Wil columnist Menno Blaauw kritische studenten de mond snoeren? In deze brief pleit masterstudent Salomon Voorhoeve voor het tegendeel.
Na 75 jaar bevrijding en in het midden van de coronacrisis blijkt Godwins wet dichterbij dan ooit: “As an online discussion grows longer, the probability of a comparison involving Nazis or Hitler approaches 1.” Menno Blaauw laat zien dat je geen discussie nodig hebt en ook eigenstandig aan die wet kan voldoen in zijn column Vrijheid (Delta, 14/5), waarin hij de oorlog verklaard lijkt te hebben aan de studentenevaluatie. Veel mensen vinden dat met een Godwin de discussie ook automatisch over is (en de partij die de vergelijking maakt automatisch heeft verloren), maar de gedachte die uit de column blijkt, vind ik te verstrekkend om te negeren.
Het belangrijkste punt uit de column Vrijheid lijkt te zijn: “Onderwijs wordt bij ons geëvalueerd door studenten, die dat anoniem mogen doen. Regelmatig komen er teksten binnen die gefilterd moeten worden voordat docenten ze te lezen krijgen.” De column eindigt met een oproep om te staan voor je handelen en mening en je handtekening te zetten, te stemmen en je plek in de medezeggenschap te nemen.
Geen anonieme evaluaties dus. Maar hoe strookt dat met zijn column Klantmodel (Delta, 30/01)? Daar leek Blaauw te impliceren dat het zinloos was om überhaupt studenten een vak te laten evalueren: “De bakker vraagt de warme broodjes toch ook niet of de oven prettig voelde?” Die column eindigde overigens met de omineuze mededeling dat de ondernemingsraad de studentenevaluaties en het gebruik daarvan wil herbezien.
‘Het voelt ongemakkelijk om je recht op te eisen’
Tegen de achtergrond van de column uit januari maak ik me zorgen over waar Blaauw (en wellicht de ondernemingsraad?) naartoe wil. ‘Herbezien’, betekent dat de kritische student de mond snoeren? Het doet me denken aan voormalig staatssecretaris Teeven, die verstrenging van het strafrecht er niet doorheen kreeg en zich toen toelegde op de bezuiniging op de advocatuur: “Het is een andere manier om hetzelfde effect te bereiken. Als je aan een advocaat niet al te veel tijd geeft om aan een verdachte te besteden, dan wordt het ook niet zo veel, die verdediging.”
Laat het volgende heel duidelijk zijn: hoger onderwijsinstellingen en hun docenten hebben een machtspositie ten opzichte van studenten. Er zijn echt verhalen van kritische studenten die vervolgens in hun studie gedwarsboomd werden. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het zelfs na twee jaar medezeggenschap ongemakkelijk voelt om bij een docent die nog een opdracht en tentamen van je moet beoordelen, je recht (in dit geval op een oefententamen) op te eisen. Of dat gevoel terecht is of niet – je voelt je als student de underdog.
Wat is nu eigenlijk het concrete probleem? Uit achtergrondgesprekken krijg ik de indruk dat evaluatieresultaten soms uit de context worden gehaald bij bijvoorbeeld beoordelingsgesprekken. Als dat het probleem is, kom daar dan voor uit, dan kunnen we dáár als universiteit mee aan de slag. Een studentenevaluatie zou een begin van een gesprek moeten zijn, nooit het eindpunt. Idealiter is er een systeem van kwaliteitszorg waarbij studentenevaluaties in de opleidingscommissie besproken en geduid worden. Misschien kan de ondernemingsraad zich inzetten voor sterkere opleidingscommissies? Ik weet dat andere universiteiten de training en ondersteuning van opleidingscommissies veel serieuzer nemen.
‘Zijn teksten zo heftig dat we moeten stoppen met evaluaties?’
Blaauw noemt kort dat teksten uit evaluaties soms gefilterd moeten worden. Dat is verwerpelijk, en ik roep mijn medestudenten op om kritiek opbouwend en beschaafd te verwoorden. Maar zijn die teksten zo frequent en zo heftig dat we helemaal moeten stoppen met evaluaties?
We moeten kritische evaluaties koesteren. Juist ook van studenten die misschien niet openlijk voor hun mening durven uitkomen omdat hun opdracht nog beoordeeld moet worden en waarbij het erom hangt. Juist van die student moet je toch ook willen weten wat je eventueel aan een vak kunt verbeteren? Want de kwaliteit van het onderwijs zou leidend moeten zijn.
Als Blaauw een concreet probleem heeft met studentenevaluaties, laten we die dan bespreken. Laten we in dat geval de vergelijking met anti-Duitse pamfletten achterwege laten en laten we vooral het kind niet met het badwater weggooien. Nee, laat ons de tegenspraak van de kritische student koesteren, duiden, en in samenspraak met docenten gebruiken om ons onderwijs op een topniveau te houden.
Salomon Voorhoeve is student aerospace engineering aan de TU Delft. Hij was in 2016-2017 lid van de centrale studentenraad, en in 2017-2018 voorzitter van de facultaire studentenraad van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.
Opinion / Our platform is open to well written and well argued opinion articles written by students and employees of TU Delft. The maximum word count is 700. Email us at delta@tudelft.nl.
Comments are closed.