Opinie

Op naar het waterdichte allocatiemodel

Met het verschijnen van de nota Aanbevelingen voor Allocatiemodel van de commissie Begeleiding Toepassing Allocatiemodel (BTA) is onlangs een ferme stap voorwaarts gezet in het rechtvaardig beoordelen van de kwaliteit van onderzoek en onderwijs.

Het instellen van een twaalftal weegfactoren garandeert welhaast een eerlijke beloning van, en een juiste differentiatie tussen, conferentiebijdragen, samenvattingen, publicaties en andersoortige vormen van output.

Mijns inziens heeft dit huidig voorgestelde model baat bij een verdere optimalisering.

Het ligt voor de hand (een argument dat ook door BTA gebruikt wordt) om het aantal pagina’s bij de weging te betrekken; een viertal pagina’ dient toch minder beloond te worden dan een doorwrocht artikel van dertig bladzijden. Dit voorkomt dat iedere weldenkende onderzoeker zijn geesteskinderen in nauwelijks informatieve stukjes van een inleiding en een ‘conclusie’ gaat knippen. Zoals de BTA al zegt: het gaat om het verspreiden van kennis.

Uiteraard moeten we ook op de inhoud van die pagina’s letten: een algemene inleiding dient minder gewicht te hebben dan de presentatie van een nieuwe theorie. Een formule zegt vaak meer dan duizend woorden. Ik stel voor hierbij de informatiedichtheid van de gebruikte formule te hanteren. Een eerste indicatie voor de informatiedichtheidindex (IDI) kan het aantal gebruikte variabelen zijn. Uiteraard dient de IDI per subfield genormeerd te worden. Het instellen van een commissie Beoordeling Formule Informatiedichtheid verdient aanbeveling. Nemen de gebruikte figuren niet onevenredig veel ruimte in beslag (een abstract wordt een vakpublicatie door er twee flinke figuren bij te voegen)?

Ook het aantal met referenties bedrukte pagina’s dient met zorg gewogen te worden: wat is de reikwijdte van die referenties, worden de artikeltitels vermeld, bedient men zich van afkortingen? Een extra samenvatting in een andere taal dan gebezigd in het onderhavige tijdschrift verdient extra beloning; daarbij dient gelet te worden op het aantal wetenschappelijke taalgebruikers (per subfield) van die taal. Ook hier is weer behoefte aan een normering en aan begeleiding vanuit een centraal in te stellen commissie. Een overgangsregeling kan het schokeffect van de invoering van voornoemde kwaliteitsfactoren enigszins dempen.

Een en ander overziend lijkt het mij wenselijk een standaard raamwerk en tekst uit te brengen, waarin de onderzoeker slechts zijn onderzoekresultaten hoeft in te vullen. Dit garandeert eenduidigheid bij de waardering van het gepresteerde. Uiteindelijk dient een eigen TU-tijdschrift, Orakel, uitgegeven te worden. Gezien de topkwaliteit van onze universiteit is een hoge impactfactor van dit tijdschrift verzekerd.

Met het verschijnen van de nota Aanbevelingen voor Allocatiemodel van de commissie Begeleiding Toepassing Allocatiemodel (BTA) is onlangs een ferme stap voorwaarts gezet in het rechtvaardig beoordelen van de kwaliteit van onderzoek en onderwijs. Het instellen van een twaalftal weegfactoren garandeert welhaast een eerlijke beloning van, en een juiste differentiatie tussen, conferentiebijdragen, samenvattingen, publicaties en andersoortige vormen van output.

Mijns inziens heeft dit huidig voorgestelde model baat bij een verdere optimalisering.

Het ligt voor de hand (een argument dat ook door BTA gebruikt wordt) om het aantal pagina’s bij de weging te betrekken; een viertal pagina’ dient toch minder beloond te worden dan een doorwrocht artikel van dertig bladzijden. Dit voorkomt dat iedere weldenkende onderzoeker zijn geesteskinderen in nauwelijks informatieve stukjes van een inleiding en een ‘conclusie’ gaat knippen. Zoals de BTA al zegt: het gaat om het verspreiden van kennis.

Uiteraard moeten we ook op de inhoud van die pagina’s letten: een algemene inleiding dient minder gewicht te hebben dan de presentatie van een nieuwe theorie. Een formule zegt vaak meer dan duizend woorden. Ik stel voor hierbij de informatiedichtheid van de gebruikte formule te hanteren. Een eerste indicatie voor de informatiedichtheidindex (IDI) kan het aantal gebruikte variabelen zijn. Uiteraard dient de IDI per subfield genormeerd te worden. Het instellen van een commissie Beoordeling Formule Informatiedichtheid verdient aanbeveling. Nemen de gebruikte figuren niet onevenredig veel ruimte in beslag (een abstract wordt een vakpublicatie door er twee flinke figuren bij te voegen)?

Ook het aantal met referenties bedrukte pagina’s dient met zorg gewogen te worden: wat is de reikwijdte van die referenties, worden de artikeltitels vermeld, bedient men zich van afkortingen? Een extra samenvatting in een andere taal dan gebezigd in het onderhavige tijdschrift verdient extra beloning; daarbij dient gelet te worden op het aantal wetenschappelijke taalgebruikers (per subfield) van die taal. Ook hier is weer behoefte aan een normering en aan begeleiding vanuit een centraal in te stellen commissie. Een overgangsregeling kan het schokeffect van de invoering van voornoemde kwaliteitsfactoren enigszins dempen.

Een en ander overziend lijkt het mij wenselijk een standaard raamwerk en tekst uit te brengen, waarin de onderzoeker slechts zijn onderzoekresultaten hoeft in te vullen. Dit garandeert eenduidigheid bij de waardering van het gepresteerde. Uiteindelijk dient een eigen TU-tijdschrift, Orakel, uitgegeven te worden. Gezien de topkwaliteit van onze universiteit is een hoge impactfactor van dit tijdschrift verzekerd.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.