Het wil niet lukken de studentenbevolking te winnen voor de course evaluation nieuwe stijl (Cens).Het leek ideaal voor de TU-studenten: niet langer vlak na het college met een ingewikkelde papieren vragenlijst in de weer, maar online vaste en vakspecifieke vragen invullen op een tijdstip naar keuze.
/strong>
Na anderhalf jaar is de respons op de internetversie van de course evaluation nieuwe stijl nog steeds rond de 15 á 20 procent % uitschieters naar boven en beneden buiten beschouwing gelaten. Reden voor industrieel ontwerpen om af te zien van de internetversie van Cens en weer van de papieren versie gebruik te gaan maken.
Iedereen omschrijft het programma als gebruikersvriendelijk, zeker in vergelijking met papieren vragenlijsten. Toch komt er niets van het zelf invullen. ,,Studenten stellen het uit”, zegt Ellen Bos, onderwijsadviseur bij IO en voorzitter van de Cens-werkgroep. ,,Ze vullen het niet voor zichzelf in, maar voor de studenten die na hen het vak zullen volgen. Dat maakt het lastiger ze te motiveren.” Bos constateert dat Cens bij kleine opleidingen nog het beste werkt.
Bij Bouwkunde is de respons ook laag. Dat ligt voor een deel aan het feit dat er te weinig computers beschikbaar zijn. Toch wil Bouwkunde niet ophouden met Cens, aldus onderwijsadviseur Nel Pouw. ,,We proberen door specifieke acties de respons te verhogen.”
Volgens André van Peppen van de faculteit Techniek, Bestuur en Management en ex-voorzitter van de Cens-werkgroep, hebben studenten het tegenwoordig zo druk met bijbaantjes dat de studie naar de achtergrond schuift. ,,Je ziet het op alle universiteiten, ook in het buitenland. Studenten vinden de evaluatie te tijdrovend. Faculteiten blijken ook niet altijd in staat om open te communiceren over knelpunten in het onderwijs, maar ik denk niet dat dat de hoofdoorzaak is.”
Het wil niet lukken de studentenbevolking te winnen voor de course evaluation nieuwe stijl (Cens).
Het leek ideaal voor de TU-studenten: niet langer vlak na het college met een ingewikkelde papieren vragenlijst in de weer, maar online vaste en vakspecifieke vragen invullen op een tijdstip naar keuze.
Na anderhalf jaar is de respons op de internetversie van de course evaluation nieuwe stijl nog steeds rond de 15 á 20 procent % uitschieters naar boven en beneden buiten beschouwing gelaten. Reden voor industrieel ontwerpen om af te zien van de internetversie van Cens en weer van de papieren versie gebruik te gaan maken.
Iedereen omschrijft het programma als gebruikersvriendelijk, zeker in vergelijking met papieren vragenlijsten. Toch komt er niets van het zelf invullen. ,,Studenten stellen het uit”, zegt Ellen Bos, onderwijsadviseur bij IO en voorzitter van de Cens-werkgroep. ,,Ze vullen het niet voor zichzelf in, maar voor de studenten die na hen het vak zullen volgen. Dat maakt het lastiger ze te motiveren.” Bos constateert dat Cens bij kleine opleidingen nog het beste werkt.
Bij Bouwkunde is de respons ook laag. Dat ligt voor een deel aan het feit dat er te weinig computers beschikbaar zijn. Toch wil Bouwkunde niet ophouden met Cens, aldus onderwijsadviseur Nel Pouw. ,,We proberen door specifieke acties de respons te verhogen.”
Volgens André van Peppen van de faculteit Techniek, Bestuur en Management en ex-voorzitter van de Cens-werkgroep, hebben studenten het tegenwoordig zo druk met bijbaantjes dat de studie naar de achtergrond schuift. ,,Je ziet het op alle universiteiten, ook in het buitenland. Studenten vinden de evaluatie te tijdrovend. Faculteiten blijken ook niet altijd in staat om open te communiceren over knelpunten in het onderwijs, maar ik denk niet dat dat de hoofdoorzaak is.”
Comments are closed.