Onderwijs

Ontlezing? Wanhoop niet

Er is in het leven meer dan genoeg om wanhopig van te worden. De zeespiegelstijging, de financiële crisis, dol geworden hooligans op een strandfeest, het openbaar vervoer, rompslomp bij het switchen van telefoon- of energiemaatschappij, ontlezing onder studenten.

Hoewel, met de ontlezing onder studenten valt het mee. Tenminste, als we boekhandelsketen Selexyz moeten geloven. Die concludeert op grond van een enquête onder studenten onder meer dat zij beslist verder kijken dan hun studieboeken. Twee derde van de studenten zou af en toe een roman lezen.

Zelfselectie

Het is een beetje de vraag of het Selexyz-onderzoek representatief is. Studenten moesten de enquête terugsturen en daarbij lijkt een zekere zelfselectie het hebben plaatsgevonden. Tweederde van de 1243 respondenten is namelijk vrouw.

Dus: voor wat het waard is nog wat onderzoeksgegevens. Meer dan de helft van de respondenten leest dagelijks. Bijna iedereen geeft aan studieboeken te lezen. Bijna allemaal, want zeventien studenten bekennen nooit iets te lezen.

Verontrustend

Er vanuit gaand dat vooral de ‘lezers’ de enquete terugstuurden zullen dat er dus wel (veel) meer zijn. En dat kun je verontrustend noemen. Bovendien geven 40 van de ruim 1200 respondenten aan te zijn gevallen voor het luisterboek.

Dertig procent van de geënquêteerden heeft tussen de twee en vier meter aan boeken in zijn kast staan, een iets grotere groep zelfs meer dan vier meter. Dat moet ook wel, want bijna niemand doet zijn boeken weg. Slechts vier procent verkoopt zijn boeken.

Tentamencijfers

Leuk is de relatie die Selexyz vond tussen leesgedrag en andere studentenactiviteiten. Veellezers halen hogere tentamencijfers, vervullen relatief vaak bestuursfuncties en/of brengen een deel van hun studietijd in het buitenland door.

Ook voor wat het waard is: de Selexyz-winkel in de Universiteitsbibliotheek verkoopt volgens een medewerker ongeveer evenveel lees- als leerboeken, hoewel de verhouding in de winkel grofweg 75 procent leerboeken en 25 procent leesboeken is.

Top tien

Als het om lezen gaat, dan geven de studenten zich volgens de medewerker vooral over aan populair-wetenschappelijke werken. Literatuur gaat ‘relatief weinig’ over de toonbank en dan vooral boeken uit de top tien. Verder zijn boekkjes met taalcursussen relatief populair.

Op 19 september 2007 reed Tanya Rider nabij Seattle in een ravijn. Acht dagen lang hing ze ondersteboven in het wrak van haar auto, voordat reddingswerkers het recht hadden om haar gsm-gegevens op te vragen en haar te vinden.

Hal Abelson, Ken Leden en Harry Lewis beginnen hun boek ‘Blown to bits’ met dit voorbeeld om de mogelijkheden en complexiteit van het digitale bestaan aan te duiden. Tanya had een mobiele telefoon bij zich, waardoor de telefoonmaatschappij haar zou kunnen traceren tot op het moment dat het apparaat in de crash kapot ging. Toen Tanya’s echtgenoot Tom naar de politie stapte om haar verdwijning te melden, kon de politie echter niet zomaar het mobieltje traceren. Daar heeft ze namelijk het recht niet toe vanwege Tanya’s privacy. Pas toen ze na een week Tom begonnen te verdenken van een misdrijf, konden ze erbij en vonden zo Tanya, die zwaargewond was, maar het uiteindelijk wel overleefde.

In het pre-digitale tijdperk zou dit dilemma niet bestaan hebben. De informatie van het mobieltje was er simpelweg niet, dus hoefden er ook geen omgangsvormen voor worden verzonnen. Inmiddels bevatten computers wereldwijd talloze persoonsgegevens, van de bankrekening tot de flickr-account (die van jezelf, maar ook die van anderen waar je misschien wel op de achtergrond staat van andermans portret, misschien wel in gezelschap van iemand met wie je niet in het openbaar gezien wilt worden).
Abelson, Leden en Lewis hebben ieder voor zich meer dan veertig jaar ervaring in de ict, aan universiteiten en in het bedrijfsleven. Zij hebben het hele proces zich zien voltrekken. In acht hoofdstukken analyseren ze evenzoveel verschijnselen, met de gevolgen die deze hebben voor de manier waarop de maatschappij functioneert.

Natuurlijk is er het onvermijdelijke hoofdstuk over privacy, maar het hoofdstuk over data waarvan je dacht dat ze weg waren, is wel zo instructief. Hoewel het op zich eenvoudig lijkt om informatie te wissen, valt dat in de praktijk niet mee. Als je naaktfoto tien seconden op internet heeft gestaan, kun je er zeker van zijn dat er al zoveel kopieën van gemaakt zijn dat je hem onmogelijk meer weg krijgt. Gewiste passages in Word-documenten blijven in werkelijkheid staan, alleen onzichtbaar, zoals het Amerikaanse leger tot zijn schande ondervond bij een onderzoeksrapport waar gevoelige passages uit verwijderd leken. En formatteren is echt niet genoeg om alle informatie van een harde schijf te halen.

Een compleet hoofdstuk is er ook over Google en andere informatiemakelaars. Waar informatie vroeger door pure omvang ondoorgrondelijk werd, is er nu nauwelijks meer een beletsel. Alles kan gevonden worden – of niet, als je Google raadpleegt in bijvoorbeeld China. Het is niet alleen inhoudelijke informatie, maar ook meta-informatie: wie heeft wat geraadpleegd op welk moment?
Al die informatie is voer geworden voor advocaten. Vroeger kopieerden tieners platen op bandjes en niemand die het kon controleren. Maar nu downloaden de manier is geworden om aan illegale muziek te komen, hebben de platenmaatschappijen ineens een opsporingsmiddel in handen. Ze zijn erin geslaagd de wet zo naar hun hand te zetten dat ook als je onschuldig bent, het beter is om de maatschappijen te betalen als ze op je deur kloppen – wat ze vol enthousiasme doen. Informatie is een krachtig wapen in de handen der machtigen.

De hoofdstukken laten zich in willekeurige volgorde lezen en er zit zeker de nodige overlap tussen. De auteurs heffen geen vingertje over het digitale gevaar, maar proberen zo nuchter mogelijk de vinger op de zere plekken te leggen, eerder verbaasd dan verontrust. Mensen zijn gered door de bits-explosie, en ze zijn erdoor omgekomen. Vrijheden zijn gewonnen en verloren gegaan. Welke kant de balans uiteindelijk zal uitslaan, valt niet te zeggen.

Hal Abelson, Ken Leden en Harry Lewis, ‘Blown to bits – life, liberty and happiness after the digital explosion’. Addison-Wesley, pp. 366, 17 euro.

Hoewel, met de ontlezing onder studenten valt het mee. Tenminste, als we boekhandelsketen Selexyz moeten geloven. Die concludeert op grond van een enquête onder studenten onder meer dat zij beslist verder kijken dan hun studieboeken. Twee derde van de studenten zou af en toe een roman lezen.

Zelfselectie

Het is een beetje de vraag of het Selexyz-onderzoek representatief is. Studenten werden geacht een enquête terug te sturen en daarbij lijkt een zekere zelfselectie te hebben plaatsgevonden. Tweederde van de 1243 respondenten is namelijk vrouw.

Dus voor wat het waard is: Meer dan de helft van de respondenten leest dagelijks. Bijna iedereen geeft aan studieboeken te lezen. Bijna allemaal, want zeventien studenten bekennen nooit iets te lezen.

Verontrustend

Er vanuit gaand dat vooral de ‘lezers’ de enquete terugstuurden zullen dat er dus wel (veel) meer zijn. Dat kun je verontrustend noemen. Bovendien geven 40 van de ruim 1200 respondenten aan te zijn gevallen voor het luisterboek.

Dertig procent van de geënquêteerden heeft tussen de 2 en 4 meter aan boeken in zijn kast staan, een iets grotere groep zelfs meer dan 4 meter. Dat moet ook wel, want bijna niemand doet zijn boeken weg. Slechts vier procent verkoopt zijn boeken.

Tentamencijfers

Leuk is de relatie die Selexyz vond tussen leesgedrag en andere studentenactiviteiten. Veellezers halen hogere tentamencijfers, vervullen relatief vaak bestuursfuncties en/of brengen een deel van hun studietijd in het buitenland door.

Ook voor wat het waard is: de Selexyz-winkel in de Universiteitsbibliotheek verkoopt volgens een medewerker ongeveer evenveel lees- als leerboeken, hoewel het assortiment voor grofweg 75 procent uit leerboeken en 25 procent uit leesboeken bestaat.

Top tien

Als het om lezen gaat, dan geven de studenten zich volgens de medewerker vooral over aan populair-wetenschappelijke werken. Literatuur gaat ‘relatief weinig’ over de toonbank en dan vooral boeken uit de top tien. Verder zijn boekjes met taalcursussen relatief populair.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.