Ieder jaar worden van januari tot maart in het Techniek Museum de Techniekdagen gehouden. Rond de tweeduizend kinderen uit groep zeven en acht worden dan een dag ondergedompeld in en uitgedaagd door de techniek.
De Techniekdagen zijn een samenwerking tussen de TU Delft en de Domstad Pabo uit Utrecht. Een geschikte plaats voor de activiteiten bleek het Techniek Museum Delft. Directeur Han Heijmans: ,,Voor het grote publiek zijn wij het voorportaal van de TU Delft. Vanuit die functie hebben wij ervaring met het ontvangen van groepen kinderen. De Techniekdagen omvatten een leuk programma waarbij kinderen op een onderhoudende manier kennismaken met diverse vormen van techniek. En de belangstelling van de scholen is erg groot.”
Een Techniekdag begint met een toneelstuk, opgevoerd door studenten van de Utrechtse Pabo. Een bankrover weet op een slinkse manier land van de Indianen af te troggelen. Hij heeft ambitieuze bouwplannen, maar de indianen staat dat niet aan. Zij willen graag dat de poema kan terugkeren in dit gebied. Als een conflict dreigt, springt een derde partij ertussen. Die kan het vechten voorkomen, maar ze heeft geen oplossing voor het conflict over het land en het landgebruik. De kinderen worden uitgenodigd om met een oplossing te komen. Hiervoor krijgen ze vier workshops aangeboden en daarin kunnen ze onderzoeken hoe het land verdeeld zou kunnen worden en of de plannen van de bankrover en de indianen haalbaar zijn.
Fons Cornelissen, docent op de Pabo, is een van de initiatiefnemers van deze Techniekdagen. Hij kijkt geïnteresseerd naar de verrichtingen bij de workshop ‘De Onmogelijke Toren’ waarin kinderen proberen met diverse materialen een hoge toren te bouwen. ,,De bankrover wil hoogbouw en de kinderen onderzoeken wat mogelijk is. Eerst laten we ze rustig zelf wat uitproberen en pas, als de bouwwerken omvallen, gaan we met ze nadenken hoe het anders kan.”
Heel lang hoeft hij niet te wachten. Allereerst bezwijkt een toren opgebouwd met een variant van Lego-stenen en niet veel later stort ook het bouwwerk van de zogenaamde Kapla-blokjes in. Cornelissen en de workshopbegeleiders bespreken met de kinderen welke techniek nodig is om hoog te kunnen bouwen. Ze stimuleren hen na te denken en samen een plan te maken. Snel begrijpen de kinderen wat ze fout deden. Voor een hoge toren heb je een brede basis nodig en ijverig gaan ze weer aan het ‘stapelen’. Cornelissen: ,,Het is onze opzet om kinderen de dilemma’s van techniek te laten ervaren. Om in de hoogte te kunnen bouwen moet er aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Gelukkig komen ze daar altijd wel uit. Een groep lukte het om met de stenen tot een hoogte van 7,35 meter te komen.”
Kort daarna wordt Cornelissen naar een andere workshop geroepen. Het solderen van de flip/flop-schakelingen voor onder meer mobiele telefoons levert problemen op. De bankrover wil niet alleen gebouwen, maar ook goede telecommunicatie. Doel van deze activiteit is om kinderen te leren solderen en kennis te laten maken met de onderdelen van een schakeling. Cornelissen: ,,Maar ook aan de maatschappelijke kanten van techniek besteden we aandacht. Bij de workshop ruilverkaveling bekijken de kinderen de problemen rond de landverdeling aan de hand van een spel. In de andere workshop laten we ze op de computer een stripverhaal maken waarin ze een slot voor het toneelstuk moeten ontwerpen, waar beide partijen vrede mee hebben.”
Aan het eind van de dag wordt het werkelijk slot van het toneelstuk gespeeld met een oplossing waar zowel de bankrover als de indianen zich in kunnen vinden. ,,Daarna bespreken we de resultaten van hun workshops. Dat is altijd een heel leuk moment, want kinderen kunnen met veel vuur hun oplossingen verdedigen.”
De Techniekdagen zijn een samenwerking tussen de TU Delft en de Domstad Pabo uit Utrecht. Een geschikte plaats voor de activiteiten bleek het Techniek Museum Delft. Directeur Han Heijmans: ,,Voor het grote publiek zijn wij het voorportaal van de TU Delft. Vanuit die functie hebben wij ervaring met het ontvangen van groepen kinderen. De Techniekdagen omvatten een leuk programma waarbij kinderen op een onderhoudende manier kennismaken met diverse vormen van techniek. En de belangstelling van de scholen is erg groot.”
Een Techniekdag begint met een toneelstuk, opgevoerd door studenten van de Utrechtse Pabo. Een bankrover weet op een slinkse manier land van de Indianen af te troggelen. Hij heeft ambitieuze bouwplannen, maar de indianen staat dat niet aan. Zij willen graag dat de poema kan terugkeren in dit gebied. Als een conflict dreigt, springt een derde partij ertussen. Die kan het vechten voorkomen, maar ze heeft geen oplossing voor het conflict over het land en het landgebruik. De kinderen worden uitgenodigd om met een oplossing te komen. Hiervoor krijgen ze vier workshops aangeboden en daarin kunnen ze onderzoeken hoe het land verdeeld zou kunnen worden en of de plannen van de bankrover en de indianen haalbaar zijn.
Fons Cornelissen, docent op de Pabo, is een van de initiatiefnemers van deze Techniekdagen. Hij kijkt geïnteresseerd naar de verrichtingen bij de workshop ‘De Onmogelijke Toren’ waarin kinderen proberen met diverse materialen een hoge toren te bouwen. ,,De bankrover wil hoogbouw en de kinderen onderzoeken wat mogelijk is. Eerst laten we ze rustig zelf wat uitproberen en pas, als de bouwwerken omvallen, gaan we met ze nadenken hoe het anders kan.”
Heel lang hoeft hij niet te wachten. Allereerst bezwijkt een toren opgebouwd met een variant van Lego-stenen en niet veel later stort ook het bouwwerk van de zogenaamde Kapla-blokjes in. Cornelissen en de workshopbegeleiders bespreken met de kinderen welke techniek nodig is om hoog te kunnen bouwen. Ze stimuleren hen na te denken en samen een plan te maken. Snel begrijpen de kinderen wat ze fout deden. Voor een hoge toren heb je een brede basis nodig en ijverig gaan ze weer aan het ‘stapelen’. Cornelissen: ,,Het is onze opzet om kinderen de dilemma’s van techniek te laten ervaren. Om in de hoogte te kunnen bouwen moet er aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Gelukkig komen ze daar altijd wel uit. Een groep lukte het om met de stenen tot een hoogte van 7,35 meter te komen.”
Kort daarna wordt Cornelissen naar een andere workshop geroepen. Het solderen van de flip/flop-schakelingen voor onder meer mobiele telefoons levert problemen op. De bankrover wil niet alleen gebouwen, maar ook goede telecommunicatie. Doel van deze activiteit is om kinderen te leren solderen en kennis te laten maken met de onderdelen van een schakeling. Cornelissen: ,,Maar ook aan de maatschappelijke kanten van techniek besteden we aandacht. Bij de workshop ruilverkaveling bekijken de kinderen de problemen rond de landverdeling aan de hand van een spel. In de andere workshop laten we ze op de computer een stripverhaal maken waarin ze een slot voor het toneelstuk moeten ontwerpen, waar beide partijen vrede mee hebben.”
Aan het eind van de dag wordt het werkelijk slot van het toneelstuk gespeeld met een oplossing waar zowel de bankrover als de indianen zich in kunnen vinden. ,,Daarna bespreken we de resultaten van hun workshops. Dat is altijd een heel leuk moment, want kinderen kunnen met veel vuur hun oplossingen verdedigen.”
Comments are closed.