Wetenschap

Onderzoeksprogramma Grow slaat brug tussen Europa en Afrika

Academici kunnen zich vanaf 1 december melden voor promotieonderzoek over Afrika aan vijf Nederlandse universiteiten op gebied van klimaatverandering, gezondheidszorg en meer.

Op een voorbereidende bijeenkomst werden de onderwerpen besproken. (Foto: Anika Vroom)

De inspiratie van het programma Grow (Graduate research on worldwide challenges) komt van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, vertelt programmavoorzitter en Delfts hoogleraar prof.dr.ir. Nick van de Giesen. Hij zocht manieren om concreet te kunnen werken aan deze zeventien sustainable development goals (SDG’s, zie onderaan).

Dat zou volgens hem kunnen door afgestudeerden uit Afrika naar Nederland te halen voor promotieonderzoek op een van de ontwikkelingsdoelen. Die promovendi zou hij dan periodiek samen willen brengen, omdat de ontwikkelingsdoelen met elkaar samenhangen. “Als je putten slaat, daalt het grondwaterniveau en dat heeft weer invloed op de bomen. In Nederland zijn we er goed in om die samenhang te benadrukken.”

Van de Giesens idee werd concreet doordat het kon worden ingebed in het Europese ontwikkelingsprogramma Maria Sklodowska-Curie, dat de helft van de kosten zal dragen. Het college van bestuur draagt een kwart bij.

‘Een goed begin’

In totaal omvat Grow nu 51 promotieplekken aan vijf universiteiten: de Universiteit Leiden, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de TU Delft. In Afrika zijn er 22 academische partners betrokken evenals zeventien ervaren maatschappelijke partners.

Van de Giesen had nog liever elk jaar vijftig promovendi uitgenodigd, verdeeld over alle dertien Nederlandse universiteiten, maar hij beschouwt Grow als een goed begin. Academici kunnen vanaf 1 december solliciteren. Op de agenda van Grow staat onderzoek naar klimaatverandering, de energietransitie, betaalbare wereldwijde gezondheidszorg, toegang tot schoon water en duurzame stedelijke ontwikkeling. Delta sprak met Van de Giesen voor toelichting.

’40 sollicitanten per post, 80 procent uit Afrika’

Kun je een voorbeeld geven hoe het beoogde onderzoek duurzaamheid bevordert?

“Dan kan ik het beste dicht bij mijn eigen terrein blijven: water en klimaat. We weten tamelijk weinig van het klimaat in Afrika door het gebrek aan meetstations. Door met mensen daar samen te werken, hopen we een meetnetwerk op te kunnen zetten. De gegevens daarvan kunnen we in klimaatmodellen stoppen om zo meer begrip te krijgen van de klimaatverandering in Afrika en hoe die zich manifesteert.

Een voorbeeld is de observatie dat de signaalsterkte tussen twee telefoonmasten afneemt bij regen. Dat is interessant in een land dat weinig regenmeters, maar wel telefoonmasten heeft. Het vraagt verder onderzoek om die observatie toepasbaar te maken.”

Hoe staat het met de belangstelling?

“Ik hoorde dat zich al 3.500 geïnteresseerden hebben gemeld voor meer informatie. Stel dat daarvan 2.000 kandidaten serieus zijn, dan betekent dat veertig sollicitanten per post. We hebben dus best wat keuze, wat meestal betekent dat de kwaliteit hoog is. Van de geïnteresseerden komt 80 procent uit Afrika. Dat is mooi, want er is een schreeuwende behoefte.”

‘Eerst was er China, nu komt Afrika in beeld’

Een schreeuwende behoefte aan wat?

“Aan een dergelijk programma. Afrikaanse academici komen kennelijk graag naar Nederland voor hun promotieonderzoek.

Tegelijk is het voor Nederland van belang om de instroom van promovendi van buiten Europa te stimuleren om zo het aantal onderzoekers op niveau te houden. Ik weet dat we mogelijk een regering krijgen die daar anders over denkt, maar willen we als kennisland blijven functioneren dan hebben we buitenlandse onderzoekers nodig. Een tijd lang waren dat mensen uit China en nu komt Afrika in beeld.”

De grootste politieke partij in Nederland wil de grenzen sluiten. Gaat dat consequenties hebben voor dit programma?

“Dit is een Europees programma, dus voor ons speelt dat op dit moment niet. Ik denk wel dat we meer tegenwind zullen krijgen. Als we in de toekomst binnen Nederlands minder mogelijkheden zullen vinden om GROW te ondersteunen, zullen we verder zoeken op Europees niveau. Daar staat samenwerking met de Afrikaanse Unie hoog op de agenda. Voor Nederland zal de vraag voor de komende jaren zijn hoeveel een nieuwe regering überhaupt op heeft met wetenschap.”

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.