Onderwijs

Oud-studenten willen liefst contact met eigen faculteit

Alumni willen vooral contact met de TU als dat persoonlijk of zakelijk nut heeft. Activiteiten van de ‘oude’ studierichting hebben de voorkeur, zo blijkt uit onderzoek.

br />
De TU stelt prijs op een goed contact met haar alumni. Hiervoor heeft de universiteit goede redenen volgens Wim Pieters, coördinator alumnibeleid: ,,Ze zijn onze ambassadeurs in de maatschappij, onze steunpunten bij overheden en bedrijfsleven. Tegelijkertijd zijn ze voor de TU een belangrijke bron van informatie. Via hen kunnen wij ons op de hoogte houden van de maatschappelijke wensen voor het technisch universitair onderwijs.”

De vraag was alleen: op welke manier willen de alumni contact houden met de TU? Om dat uit te zoeken heeft een werkgroep diepte-interviews gehouden met een groep alumni. Daarnaast is er in oktober een schriftelijke enquête verricht in samenwerking met het onderzoeksbureau Intomart.

De conclusies hiervan luiden: activiteiten die goedkoop zijn en het persoonlijk en zakelijk nut dienen, scoren hoog. Laag scoren bijvoorbeeld activiteiten die veel tijd kosten. Een uitzondering is de Technologiedag; de belangstelling hiervoor bedraagt 44 procent.

Slechts 15 procent van de respondenten kiest voor TU-centraal georganiseerde activiteiten. De helft geeft de voorkeur aan een studierichting-georiënteerde organisatie. De overige 30 procent maakt het niet uit of de activiteiten centraal of per faculteit worden georganiseerd.
Interesse

Voor het onderzoek zijn ruim 1200 enquêtes verstuurd. Pieters: ,,Door 454 mensen zijn de vragenlijsten teruggestuurd. Een uitstekend resultaat. Van de respondenten is – en dat zal niemand verbazen – het overgrote deel man, negentig procent. De steekproef is redelijk verdeeld over de leeftijdsgroepen. Van de groep tot 29 jaar reageerde 22 procent, 45 procent van de reacties was afkomstig van de leeftijdscategorie 30-49 jaar en 33 procent kwam van de 55+-groep.”

Worden de respondenten ingedeeld per studierichting dan blijkt dat vooral oud-studenten van Civiele Techniek, Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Bouwkunde hebben gereageerd.


1 De eerste drie staven laten zien hoeveel procent van de oud-studenten lid wil worden van een alumni-vereniging; de overige vier geven de voorkeur aan voor de inrichting van de vereniging.

Een belangrijke vraag was uiteraard of de alumni überhaupt geïnteresseerd zijn in het onderhouden van contact met de TU. Van de ondervraagden toonde bijna de helft zich geïnteresseerd. Ruim 41 procent heeft enige interesse en de rest heeft weinig tot geen behoefte aan contact met de TU.

Overigens bleek uit deze steekproef dat driekwart van de respondenten nog contact heeft met afgestudeerden of gepromoveerden uit hun studietijd. Van de rest gaf een aanzienlijk deel wel belangstelling te hebben in het’opfrissen’ van de contacten.

Pieters: ,,Deze groep is interessant voor ons. De TU kan een rol spelen in het herstellen van oude contacten.”

Met de docenten onderhoudt eenderde van de alumni nog contact. Van de overige 67 procent heeft 30 procent belangstelling voor eventueel herstel van deze contacten.
Activiteiten

De ondervraagden konden hun mening geven over zestien activiteiten en voorzieningen waarmee het contact tussen de TU en de alumni geïntensiveerd kan worden. Vier hiervan hebben de voorkeur van 56 procent van de respondenten. Deze zijn: de gratis bibliotheek, het leggen van contacten tussen studenten en bedrijven, het organiseren van congressen en symposia en het regelen van stageplaatsen. Weinig belangstelling was er voor regionale bijeenkomsten en de oprichting van een alumni-sociëteit.

Volgens Pieters moet er nagedacht worden over de organisatie van alumni-activiteiten. Een groot deel van de respondenten geeft de voorkeur aan activiteiten georganiseerd door hun oude faculteit. ,,Je zou kunnen overwegen alumni-organisaties per faculteit te stimuleren en daar TU-breed verbanden tussen aan te brengen.”

Belangstelling voor alumnivereniging

Alumni willen vooral contact met de TU als dat persoonlijk of zakelijk nut heeft. Activiteiten van de ‘oude’ studierichting hebben de voorkeur, zo blijkt uit onderzoek.

De TU stelt prijs op een goed contact met haar alumni. Hiervoor heeft de universiteit goede redenen volgens Wim Pieters, coördinator alumnibeleid: ,,Ze zijn onze ambassadeurs in de maatschappij, onze steunpunten bij overheden en bedrijfsleven. Tegelijkertijd zijn ze voor de TU een belangrijke bron van informatie. Via hen kunnen wij ons op de hoogte houden van de maatschappelijke wensen voor het technisch universitair onderwijs.”

De vraag was alleen: op welke manier willen de alumni contact houden met de TU? Om dat uit te zoeken heeft een werkgroep diepte-interviews gehouden met een groep alumni. Daarnaast is er in oktober een schriftelijke enquête verricht in samenwerking met het onderzoeksbureau Intomart.

De conclusies hiervan luiden: activiteiten die goedkoop zijn en het persoonlijk en zakelijk nut dienen, scoren hoog. Laag scoren bijvoorbeeld activiteiten die veel tijd kosten. Een uitzondering is de Technologiedag; de belangstelling hiervoor bedraagt 44 procent.

Slechts 15 procent van de respondenten kiest voor TU-centraal georganiseerde activiteiten. De helft geeft de voorkeur aan een studierichting-georiënteerde organisatie. De overige 30 procent maakt het niet uit of de activiteiten centraal of per faculteit worden georganiseerd.
Interesse

Voor het onderzoek zijn ruim 1200 enquêtes verstuurd. Pieters: ,,Door 454 mensen zijn de vragenlijsten teruggestuurd. Een uitstekend resultaat. Van de respondenten is – en dat zal niemand verbazen – het overgrote deel man, negentig procent. De steekproef is redelijk verdeeld over de leeftijdsgroepen. Van de groep tot 29 jaar reageerde 22 procent, 45 procent van de reacties was afkomstig van de leeftijdscategorie 30-49 jaar en 33 procent kwam van de 55+-groep.”

Worden de respondenten ingedeeld per studierichting dan blijkt dat vooral oud-studenten van Civiele Techniek, Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Bouwkunde hebben gereageerd.


1 De eerste drie staven laten zien hoeveel procent van de oud-studenten lid wil worden van een alumni-vereniging; de overige vier geven de voorkeur aan voor de inrichting van de vereniging.

Een belangrijke vraag was uiteraard of de alumni überhaupt geïnteresseerd zijn in het onderhouden van contact met de TU. Van de ondervraagden toonde bijna de helft zich geïnteresseerd. Ruim 41 procent heeft enige interesse en de rest heeft weinig tot geen behoefte aan contact met de TU.

Overigens bleek uit deze steekproef dat driekwart van de respondenten nog contact heeft met afgestudeerden of gepromoveerden uit hun studietijd. Van de rest gaf een aanzienlijk deel wel belangstelling te hebben in het’opfrissen’ van de contacten.

Pieters: ,,Deze groep is interessant voor ons. De TU kan een rol spelen in het herstellen van oude contacten.”

Met de docenten onderhoudt eenderde van de alumni nog contact. Van de overige 67 procent heeft 30 procent belangstelling voor eventueel herstel van deze contacten.
Activiteiten

De ondervraagden konden hun mening geven over zestien activiteiten en voorzieningen waarmee het contact tussen de TU en de alumni geïntensiveerd kan worden. Vier hiervan hebben de voorkeur van 56 procent van de respondenten. Deze zijn: de gratis bibliotheek, het leggen van contacten tussen studenten en bedrijven, het organiseren van congressen en symposia en het regelen van stageplaatsen. Weinig belangstelling was er voor regionale bijeenkomsten en de oprichting van een alumni-sociëteit.

Volgens Pieters moet er nagedacht worden over de organisatie van alumni-activiteiten. Een groot deel van de respondenten geeft de voorkeur aan activiteiten georganiseerd door hun oude faculteit. ,,Je zou kunnen overwegen alumni-organisaties per faculteit te stimuleren en daar TU-breed verbanden tussen aan te brengen.”

Belangstelling voor alumnivereniging

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.