Onderwijs

Ouders kunnen rustig slapen

De kennismakingstijd is een spannende en vermoeiende periode voor nieuwe studenten. Om te zorgen dat het een leuke tijd blijft, waakt de Adviescommissie Introductietijden Delft (AID) ervoor dat geen excessen plaatsvinden.

/strong>

Het initiatief voor de instelling van de AID kwam uit studentenkringen. Enkele andere universiteiten hadden al een dergelijke commissie en daarom vond de VeRa (Verenigingsraad) het een goed idee als in Delft ook iets dergelijks zou komen. Het doel is om zorg te dragen voor een verantwoorde introductieperiode en calamiteiten te voorkomen die afgelopen jaren wel eens een tragische afloop hadden.

De AID startte haar werkzaamheden in het voorjaar van 2000. Voorzitter is Wim van Donselaar, huisarts en directeur van de Studentengezondheidszorg (SGZ). ,,Het is niet zo dat er daarvoor helemaal niets in Delft gebeurde. Wij organiseerden al voorlichtingsbijeenkomsten met artsen en psychologen en Ehbo-cursussen voor de leden van de introductiecommissies. Daarnaast was het ook de gewoonte dat wij globaal naar de programma’s van de verenigingen keken. Nieuw is dat wij sinds 2000 voortaan richtlijnen hanteren waaraan een verantwoord introductieprogramma moet voldoen.”

Voor de introductie 2001/2002 bespraken de VeRa en de AID in april de algemene zaken en de richtlijnen van de AID. Deze richtlijnen werden vervolgens aan alle verenigingen toegezonden, met het verzoek de programma’s hieraan te conformeren. De programma’s werden in juni door de commissie beoordeeld en daarna met de verenigingen doorgesproken. Eventueel werden er nog aanpassingen geadviseerd.

Uiteindelijk werden alle programma’s goedgekeurd. ,,De verenigingen zijn niet verplicht hun introductieprogramma aan ons voor te leggen. Doen ze dat wel, dan nemen wij een deel van de verantwoordelijkheid op ons”, aldus Van Donselaar. ,,Als bijvoorbeeld nekkramp optreedt dan kan de vereniging door te verwijzen naar onze richtlijnen, aantonen dat zij alles in het werk heeft gesteld om de risico’s zou klein mogelijk te houden. Wij zullen in dat geval, indien nodig, ook de contacten met de pers onderhouden.”

Grenzen

Wat zijn nu de risico’s tijdens de introductie? Volgens Donselaar is het grootste gevaar dat studenten door verminderde weerstand infectieziekten oplopen.

,,Slaapgebrek is bijvoorbeeld funest voor het afweermechanisme. Wij hebben daarom vastgelegd dat de nieuwe leden de eerste week minimaal zes uur en de tweede minimaal zeven uur moeten kunnen slapen. Verder adviseren wij bij de voedselbereiding de nodige hygiënische maatregelen in acht te nemen. Zwemmen in oppervlaktewater zien wij liever niet en wij ontraden dat grotegroepen meerdere nachten bij elkaar moeten slapen.”

Dat laatste heeft het besmettingsgevaar als achtergrond. Het risico van de overdracht van infectieziekten is veel groter als mensen met een verminderde afweer langere tijd in ruimten bij elkaar slapen. Deze richtlijn over ‘groepsslapen’ betekende een forse aanpassing van het programma van een paar verenigingen. ,,Natuurlijk vonden ze dat jammer, maar ze begrepen de achterliggende reden en hebben hun programma aangepast”, aldus Van Donselaar.

Het is niet zo dat er over de richtlijnen niet gepraat kan worden, aldus Donselaar. ,,Een vereniging heeft een introductieprogramma voor een paar dagen en vroeg of voor het onderdeel slaaptijd een uitzondering gemaakt kon worden. Wij zijn daarmee akkoord gegaan en hebben de eis van minimaal zes uur versoepeld.”

Het ene individu loopt een groter gezondheidsrisico dan een ander. Ook daarmee houdt de AID rekening. Om hier inzicht in te krijgen vullen de studenten voor de kennismakingstijd een medisch formulier in. ,,Afgesproken is dat bepaalde groepen, die bijvoorbeeld chronisch ziek zijn, een aangepast introductieprogramma krijgen. Vaak verzwegen mensen dat zij diabetes of epilepsie hadden uit angst geen lid te kunnen worden.”

Gedurende de introductie komen de commissies dagelijks langs met de zieken. ,,Afgesproken is, dat als wij vinden dat iemand tijdelijk of definitief moet stoppen met de introductie, daar geen discussie over is en voor hen een regeling komt. Ook studenten die tijdens de introductie ziek worden, blijven maar doorgaan omdat zij graag bij een vereniging willen aansluiten. Wij willen voorkomen dat jongeren over hun grenzen gaan en zichzelf in gevaar brengen.”

Sportveld

Leden van introductiecommissies volgen een Ehbo-cursus en krijgen voorlichting van een psycholoog over het herkennen van psychische problemen. ,,Ze moeten kunnen zien wanneer het voor iemand echt te veel wordt. Ontgroening kan iets heel naars in ouderejaars losmaken en soms tonen ze grensoverschrijdend gedrag. Het is belangrijk dat de introductiecommissies op tijd weten in te grijpen”, zegt de huisarts.

Overigens heeft Donselaar bewondering voor de besturen en commissieleden. ,,Zij moeten een ander ontgroeningsprogramma binnen een vereniging naar hun leden verdedigen. Dat is niet altijd even eenvoudig. Wel heb ik de indruk dat de acceptatie van de richtlijnen dit jaar al beter is dan vorig jaar.”

Donselaar heeft vertrouwen in deze introductieweken omdat de verenigingen zich zo goed mogelijk hebben voorbereid. ,,Natuurlijk kun je incidenten nooit helemaal uitsluiten. Ik zeg wel eens % en dat wordt mij niet altijd in dank afgenomen % dat op een gemiddelde zondag op het sportveld % ook wel het een en ander misgaat.”

De kennismakingstijd is een spannende en vermoeiende periode voor nieuwe studenten. Om te zorgen dat het een leuke tijd blijft, waakt de Adviescommissie Introductietijden Delft (AID) ervoor dat geen excessen plaatsvinden.

Het initiatief voor de instelling van de AID kwam uit studentenkringen. Enkele andere universiteiten hadden al een dergelijke commissie en daarom vond de VeRa (Verenigingsraad) het een goed idee als in Delft ook iets dergelijks zou komen. Het doel is om zorg te dragen voor een verantwoorde introductieperiode en calamiteiten te voorkomen die afgelopen jaren wel eens een tragische afloop hadden.

De AID startte haar werkzaamheden in het voorjaar van 2000. Voorzitter is Wim van Donselaar, huisarts en directeur van de Studentengezondheidszorg (SGZ). ,,Het is niet zo dat er daarvoor helemaal niets in Delft gebeurde. Wij organiseerden al voorlichtingsbijeenkomsten met artsen en psychologen en Ehbo-cursussen voor de leden van de introductiecommissies. Daarnaast was het ook de gewoonte dat wij globaal naar de programma’s van de verenigingen keken. Nieuw is dat wij sinds 2000 voortaan richtlijnen hanteren waaraan een verantwoord introductieprogramma moet voldoen.”

Voor de introductie 2001/2002 bespraken de VeRa en de AID in april de algemene zaken en de richtlijnen van de AID. Deze richtlijnen werden vervolgens aan alle verenigingen toegezonden, met het verzoek de programma’s hieraan te conformeren. De programma’s werden in juni door de commissie beoordeeld en daarna met de verenigingen doorgesproken. Eventueel werden er nog aanpassingen geadviseerd.

Uiteindelijk werden alle programma’s goedgekeurd. ,,De verenigingen zijn niet verplicht hun introductieprogramma aan ons voor te leggen. Doen ze dat wel, dan nemen wij een deel van de verantwoordelijkheid op ons”, aldus Van Donselaar. ,,Als bijvoorbeeld nekkramp optreedt dan kan de vereniging door te verwijzen naar onze richtlijnen, aantonen dat zij alles in het werk heeft gesteld om de risico’s zou klein mogelijk te houden. Wij zullen in dat geval, indien nodig, ook de contacten met de pers onderhouden.”

Grenzen

Wat zijn nu de risico’s tijdens de introductie? Volgens Donselaar is het grootste gevaar dat studenten door verminderde weerstand infectieziekten oplopen.

,,Slaapgebrek is bijvoorbeeld funest voor het afweermechanisme. Wij hebben daarom vastgelegd dat de nieuwe leden de eerste week minimaal zes uur en de tweede minimaal zeven uur moeten kunnen slapen. Verder adviseren wij bij de voedselbereiding de nodige hygiënische maatregelen in acht te nemen. Zwemmen in oppervlaktewater zien wij liever niet en wij ontraden dat grotegroepen meerdere nachten bij elkaar moeten slapen.”

Dat laatste heeft het besmettingsgevaar als achtergrond. Het risico van de overdracht van infectieziekten is veel groter als mensen met een verminderde afweer langere tijd in ruimten bij elkaar slapen. Deze richtlijn over ‘groepsslapen’ betekende een forse aanpassing van het programma van een paar verenigingen. ,,Natuurlijk vonden ze dat jammer, maar ze begrepen de achterliggende reden en hebben hun programma aangepast”, aldus Van Donselaar.

Het is niet zo dat er over de richtlijnen niet gepraat kan worden, aldus Donselaar. ,,Een vereniging heeft een introductieprogramma voor een paar dagen en vroeg of voor het onderdeel slaaptijd een uitzondering gemaakt kon worden. Wij zijn daarmee akkoord gegaan en hebben de eis van minimaal zes uur versoepeld.”

Het ene individu loopt een groter gezondheidsrisico dan een ander. Ook daarmee houdt de AID rekening. Om hier inzicht in te krijgen vullen de studenten voor de kennismakingstijd een medisch formulier in. ,,Afgesproken is dat bepaalde groepen, die bijvoorbeeld chronisch ziek zijn, een aangepast introductieprogramma krijgen. Vaak verzwegen mensen dat zij diabetes of epilepsie hadden uit angst geen lid te kunnen worden.”

Gedurende de introductie komen de commissies dagelijks langs met de zieken. ,,Afgesproken is, dat als wij vinden dat iemand tijdelijk of definitief moet stoppen met de introductie, daar geen discussie over is en voor hen een regeling komt. Ook studenten die tijdens de introductie ziek worden, blijven maar doorgaan omdat zij graag bij een vereniging willen aansluiten. Wij willen voorkomen dat jongeren over hun grenzen gaan en zichzelf in gevaar brengen.”

Sportveld

Leden van introductiecommissies volgen een Ehbo-cursus en krijgen voorlichting van een psycholoog over het herkennen van psychische problemen. ,,Ze moeten kunnen zien wanneer het voor iemand echt te veel wordt. Ontgroening kan iets heel naars in ouderejaars losmaken en soms tonen ze grensoverschrijdend gedrag. Het is belangrijk dat de introductiecommissies op tijd weten in te grijpen”, zegt de huisarts.

Overigens heeft Donselaar bewondering voor de besturen en commissieleden. ,,Zij moeten een ander ontgroeningsprogramma binnen een vereniging naar hun leden verdedigen. Dat is niet altijd even eenvoudig. Wel heb ik de indruk dat de acceptatie van de richtlijnen dit jaar al beter is dan vorig jaar.”

Donselaar heeft vertrouwen in deze introductieweken omdat de verenigingen zich zo goed mogelijk hebben voorbereid. ,,Natuurlijk kun je incidenten nooit helemaal uitsluiten. Ik zeg wel eens % en dat wordt mij niet altijd in dank afgenomen % dat op een gemiddelde zondag op het sportveld % ook wel het een en ander misgaat.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.