Campus

Ortners universum

Hoe zo’n stukje in Delta je bezig kan houden, verbaasde Ortner. Het nieuws dat hij die ochtend las, liet hem niet meer los. ‘Student klaagt docent aan’, luidde de kop.

De docent stond terecht wegens subjectief beoordelen. Werd dit de nieuwe norm voor het contact tussen docent en student? Dan was elke docent vogelvrij. Ortner legde de Delta opzij. Hij wilde er niet aan denken wat er zou gebeuren als hij voor de rechter moest verschijnen.


1 Illustrattie: Bas Wilschut

Maar waar je niet aan wilt denken, dat dringt zich altijd aan je op. In gedachten zag Ortner zichzelf al in het beklaagdenbankje zitten. Tegenover hem zat de rechter, een echte ouderwetse magistraat met een krullenpruik op zijn hoofd en wenkbrauwen als staalborstels.

,,Belooft u, Hendrikus Adrianus Ortner, de waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid te vertellen?”

Ortner knikte. ,,Ja.”

,,Dat is dan voor het eerst”, klonk het vanaf de getuigenbank. Daar zaten ze op een rij: dat stomme varken William en daarnaast Alwin, de promovendus. Van die twee hoefde Ortner niet veel te verwachten. Gelukkig was Minon er ook bij. Zij zou hem wel vrijpleiten.

De aanklager kreeg het woord. ,,De aanklacht in de zaak Ortner luidt als volgt: college geven zonder dia’s en zonder inhoud, het onrechtmatig in bezit nemen danwel onbruikbaar maken van paperclips, het ongefundeerd becijferen van studentenwerk en tenslotte: subjectief beoordelen.”

Ortners advocaat sprong op. ,,Ik teken protest aan. Elke beoordeling is subjectief.”

De rechter richtte zijn norse blik op de advocaat. ,,Is dat bedoeld als kritiek op de rechtbank? Protest afgewezen.”

Ortner wist niet of hij er beter aan deed te zwijgen of te ontkennen. Gelukkig werd hem niets gevraagd. De getuigen kregen het woord.

William: ,,Ik scoorde een zeven, terwijl ik mijn verslag had overgeschreven van een vriend die een vijf kreeg.”

Alwin: ,,Na de lunch ligt hij met zijn hoofd op het bureau te slapen. Het is een nietsnut.”

Ortner zag ineens ook Marlies in de getuigenbank zitten. Waarom was zij hier?

,,Zij is degene die je heeft aangeklaagd”, fluisterde de advocaat in Ortners oor. Marlies! Wat een ondankbare prul. Ortner sprong op. ,,Zij kan geen getuige zijn. Zij is bevooroordeeld!”

,,Orde!”, riep de rechter. ,,Meneer Ortner, uw beurt komt nog. Eerst gaan we de bewijsstukken bekijken. Dat vind ik persoonlijk altijd het leukst. Eens kijken wat we hebben verzameld. Mag ik bewijsstuk A?”

Een politieman kwam binnen, met in zijn hand een plastic zak vol verbogen paperclips.

,,Inderdaad, deze zijn niet meer bruikbaar. Foei!”

Ortner vroeg zich af hoe de rechtbank die in handen had gekregen. Hij keek naar Minon, maar die keek halsstarrig van hem weg. Zij was de enige die een sleutel van Ortners kamer had. Een mens in nood kan niemand vertrouwen.

,,Bewijsstuk B”, beval de rechter. De politieman opende een tweede zak en droeg de inhoud over aan de rechter. Het zweet brak Ortner uit. Ik ben verloren, dacht hij. De wereld spant tegen mij samen. Iemand, wie dan ook, heeft het zwarte cahier gevonden. Mijn meest private gedachten liggen op straat. Ik krijg levenslang.

,,Verdachte, bent u bekend met dit schrift?”

Ortner knikte. Hij kon niet praten, er zat een brok emotie overdwars in zijn luchtpijp.

,,Is de inhoud door u geschreven? Zijn deze aantekeningen de weerslag van uw activiteiten aan de universiteit en uw gedachten daarover?”

Ortner perste een hese ‘jha’ uit zijn keel.

De rechter schudde meewarig het hoofd. ,,Het is wel duidelijk, meneer Ortner. U hebt een collega uitgemaakt voor losbol. U hebt verslagen becijferd zonder ze te lezen. U hebt paperclips onbruikbaar gemaakt. En tenslotte: u hebt subjectief beoordeeld. Ik veroordeel u tot twintigduizend strafregels: ik mag niet subjectief beoordelen. Verder beoordeel, pardon, veroordeel ik u tot het inleveren van uw professorstitel, met een proeftijd van een jaar.”

,,Nee, dat niet!” Ortner sloeg zijn handen voor zijn gezicht. ,,Heb meelij. Ik zal mijn leven beteren. Ik wil een respectabel man worden, iemand zoals professor Nagelaar was, een voorbeeld voor de wereld. Ik zal alles doen wat ik kan en meer, nog dit schooljaar! Als u me mijn titel maar laat houden… alstublieft?”

,,Hmmm”, sprak de rechter knorrig, ,,vooruit dan. Maar maak een beetje haast met die goede voornemens. U bent bijna op de helft van dit schooljaar. Dat is al een heel eind, voor iemand die alles maar half doet.”
Blikskater


1 Illustrattie: Bas Wilschut

Maar waar je niet aan wilt denken, dat dringt zich altijd aan je op. In gedachten zag Ortner zichzelf al in het beklaagdenbankje zitten. Tegenover hem zat de rechter, een echte ouderwetse magistraat met een krullenpruik op zijn hoofd en wenkbrauwen als staalborstels.

,,Belooft u, Hendrikus Adrianus Ortner, de waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid te vertellen?”

Ortner knikte. ,,Ja.”

,,Dat is dan voor het eerst”, klonk het vanaf de getuigenbank. Daar zaten ze op een rij: dat stomme varken William en daarnaast Alwin, de promovendus. Van die twee hoefde Ortner niet veel te verwachten. Gelukkig was Minon er ook bij. Zij zou hem wel vrijpleiten.

De aanklager kreeg het woord. ,,De aanklacht in de zaak Ortner luidt als volgt: college geven zonder dia’s en zonder inhoud, het onrechtmatig in bezit nemen danwel onbruikbaar maken van paperclips, het ongefundeerd becijferen van studentenwerk en tenslotte: subjectief beoordelen.”

Ortners advocaat sprong op. ,,Ik teken protest aan. Elke beoordeling is subjectief.”

De rechter richtte zijn norse blik op de advocaat. ,,Is dat bedoeld als kritiek op de rechtbank? Protest afgewezen.”

Ortner wist niet of hij er beter aan deed te zwijgen of te ontkennen. Gelukkig werd hem niets gevraagd. De getuigen kregen het woord.

William: ,,Ik scoorde een zeven, terwijl ik mijn verslag had overgeschreven van een vriend die een vijf kreeg.”

Alwin: ,,Na de lunch ligt hij met zijn hoofd op het bureau te slapen. Het is een nietsnut.”

Ortner zag ineens ook Marlies in de getuigenbank zitten. Waarom was zij hier?

,,Zij is degene die je heeft aangeklaagd”, fluisterde de advocaat in Ortners oor. Marlies! Wat een ondankbare prul. Ortner sprong op. ,,Zij kan geen getuige zijn. Zij is bevooroordeeld!”

,,Orde!”, riep de rechter. ,,Meneer Ortner, uw beurt komt nog. Eerst gaan we de bewijsstukken bekijken. Dat vind ik persoonlijk altijd het leukst. Eens kijken wat we hebben verzameld. Mag ik bewijsstuk A?”

Een politieman kwam binnen, met in zijn hand een plastic zak vol verbogen paperclips.

,,Inderdaad, deze zijn niet meer bruikbaar. Foei!”

Ortner vroeg zich af hoe de rechtbank die in handen had gekregen. Hij keek naar Minon, maar die keek halsstarrig van hem weg. Zij was de enige die een sleutel van Ortners kamer had. Een mens in nood kan niemand vertrouwen.

,,Bewijsstuk B”, beval de rechter. De politieman opende een tweede zak en droeg de inhoud over aan de rechter. Het zweet brak Ortner uit. Ik ben verloren, dacht hij. De wereld spant tegen mij samen. Iemand, wie dan ook, heeft het zwarte cahier gevonden. Mijn meest private gedachten liggen op straat. Ik krijg levenslang.

,,Verdachte, bent u bekend met dit schrift?”

Ortner knikte. Hij kon niet praten, er zat een brok emotie overdwars in zijn luchtpijp.

,,Is de inhoud door u geschreven? Zijn deze aantekeningen de weerslag van uw activiteiten aan de universiteit en uw gedachten daarover?”

Ortner perste een hese ‘jha’ uit zijn keel.

De rechter schudde meewarig het hoofd. ,,Het is wel duidelijk, meneer Ortner. U hebt een collega uitgemaakt voor losbol. U hebt verslagen becijferd zonder ze te lezen. U hebt paperclips onbruikbaar gemaakt. En tenslotte: u hebt subjectief beoordeeld. Ik veroordeel u tot twintigduizend strafregels: ik mag niet subjectief beoordelen. Verder beoordeel, pardon, veroordeel ik u tot het inleveren van uw professorstitel, met een proeftijd van een jaar.”

,,Nee, dat niet!” Ortner sloeg zijn handen voor zijn gezicht. ,,Heb meelij. Ik zal mijn leven beteren. Ik wil een respectabel man worden, iemand zoals professor Nagelaar was, een voorbeeld voor de wereld. Ik zal alles doen wat ik kan en meer, nog dit schooljaar! Als u me mijn titel maar laat houden… alstublieft?”

,,Hmmm”, sprak de rechter knorrig, ,,vooruit dan. Maar maak een beetje haast met die goede voornemens. U bent bijna op de helft van dit schooljaar. Dat is al een heel eind, voor iemand die alles maar half doet.”
Blikskater

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.