Is Nederland de Is Nederland de Gateway to Europe, willen we dat zijn, kunnen we dat zijn, moeten we dat zijn en zo ja, hoe kunnen we dat het beste aanpakken? Hierover organiseerde het Gezelschap Practische Studie afgelopen donderdag een symposium.
In theater de Veste kwam een select gezelschap samen om te discussiëren over het onderwerp ‘Mainport Nederland, wens of werkelijkheid?’.
Aan de tafel een zestal sprekers: vertegenwoordigers van de politiek, overheid en het bedrijfsleven. Zo zit daar tijdens de forumdiscussie ook een lid van de Eerste Kamer. Hij blijkt niemand minder te zijn dan de onafhankelijke senator ir. M. Bierman, de man die onlangs volop in het nieuws was vanwege zijn negatieve houding ten opzichte van het referendum. Hij is door Wiegel gebrandmerkt als ‘opportunist’, maar hij toont zich geëngageerd en breed ontwikkeld. En welbespraakt: hij pakt de meeste netto spreekminuten.
In zekere zin is Bierman de vreemde eend in de bijt. De rest van het gezelschap bestaat uit vertegenwoordigers van Ballast-Nedam, KLM, en ING, de directeur-generaal van de Port of Rotterdam en prof.ir. A.A.J. Pols, hoogleraar infrastructuur aan de TU Delft.
De plotselinge publiciteitswaarde van Bierman komt de symposiumcommissie goed uit nu de beoogde discussieleider Fons de Poel op het laatste moment heeft afgezegd. Het boegbeeld van Netwerk wordt vaardig vervangen door het inderhaast opgeroepen erelid, prof.ir. P. Hakkesteegt.
Hakkesteegt daagt de zaal uit om met vragen te komen. Iemand uit de zaal klaagt dat de kwaliteit van onderzoek naar de haalbaarheid van infrastructurele werken discutabel is. Opdrachtgevers schakelen vaak onderzoekinstanties in waarvan ze weten dat die hen goedgezind zijn. Hakkesteegt haalt een herinnering op uit zijn studietijd, waarin een professor hem een stelling overhandigde met het verzoek ‘eens te onderzoeken dat dit zo is.’
Daarmee komt het meeste vuur tijdens de discussie van de discussieleider. De mannen achter de tafel zijn het in grote lijnen met elkaar eens. Daardoor wil de discussie niet echt vonken. De vlam slaat niet in de pan, er ontstaan geen handgemenen en er wordt al helemaal niemand voor opportunist uitgemaakt.
De heftigste reactie roept Bierman op wanneer hij zegt dat naast alle technische en economische afwegingen die gemaakt moeten worden ook de individuele burger, de zwakke partij in deze discussie, beschermd dient te worden. De techneuten schudden geringschattend het hoofd: weer zo’n politicus die het zonodig voor mensen moet opnemen. Voor je het weet moet de Betuwelijn weer voor elke camping onder de grond.
Is Nederland de Gateway to Europe, willen we dat zijn, kunnen we dat zijn, moeten we dat zijn en zo ja, hoe kunnen we dat het beste aanpakken? Hierover organiseerde het Gezelschap Practische Studie afgelopen donderdag een symposium. In theater de Veste kwam een select gezelschap samen om te discussiëren over het onderwerp ‘Mainport Nederland, wens of werkelijkheid?’.
Aan de tafel een zestal sprekers: vertegenwoordigers van de politiek, overheid en het bedrijfsleven. Zo zit daar tijdens de forumdiscussie ook een lid van de Eerste Kamer. Hij blijkt niemand minder te zijn dan de onafhankelijke senator ir. M. Bierman, de man die onlangs volop in het nieuws was vanwege zijn negatieve houding ten opzichte van het referendum. Hij is door Wiegel gebrandmerkt als ‘opportunist’, maar hij toont zich geëngageerd en breed ontwikkeld. En welbespraakt: hij pakt de meeste netto spreekminuten.
In zekere zin is Bierman de vreemde eend in de bijt. De rest van het gezelschap bestaat uit vertegenwoordigers van Ballast-Nedam, KLM, en ING, de directeur-generaal van de Port of Rotterdam en prof.ir. A.A.J. Pols, hoogleraar infrastructuur aan de TU Delft.
De plotselinge publiciteitswaarde van Bierman komt de symposiumcommissie goed uit nu de beoogde discussieleider Fons de Poel op het laatste moment heeft afgezegd. Het boegbeeld van Netwerk wordt vaardig vervangen door het inderhaast opgeroepen erelid, prof.ir. P. Hakkesteegt.
Hakkesteegt daagt de zaal uit om met vragen te komen. Iemand uit de zaal klaagt dat de kwaliteit van onderzoek naar de haalbaarheid van infrastructurele werken discutabel is. Opdrachtgevers schakelen vaak onderzoekinstanties in waarvan ze weten dat die hen goedgezind zijn. Hakkesteegt haalt een herinnering op uit zijn studietijd, waarin een professor hem een stelling overhandigde met het verzoek ‘eens te onderzoeken dat dit zo is.’
Daarmee komt het meeste vuur tijdens de discussie van de discussieleider. De mannen achter de tafel zijn het in grote lijnen met elkaar eens. Daardoor wil de discussie niet echt vonken. De vlam slaat niet in de pan, er ontstaan geen handgemenen en er wordt al helemaal niemand voor opportunist uitgemaakt.
De heftigste reactie roept Bierman op wanneer hij zegt dat naast alle technische en economische afwegingen die gemaakt moeten worden ook de individuele burger, de zwakke partij in deze discussie, beschermd dient te worden. De techneuten schudden geringschattend het hoofd: weer zo’n politicus die het zonodig voor mensen moet opnemen. Voor je het weet moet de Betuwelijn weer voor elke camping onder de grond.
Comments are closed.