Sinds vorig jaar oktober is dat zelfs de enige mogelijkheid van tentamen-inschrijving. In het begin ging het met dit automatische tentamen-aanmeldsysteem nog wel eens fout, maar inmiddels zijn alle kinderziektes de wereld uit.

Vorige week werd bekend dat alle TU-studenten zich na de zomer kunnen inschrijven voor tentamens met hun studenten-chipcard. Na zich een eerste keer te hebben aangemeld bij een speciale chipkaartlezer, kunnen de studenten zich met studienummer en wachtwoord via internet aanmelden.

Waarom toch al die verschillen? Ombudsman drs. W.J.M. Knippenberg weet het ook niet, maar heeft er volgens eigen zeggen wel veel mee te maken. Iedere keer dat een student naar de ombudsman stapt, moet deze alle regels per opleiding navlooien en dat is niet handig. Knippenberg pleit er dan ook voor om al die regeltjes van alle opleidingen gelijk te trekken, maar dat is een zeer moeizaam en langdurig proces.

Toch krijgt Knippenberg weinig klachten over de onderwijsadministraties, het blijft bij incidentele gevallen. Alleen bij Bouwkunde heeft studievereniging Stylos aangekaart dat tentamencijfers structureel veel te laat bekend zijn. Daar kon Knippenberg zijn tanden goed inzetten en dat heeft geholpen. Maar hij vindt het jammer dat er zo veel voornodig is voordat studenten er wat aan gaan doen. ,,Zoiets hoef je als docent bij MIT in Amerika niet te proberen. Daar staan de studenten meteen voor de deur van de dean als zoiets meer dan één keer gebeurt.” Knippenberg merkt wel dat studenten steeds mondiger worden als het om slechte onderwijsregelingen gaat.
Privacy

Op cijferlijsten is tegenwoordig altijd een combinatie te vinden van studienummer en resultaat. Redelijk anoniem dus. Aan het begin van vorig studiejaar was dat even anders. De onderwijsadministratie van Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek presenteerde op de eigen site lijsten met tentamenresultaten voorzien van studienummer én naam. Een ongewenste combinatie? Volgens E.P. van Luik van de onderwijsadministratie van WbMT is de situatie ‘per abuis’ ontstaan. Volgens hem werden de namen vroeger wel op de uistlagenlijstjes vermeld, maar is dat afgeschaft toen prins Johan Friso in Delft kwam studeren. ,,Toen die kwam moest ineens de privacy beschermd worden”, concludeert Van Luik. Maar volgens hem kun je via internet makkelijk achter het studienummer van een willekeurige student komen. Ombudsman Knippenberg deelt die mening en vindt daarom dat het slecht gesteld is met de privacy van TU-studenten. ,,Die privacy is tot het nulpunt gedaald. Een student die een beetje handig is met computers – en daar zijn er in Delft nogal wat van – achterhaalt zo lijsten met namen en studienummers.”

Een andere taak van de onderwijsadministratie is het verwerken van de course-evaluation-formulieren (CE). De meeste administraties besteden het beheer uit aan één persoon op de faculteit. CE-resultaten zijn bij die personen in te zien. Zo ook bij Natuurkunde, alhoewel: we mogen van dr. E. Lagendijk vermelden dat de CE ‘een zooitje is’. ,,Als vijf mensen hun formulier inleveren, waarvan drie blanco, dan kan ik toch geen oordeel vellen over een vak”, aldus Lagendijk. Daarom heeft hij een eigen TN-evaluatie ontwikkeld en die werkt volgens hem veel beter.

Internet: nog een lange weg te gaan

Bouwkunde-studenten kunnen met hun studienummer en wachtwoord hun eigen cijferlijst bekijken. Ook bij wiskunde staan de cijfers op het net dankzij studievereniging Christiaan Huygens. En het moet gezegd: het ziet er heel gelikt uit. Veel wiskunde-studenten noemen het een goed systeem waarvan ze regelmatig gebruik maken. Ook bij Natuurkunde draait dat systeem nu proef bij studievereniging Technische Physica.

Bij Elektrotechniek worden tentamenuitslagen niet eens meer opgehangen, maar zijn ze alleen nog te vinden op internet en in een map op de balie. ,,Met al die practica in het HLO-gebouw komen veel studenten niet meer in het Elektro-gebouw. Voor hen komen de uitslagen op internet dus goed uit”, aldus een woordvoerder van de Electrotechnische Vereeniging. Met deze lijsten wordt creatief omgesprongen. Een Elektro-student schreef een computerprogramma dat uit de algemene uitslagenlijsten voor iedere student een persoonlijke cijferlijst samenstelt. De onderwijsadministratie is ‘niet zo blij’ met deze actie, maar wil er verder niks over zeggen.

De meeste andere faculteiten hebben nog een lange weg te gaan op internet-gebied. Een minderheid van de onderwijsadministraties is op het net te vinden. En als er wel een site is, dan blijft de inhoud vaak steken bij onvolledige tentamenroosters of algemene informatie.

Zoals met zo veel voorzieningen kan de TU niet tippen aan de service van andere universiteiten, zoals bijvoorbeeld Twente. Door integratie van alle administraties kan iedere student daar op elk moment zijn of haar cijferlijst opvragen. Kom daar in Delft maar eens om.

Voor wie ooit twijfelde: studenten civiele techniek worden gediscrimineerd. Net als alle andere TU-studenten betalen ze hun collegegeld, maar voor dat bedrag krijgt een civieler geen studiegids met rooster en uitleg van de vakken. Die is te koop voor vijf gulden per studiejaar. En dat vindt zelfs het hoofd van de Civiel-onderwijsadministratie raar. Het is een voorbeeld van vreemde regels die her en der op de TU bestaan, en die blijkbaar nooit ter discussie worden gesteld. Of in de woorden van studentenombudsman drs. W.J.M. Knippenberg: ,,TU-studenten klagen zelden. Ze zijn véél te lief.”

Een rondgang langs alle onderwijsadministraties leert dat de TU op het gebied van regelgeving niks verschilt van een log orgaan als de Europese Unie. Zo zijn de regels over de ‘nakijktermijnen’ van tentamens zowat bij iedere opleiding anders. Heeft een docent bij Civiele Techniek nog drie weken de tijd om wat schrapkaarten in de computer in te voeren, zijn collega bij Scheikunde heeft na twee weken de onderwijsadministratie al aan de telefoon hangen. Gelukkig voor hem bestaan er nergens sancties voor docenten die structureel te laat tentamens nakijken, maar daar komt misschien verandering in. Te lang doen over het nakijken van tentamens kan over een paar jaar betekenen dat secties gekort worden op bijvoorbeeld buitenlandse reizen of nieuwe computers.

Drie weken nakijktijd lijkt zo’n beetje de norm. Bij de kleinere opleidingen is twee weken normaal. Klachten zijn er bij de kleine studies voornamelijk over wiskunde-vakken, waar de eigen administratie geen invloed op heeft.

Als alles is nagekeken, heeft de onderwijsadministratie vaak nog een week de tijd om cijfers bekend te maken.
Uitdraai

De uitdraai van een cijferlijst is bij bijna alle administraties ‘klaar terwijl u wacht’. Alleen als het druk is – en dat is het al snel in de pauze – is de cijferlijst pas de volgende dag op te halen. Een wachttijd van een dag is bij de administraties van Civiel en Werktuigbouw zelfs regel. De samengevoegde administratie van Informatietechnologie en Systemen (Elektro en TWI) maakt het het bontst. Deze heeft maar liefst een tot drie dagen nodig, omdat ze alleen op bepaalde dagen cijferlijsten uitdraait. Een Elektro-student weet wel hoe het zit: ,,De wiskunde-Miep op de onderwijsadministratie kan geen lijsten van Elektro-studenten uitdraaien.”

Over de hele linie gezien is de service op dit gebied op dit moment prima. Problemen ontstaan waarschijnlijk pas bij samenvoeging van onderwijsadministraties van geclusterde faculteiten.

Voordat hij een tentamen mag maken, moet een student zich eerst officieel inschrijven. Wiskunde en Informatica zijn hierin altijd al vooruitstrevend geweest. Inschrijven via de streepjescode op de collegekaart – een systeem dat zelfs nog toekomstmuziek is voor Technische Aardwetenschappen, Geodesie, Bouwkunde, Civiele Techniek en Scheikunde – is bij de geclusterde faculteit ITS inmiddels al vervangen door inschrijven-via-internet. Sinds vorig jaar oktober is dat zelfs de enige mogelijkheid van tentamen-inschrijving. In het begin ging het met dit automatische tentamen-aanmeldsysteem nog wel eens fout, maar inmiddels zijn alle kinderziektes de wereld uit.

Vorige week werd bekend dat alle TU-studenten zich na de zomer kunnen inschrijven voor tentamens met hun studenten-chipcard. Na zich een eerste keer te hebben aangemeld bij een speciale chipkaartlezer, kunnen de studenten zich met studienummer en wachtwoord via internet aanmelden.

Waarom toch al die verschillen? Ombudsman drs. W.J.M. Knippenberg weet het ook niet, maar heeft er volgens eigen zeggen wel veel mee te maken. Iedere keer dat een student naar de ombudsman stapt, moet deze alle regels per opleiding navlooien en dat is niet handig. Knippenberg pleit er dan ook voor om al die regeltjes van alle opleidingen gelijk te trekken, maar dat is een zeer moeizaam en langdurig proces.

Toch krijgt Knippenberg weinig klachten over de onderwijsadministraties, het blijft bij incidentele gevallen. Alleen bij Bouwkunde heeft studievereniging Stylos aangekaart dat tentamencijfers structureel veel te laat bekend zijn. Daar kon Knippenberg zijn tanden goed inzetten en dat heeft geholpen. Maar hij vindt het jammer dat er zo veel voornodig is voordat studenten er wat aan gaan doen. ,,Zoiets hoef je als docent bij MIT in Amerika niet te proberen. Daar staan de studenten meteen voor de deur van de dean als zoiets meer dan één keer gebeurt.” Knippenberg merkt wel dat studenten steeds mondiger worden als het om slechte onderwijsregelingen gaat.
Privacy

Op cijferlijsten is tegenwoordig altijd een combinatie te vinden van studienummer en resultaat. Redelijk anoniem dus. Aan het begin van vorig studiejaar was dat even anders. De onderwijsadministratie van Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek presenteerde op de eigen site lijsten met tentamenresultaten voorzien van studienummer én naam. Een ongewenste combinatie? Volgens E.P. van Luik van de onderwijsadministratie van WbMT is de situatie ‘per abuis’ ontstaan. Volgens hem werden de namen vroeger wel op de uistlagenlijstjes vermeld, maar is dat afgeschaft toen prins Johan Friso in Delft kwam studeren. ,,Toen die kwam moest ineens de privacy beschermd worden”, concludeert Van Luik. Maar volgens hem kun je via internet makkelijk achter het studienummer van een willekeurige student komen. Ombudsman Knippenberg deelt die mening en vindt daarom dat het slecht gesteld is met de privacy van TU-studenten. ,,Die privacy is tot het nulpunt gedaald. Een student die een beetje handig is met computers – en daar zijn er in Delft nogal wat van – achterhaalt zo lijsten met namen en studienummers.”

Een andere taak van de onderwijsadministratie is het verwerken van de course-evaluation-formulieren (CE). De meeste administraties besteden het beheer uit aan één persoon op de faculteit. CE-resultaten zijn bij die personen in te zien. Zo ook bij Natuurkunde, alhoewel: we mogen van dr. E. Lagendijk vermelden dat de CE ‘een zooitje is’. ,,Als vijf mensen hun formulier inleveren, waarvan drie blanco, dan kan ik toch geen oordeel vellen over een vak”, aldus Lagendijk. Daarom heeft hij een eigen TN-evaluatie ontwikkeld en die werkt volgens hem veel beter.

Internet: nog een lange weg te gaan

Bouwkunde-studenten kunnen met hun studienummer en wachtwoord hun eigen cijferlijst bekijken. Ook bij wiskunde staan de cijfers op het net dankzij studievereniging Christiaan Huygens. En het moet gezegd: het ziet er heel gelikt uit. Veel wiskunde-studenten noemen het een goed systeem waarvan ze regelmatig gebruik maken. Ook bij Natuurkunde draait dat systeem nu proef bij studievereniging Technische Physica.

Bij Elektrotechniek worden tentamenuitslagen niet eens meer opgehangen, maar zijn ze alleen nog te vinden op internet en in een map op de balie. ,,Met al die practica in het HLO-gebouw komen veel studenten niet meer in het Elektro-gebouw. Voor hen komen de uitslagen op internet dus goed uit”, aldus een woordvoerder van de Electrotechnische Vereeniging. Met deze lijsten wordt creatief omgesprongen. Een Elektro-student schreef een computerprogramma dat uit de algemene uitslagenlijsten voor iedere student een persoonlijke cijferlijst samenstelt. De onderwijsadministratie is ‘niet zo blij’ met deze actie, maar wil er verder niks over zeggen.

De meeste andere faculteiten hebben nog een lange weg te gaan op internet-gebied. Een minderheid van de onderwijsadministraties is op het net te vinden. En als er wel een site is, dan blijft de inhoud vaak steken bij onvolledige tentamenroosters of algemene informatie.

Zoals met zo veel voorzieningen kan de TU niet tippen aan de service van andere universiteiten, zoals bijvoorbeeld Twente. Door integratie van alle administraties kan iedere student daar op elk moment zijn of haar cijferlijst opvragen. Kom daar in Delft maar eens om.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.