Campus

Ortners Universum

Het is donker van binnen, helder van buiten en gaat heel lang mee. Rara, wat is dat? Ortner wist het niet. Een winegum misschien? Een zuurtje waar je de folie vergeten hebt af te halen? Een echt overtuigend antwoord wilde niet in hem opkomen. Geen probleem; dan verzon hij wel een ander raadsel.

Het is donker van binnen, helder van buiten en gaat heel lang mee. Rara, wat is dat? Ortner wist het niet. Een winegum misschien? Een zuurtje waar je de folie vergeten hebt af te halen? Een echt overtuigend antwoord wilde niet in hem opkomen. Geen probleem; dan verzon hij wel een ander raadsel.

Ortner pakte een tijdschrift op, sloeg de bladzijde om en legde hem terug op de glazen plaat van het kopieerapparaat. Eens even denken. Het is groen en het zingt? Te flauw. Wat verdwijnt als je het nadert? Dat was een leuke. Als hij daar een antwoord op kon verzinnen, had hij een goed raadsel bedacht.

Hij tilde het tijdschrift op, draaide een bladzijde om en legde hem terug op het apparaat. Met een mengeling van trots en weerzin keek hij naar de stapel boeken en bladen die naast het apparaat lagen: wat een prachtige reader zou dat opleveren! En wat een werk om dat allemaal te moeten kopiëren. Gelukkig kon hij zichzelf vermaken met zijn raadspelletje. Wat verdwijnt als je het nadert? Misschien een droom: die lost in het niets op als je hem probeert te herinneren.

Ortner pakte het tijdschrift op, sloeg de bladzijde om en legde het terug op de glasplaat. Achter zich hoorde hij het geschuifel van voeten. Een klein mannetje met grijze bakkebaarden en een spencertje maakte een ongeduldig dansje op de plaats. Voor zijn borst hield hij een muf uitziend boek met stoffen kaft.

,,Ik hoef maar één bladzijde”, meldde hij hoopvol.

,,Dan boft u niet, want ik moet er nog minstens tweehonderd.”

Ortner wees naar de stapel naast het kopieerapparaat. ,,Ik blijf hier de hele dag bezig. Maar als u wilt wachten, kunt u mij misschien het antwoord geven op de volgende vraag: wat verdwijnt als je het nadert?”

De man schudde zijn hoofd en liep weg. Ortner pakte het tijdschrift op, klapte het dicht en pakte het volgende boek. Waar zat het memoblaadje?

,,Meneer, bent u nog lang bezig?”

Het meisje vertrouwde op het effect van haar glimlach, zag Ortner.

,,Wat is lang? En wat verdwijnt als je het nadert?”

,, De horizon. ”

Op zo’n ad rem antwoord had Ortner niet gerekend. Hij draaide zich om, pakte het boek op en sloeg een bladzijde om. Peinzend keek hij naar het bedieningspaneel. De horizon, dat had hij niet kunnen bedenken. Hij draaide zich weer terug.

,,Nee, ik ben het er niet mee eens. De horizon blijft. Hij verandert, er zijn andere dingen te zien, maar hij verdwijnt niet. Ik ben hier voorlopig nog niet klaar, trouwens.”

Het meisje droop af. Ortner pakte het boek onder het deksel vandaan, draaide een bladzijde om en drukte op de knop. Verdikkeme, dacht hij, ik lijk wel een robot. Eerst het boek op de glasplaat leggen, dan pas op de knop drukken! Uit het apparaat klonk een schelle pieptoon; de kopieerkaart werd uitgespuugd. Ook dat nog! Ortner rende naar de balie enzwaaide met zijn lege kaart. De mevrouw op de lage bureaustoel nam een eeuwigheid de tijd om overeind te komen. Schiet op, dacht Ortner, anders wordt mijn machine ingepikt.

,,Twee kaarten van vijfentwintig gulden graag.”

,,Die heb ik niet meer. Dat worden er tien van vijf.”

In een perfecte slowmotion legde ze de kaarten uit. Uit zijn ooghoeken zag Ortner een klein mannetje met grijze bakkebaarden in de richting van het kopieerapparaat lopen. Hij snaaide de kopieerkaarten van de balie en trok een sprint. Terwijl het mannetje het deksel van het apparaat lichtte, duwde Ortner een kaart in de gleuf. Gered! Met geveinsde vanzelfsprekendheid legde hij een tijdschrift op de glasplaat. Beminnelijk keek hij de man aan: ,,Ik ben bijna op de helft.”

Het werkte. De man stopte zijn stoffige boek weer onder de arm en slofte weg. Ortner controleerde de laatste kopie die hij gemaakt had. Hij schrok. Hij keek om zich heen; wie was er in de buurt geweest? Ortner had niemand gezien. Dit was een echt raadsel: wie had deze brief op zijn stapel kopieën gelegd? Grote letters bevalen: ,,Voorzichtig! Klep dicht! Geen ruggen breken!”

Het zweet brak Ortner uit. Was dit een waarschuwing of een dreigbrief?
Blikskater

Het is donker van binnen, helder van buiten en gaat heel lang mee. Rara, wat is dat? Ortner wist het niet. Een winegum misschien? Een zuurtje waar je de folie vergeten hebt af te halen? Een echt overtuigend antwoord wilde niet in hem opkomen. Geen probleem; dan verzon hij wel een ander raadsel.

Ortner pakte een tijdschrift op, sloeg de bladzijde om en legde hem terug op de glazen plaat van het kopieerapparaat. Eens even denken. Het is groen en het zingt? Te flauw. Wat verdwijnt als je het nadert? Dat was een leuke. Als hij daar een antwoord op kon verzinnen, had hij een goed raadsel bedacht.

Hij tilde het tijdschrift op, draaide een bladzijde om en legde hem terug op het apparaat. Met een mengeling van trots en weerzin keek hij naar de stapel boeken en bladen die naast het apparaat lagen: wat een prachtige reader zou dat opleveren! En wat een werk om dat allemaal te moeten kopiëren. Gelukkig kon hij zichzelf vermaken met zijn raadspelletje. Wat verdwijnt als je het nadert? Misschien een droom: die lost in het niets op als je hem probeert te herinneren.

Ortner pakte het tijdschrift op, sloeg de bladzijde om en legde het terug op de glasplaat. Achter zich hoorde hij het geschuifel van voeten. Een klein mannetje met grijze bakkebaarden en een spencertje maakte een ongeduldig dansje op de plaats. Voor zijn borst hield hij een muf uitziend boek met stoffen kaft.

,,Ik hoef maar één bladzijde”, meldde hij hoopvol.

,,Dan boft u niet, want ik moet er nog minstens tweehonderd.”

Ortner wees naar de stapel naast het kopieerapparaat. ,,Ik blijf hier de hele dag bezig. Maar als u wilt wachten, kunt u mij misschien het antwoord geven op de volgende vraag: wat verdwijnt als je het nadert?”

De man schudde zijn hoofd en liep weg. Ortner pakte het tijdschrift op, klapte het dicht en pakte het volgende boek. Waar zat het memoblaadje?

,,Meneer, bent u nog lang bezig?”

Het meisje vertrouwde op het effect van haar glimlach, zag Ortner.

,,Wat is lang? En wat verdwijnt als je het nadert?”

,, De horizon. ”

Op zo’n ad rem antwoord had Ortner niet gerekend. Hij draaide zich om, pakte het boek op en sloeg een bladzijde om. Peinzend keek hij naar het bedieningspaneel. De horizon, dat had hij niet kunnen bedenken. Hij draaide zich weer terug.

,,Nee, ik ben het er niet mee eens. De horizon blijft. Hij verandert, er zijn andere dingen te zien, maar hij verdwijnt niet. Ik ben hier voorlopig nog niet klaar, trouwens.”

Het meisje droop af. Ortner pakte het boek onder het deksel vandaan, draaide een bladzijde om en drukte op de knop. Verdikkeme, dacht hij, ik lijk wel een robot. Eerst het boek op de glasplaat leggen, dan pas op de knop drukken! Uit het apparaat klonk een schelle pieptoon; de kopieerkaart werd uitgespuugd. Ook dat nog! Ortner rende naar de balie enzwaaide met zijn lege kaart. De mevrouw op de lage bureaustoel nam een eeuwigheid de tijd om overeind te komen. Schiet op, dacht Ortner, anders wordt mijn machine ingepikt.

,,Twee kaarten van vijfentwintig gulden graag.”

,,Die heb ik niet meer. Dat worden er tien van vijf.”

In een perfecte slowmotion legde ze de kaarten uit. Uit zijn ooghoeken zag Ortner een klein mannetje met grijze bakkebaarden in de richting van het kopieerapparaat lopen. Hij snaaide de kopieerkaarten van de balie en trok een sprint. Terwijl het mannetje het deksel van het apparaat lichtte, duwde Ortner een kaart in de gleuf. Gered! Met geveinsde vanzelfsprekendheid legde hij een tijdschrift op de glasplaat. Beminnelijk keek hij de man aan: ,,Ik ben bijna op de helft.”

Het werkte. De man stopte zijn stoffige boek weer onder de arm en slofte weg. Ortner controleerde de laatste kopie die hij gemaakt had. Hij schrok. Hij keek om zich heen; wie was er in de buurt geweest? Ortner had niemand gezien. Dit was een echt raadsel: wie had deze brief op zijn stapel kopieën gelegd? Grote letters bevalen: ,,Voorzichtig! Klep dicht! Geen ruggen breken!”

Het zweet brak Ortner uit. Was dit een waarschuwing of een dreigbrief?
Blikskater

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.