Gisteren sloot de TU een tijdperk af. Acht jaar lang was dr. Nico de Voogd voorzitter van het college van bestuur; vandaag staat een ander aan het roer.
Portret van een no-nonsenseman met een onstuitbare veranderdrang.
Acht jaar De Voogd: het is voorbij. Het waren acht jaren waarin ongelofelijk veel gebeurd is, geven vriend en vijand toe. Hoe sterk de oordelen over het tijdperk De Voogd ook uiteenlopen, saai was het in ieder geval nooit sinds 1993.
,,Nico de Veranderaar, zo noem ik hem”, zegt drs. Wil Knippenberg, die overigens alleen iets wil zeggen over de eerste jaren van het bewind van De Voogd, de tijd dat Knippenberg voorzitter was van de inmiddels ter ziele gegane universiteitsraad. ,,Hij was bovendien een veranderaar die dingen echt voor elkaar kreeg. Tsjonge, jonge, wie doet het hem na.”
Tussen 1971 en 1981 werkte De Voogd als wetenschappelijk medewerker bij Mijnbouw en Petroleumwinning. Daarna verruilde hij de TU voor het bedrijfsleven. In 1993 kwam hij terug; nu als hoogste man, als manager. Vanaf het begin stak hij zijn ambitieuze plannen niet onder stoelen of banken. ,,In zijn beginjaren als collegevoorzitter had hij het uitsluitend over wat een rotzooitje het aan de TU was, hoe weinig er deugde”, vertelt prof.dr.ir. Jan van Katwijk, nu decaan bij Informatietechnologie en Systemen.
Koud een paar maanden in dienst, kwam De Voogd al met een strategienota, een novum in universitair Nederland. De TU moest naar de wereldtop, predikte de nota. Halverwege de jaren negentig kreeg de TU te maken met drie grote operaties. Met de MUB verdween de universitaire democratie (een maatregel van onderwijsminister Ritzen). De MOD betekende een immense reorganisatie van de ondersteunende diensten van de TU. De clustering ten slotte bracht het aantal faculteiten terug van dertien naar zeven.
Deze grote en de vele kleine plannen van het college van bestuur verraden dat De Voogd een man van ’tempo’ was, zoals drs. Hans Bronneman het noemt, tot vorig jaar secretaris van het college. ,,De Voogd was ongeduldig. Maar in de loop der jaren werd dat wel minder.”
Spreekwoord
,,De MUB, de clustering, de MOD: het moest allemaal tegelijk”, herinnert civieler prof.dr.ir. Jurjen Battjes zich. ,,De Voogd heeft te veel dingen in gang gezet zonder zich af te vragen of het wel geïmplementeerd kon worden. Overhaast, zonder te onderzoeken of er wel voldoende draagvlak was.”
Knippenberg relativeert de kritiek: ,,Van een Chinese student leerde ik ooit het volgende spreekwoord: veranderaars zijn nooit geliefd. Maar als we over 25 jaar terugkijken, dan zal blijken dat hij dingen voor elkaar heeft gekregen, die zijn voorgangers niet gelukt zijn.”
Qua persoonlijkheid staat De Voogd bij velen te boek als een’strenge man’, zoals Knippenberg het noemt. ,,Je kunt je afvragen of het niet verstandiger was geweest als hij geprobeerd had wat jovialer, wat vriendelijker over te komen.”
,,Naar het personeel toe heeft De Voogd niet altijd de juiste toon weten te vinden, het had soms handiger gekund”, vertelt ir. Bert van Zomeren, oud-lid van de universiteits- en ondernemingsraad. Tegen kritiek kon De Voogd niet altijd even goed, herinnert Van Zomeren zich. ,,Hij beschouwt kritiek gauw als afbrekend. Terwijl het colllege van bestuur mensen juist zou moeten uitnodigen om met slimme kritiek en ideeën te komen.” Bouwkundedecaan prof.ir. Hans Beunderman: ,,De Voogd is iemand die zich vereenzelvigt met de organisatie. Kritiek op die organisatie ziet hij al gauw als iets persoonlijks, net als ik overigens. Die houding is lastig voor jezelf.”
Maar wie De Voogd beter leerde kennen, ontdekte ook een heel andere kant van de bestuurder, vertellen velen. ,,Hij is buitengewoon attent, voorkomend en betrokken”, weet voormalig secretaris Bronneman. Zelfs decanen, per traditie geen boezemvrienden van het college, erkennen dat de ruwe bolster een blanke pit had. ,,Op onbewaakte ogenblikken was het een vriendelijke man. Echt aardig”, aldus Beunderman.
Ook voor (succesvolle) studenten was De Voogd vaak de vriendelijkheid zelve. ,,Met studenten op pad, of een studentendiner, daar genoot De Voogd van”, herinnert Bronneman zich. ,,Ik denk dat hij dan het gevoel had dat hij zich onderhield met de crème de la crème van de natie.”
Iemand die keihard werkte, veel kennis van zaken had: ook dat was De Voogd. ,,Hij bleek soms meer over getallen en indicatoren bij Bouwkunde te weten dan ik zelf”, vertelt Beunderman. ,,Hij heeft veel feitenkenis, doet veel werk zelf. Dat is handig, maar niet altijd verstandig.” Bert van Zomeren, binnen de universiteitsraad soms een fel criticaster van De Voogd: ,,Hij had oprecht het goede voor met de TU.”
Zakenwereld
,,De Voogd was een duidelijke zakenman. Hij was nuchterder, zakelijker dan zijn voorganger Boerman”, zo kenschetst Bronneman De Voogds aanpak. ,,Met De Voogd deed je zaken”, vertelde vakbondsbons Adri Sloot enkele maanden geleden in Delta. ,,Vergaderingen waren heel kort, maar alles wat nodig was, kwam boven tafel. Hij draaide er niet omheen, was niet wollig.”
Die zakelijkheid is na acht jaar De Voogd volgens sommigen te ver doorgeslagen aan de universiteit. Ex-rector prof.dr.ir Johan Blaauwendraad, die in 1997 na ruzie met De Voogd het college verliet: ,,Hij is daar te ver in gegaan. Door die zakelijke instelling is de academische cultuur voor een deel kapotgemaakt. Hoogleraren waren volgens De Voogd te weinig manager; daardoor heeft hij ervoor gezorgd dat bijna alle decanen nu van buiten komen. Maar die hebben veel te weinig affectiviteit met de wetenschap.”
De Voogds voorliefde voor zakelijkheid, had ook zijn invloed op zijn manier van besturen. ,,Het poldermodel vond hij helemaal niks”, lacht Bronneman. ,,Hiërarchie was geen woord dat hemtegenstond. Hij zag zichzelf als eerste man, dat is altijd wat lastig binnen een universiteit.”
Blaauwendraad: ,,Ik heb wel eens tegen De Voogd gezegd: de wet staat een eenhoofdig bestuur toe, waarom kies je daar niet openlijk voor. Want in de praktijk kwam het daar wel op neer. Hij was mister President. Naast voorzitter speelde hij ook voor rector.”
De Voogd heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij dolblij was met de afschaffing van de universitaire democratie in 1997 door Jo Ritzen. Al in 1993 pleitte hij daar zelf voor. Volgens sommigen zou Ritzen op dit punt goed naar De Voogd geluisterd hebben. Maar volgens oud-rector Blaauwendraad was het juist andersom: ,,De Voogd liep enigszins voor de muziek uit, omdat Ritzen hem zijn MUB-plan al in 1993 influisterde. Dat heeft Ritzen mij ooit toegegeven, toen ik hem daar keihard naar vroeg.”
Of De Voogd nou geestelijk vader of vurig aanhanger was van de MUB, cru blijft het dat hij er uiteindelijk zelf het slachtoffer van geworden is. Begin dit jaar besloot de raad van toezicht, een product van de MUB, dat het welletjes was na acht jaar De Voogd. Had de universiteitsraad nog bestaan, dan had De Voogd zeer waarschijnlijk aan een derde ambtstermijn kunnen beginnen. De revolutie eet zijn eigen kinderen op, wordt er wel eens gezegd.
Gisteren sloot de TU een tijdperk af. Acht jaar lang was dr. Nico de Voogd voorzitter van het college van bestuur; vandaag staat een ander aan het roer. Portret van een no-nonsenseman met een onstuitbare veranderdrang.
Acht jaar De Voogd: het is voorbij. Het waren acht jaren waarin ongelofelijk veel gebeurd is, geven vriend en vijand toe. Hoe sterk de oordelen over het tijdperk De Voogd ook uiteenlopen, saai was het in ieder geval nooit sinds 1993.
,,Nico de Veranderaar, zo noem ik hem”, zegt drs. Wil Knippenberg, die overigens alleen iets wil zeggen over de eerste jaren van het bewind van De Voogd, de tijd dat Knippenberg voorzitter was van de inmiddels ter ziele gegane universiteitsraad. ,,Hij was bovendien een veranderaar die dingen echt voor elkaar kreeg. Tsjonge, jonge, wie doet het hem na.”
Tussen 1971 en 1981 werkte De Voogd als wetenschappelijk medewerker bij Mijnbouw en Petroleumwinning. Daarna verruilde hij de TU voor het bedrijfsleven. In 1993 kwam hij terug; nu als hoogste man, als manager. Vanaf het begin stak hij zijn ambitieuze plannen niet onder stoelen of banken. ,,In zijn beginjaren als collegevoorzitter had hij het uitsluitend over wat een rotzooitje het aan de TU was, hoe weinig er deugde”, vertelt prof.dr.ir. Jan van Katwijk, nu decaan bij Informatietechnologie en Systemen.
Koud een paar maanden in dienst, kwam De Voogd al met een strategienota, een novum in universitair Nederland. De TU moest naar de wereldtop, predikte de nota. Halverwege de jaren negentig kreeg de TU te maken met drie grote operaties. Met de MUB verdween de universitaire democratie (een maatregel van onderwijsminister Ritzen). De MOD betekende een immense reorganisatie van de ondersteunende diensten van de TU. De clustering ten slotte bracht het aantal faculteiten terug van dertien naar zeven.
Deze grote en de vele kleine plannen van het college van bestuur verraden dat De Voogd een man van ’tempo’ was, zoals drs. Hans Bronneman het noemt, tot vorig jaar secretaris van het college. ,,De Voogd was ongeduldig. Maar in de loop der jaren werd dat wel minder.”
Spreekwoord
,,De MUB, de clustering, de MOD: het moest allemaal tegelijk”, herinnert civieler prof.dr.ir. Jurjen Battjes zich. ,,De Voogd heeft te veel dingen in gang gezet zonder zich af te vragen of het wel geïmplementeerd kon worden. Overhaast, zonder te onderzoeken of er wel voldoende draagvlak was.”
Knippenberg relativeert de kritiek: ,,Van een Chinese student leerde ik ooit het volgende spreekwoord: veranderaars zijn nooit geliefd. Maar als we over 25 jaar terugkijken, dan zal blijken dat hij dingen voor elkaar heeft gekregen, die zijn voorgangers niet gelukt zijn.”
Qua persoonlijkheid staat De Voogd bij velen te boek als een’strenge man’, zoals Knippenberg het noemt. ,,Je kunt je afvragen of het niet verstandiger was geweest als hij geprobeerd had wat jovialer, wat vriendelijker over te komen.”
,,Naar het personeel toe heeft De Voogd niet altijd de juiste toon weten te vinden, het had soms handiger gekund”, vertelt ir. Bert van Zomeren, oud-lid van de universiteits- en ondernemingsraad. Tegen kritiek kon De Voogd niet altijd even goed, herinnert Van Zomeren zich. ,,Hij beschouwt kritiek gauw als afbrekend. Terwijl het colllege van bestuur mensen juist zou moeten uitnodigen om met slimme kritiek en ideeën te komen.” Bouwkundedecaan prof.ir. Hans Beunderman: ,,De Voogd is iemand die zich vereenzelvigt met de organisatie. Kritiek op die organisatie ziet hij al gauw als iets persoonlijks, net als ik overigens. Die houding is lastig voor jezelf.”
Maar wie De Voogd beter leerde kennen, ontdekte ook een heel andere kant van de bestuurder, vertellen velen. ,,Hij is buitengewoon attent, voorkomend en betrokken”, weet voormalig secretaris Bronneman. Zelfs decanen, per traditie geen boezemvrienden van het college, erkennen dat de ruwe bolster een blanke pit had. ,,Op onbewaakte ogenblikken was het een vriendelijke man. Echt aardig”, aldus Beunderman.
Ook voor (succesvolle) studenten was De Voogd vaak de vriendelijkheid zelve. ,,Met studenten op pad, of een studentendiner, daar genoot De Voogd van”, herinnert Bronneman zich. ,,Ik denk dat hij dan het gevoel had dat hij zich onderhield met de crème de la crème van de natie.”
Iemand die keihard werkte, veel kennis van zaken had: ook dat was De Voogd. ,,Hij bleek soms meer over getallen en indicatoren bij Bouwkunde te weten dan ik zelf”, vertelt Beunderman. ,,Hij heeft veel feitenkenis, doet veel werk zelf. Dat is handig, maar niet altijd verstandig.” Bert van Zomeren, binnen de universiteitsraad soms een fel criticaster van De Voogd: ,,Hij had oprecht het goede voor met de TU.”
Zakenwereld
,,De Voogd was een duidelijke zakenman. Hij was nuchterder, zakelijker dan zijn voorganger Boerman”, zo kenschetst Bronneman De Voogds aanpak. ,,Met De Voogd deed je zaken”, vertelde vakbondsbons Adri Sloot enkele maanden geleden in Delta. ,,Vergaderingen waren heel kort, maar alles wat nodig was, kwam boven tafel. Hij draaide er niet omheen, was niet wollig.”
Die zakelijkheid is na acht jaar De Voogd volgens sommigen te ver doorgeslagen aan de universiteit. Ex-rector prof.dr.ir Johan Blaauwendraad, die in 1997 na ruzie met De Voogd het college verliet: ,,Hij is daar te ver in gegaan. Door die zakelijke instelling is de academische cultuur voor een deel kapotgemaakt. Hoogleraren waren volgens De Voogd te weinig manager; daardoor heeft hij ervoor gezorgd dat bijna alle decanen nu van buiten komen. Maar die hebben veel te weinig affectiviteit met de wetenschap.”
De Voogds voorliefde voor zakelijkheid, had ook zijn invloed op zijn manier van besturen. ,,Het poldermodel vond hij helemaal niks”, lacht Bronneman. ,,Hiërarchie was geen woord dat hemtegenstond. Hij zag zichzelf als eerste man, dat is altijd wat lastig binnen een universiteit.”
Blaauwendraad: ,,Ik heb wel eens tegen De Voogd gezegd: de wet staat een eenhoofdig bestuur toe, waarom kies je daar niet openlijk voor. Want in de praktijk kwam het daar wel op neer. Hij was mister President. Naast voorzitter speelde hij ook voor rector.”
De Voogd heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij dolblij was met de afschaffing van de universitaire democratie in 1997 door Jo Ritzen. Al in 1993 pleitte hij daar zelf voor. Volgens sommigen zou Ritzen op dit punt goed naar De Voogd geluisterd hebben. Maar volgens oud-rector Blaauwendraad was het juist andersom: ,,De Voogd liep enigszins voor de muziek uit, omdat Ritzen hem zijn MUB-plan al in 1993 influisterde. Dat heeft Ritzen mij ooit toegegeven, toen ik hem daar keihard naar vroeg.”
Of De Voogd nou geestelijk vader of vurig aanhanger was van de MUB, cru blijft het dat hij er uiteindelijk zelf het slachtoffer van geworden is. Begin dit jaar besloot de raad van toezicht, een product van de MUB, dat het welletjes was na acht jaar De Voogd. Had de universiteitsraad nog bestaan, dan had De Voogd zeer waarschijnlijk aan een derde ambtstermijn kunnen beginnen. De revolutie eet zijn eigen kinderen op, wordt er wel eens gezegd.
Comments are closed.