Onderwijs

Onderdeelscommissie IRI tegen vacaturestop en vervroegd uittreden

Het IRI moet forse bezuinigingen realiseren. Daarom is er een vacaturestop ingevoerd. Verder wordt een aantal medewerkers verzocht met vervroegd pensioen te gaan. De onderdeelscommissie is ertegen. Er verdwijnt teveel kennis uit de organisatie zonder dat er sprake is van nieuwe aanwas.

Het slechte nieuws vernamen de IRI-medewerkers in juni, kort na de opening van de nieuwe vleugel. Prof. A.H.M. Verkooijen, directeur van het IRI, deelde hen mee dat het nieuwe allocatiemodel voor het IRI een korting van 36 procent per 1 januari 2004 betekende. ,,Die zouden we zelfs niet kunnen realiseren als wij per direct iedereen ontslaan”, aldus Menno Blaauw. Hij is voorzitter van de onderdeelscommissie (odc) van het IRI. Ondertussen is afgesproken dat er per 1 januari 2004 zeven procent wordt bezuinigd en de rest in de volgende vier jaar. Dat is volgens Blaauw niet zo’n ruimhartige tegemoetkoming als het lijkt. ,,In ons oude budget was eenderde gereserveerd voor de infrastructuur en tweederde voor wetenschap. Bij de infrastructuur kunnen we niets weghalen. Dat betekent dat we alle bezuinigingen moeten realiseren bij het wetenschappelijk onderzoek. Dan kom je daar uit op dertien procent.”

Volgens Blaauw duidde niets in het voorjaar van 2003 erop, dat het IRI flink moest gaan inleveren. Bekend was dat er gewerkt werd aan een nieuw allocatiemodel. ,,Tussendoor hoorden we verschillende geluiden. De ene keer kwamen we er slecht uit, maar een andere keer weer goed. Het was wel zo dat onze informatie gebrekkig was. Het nieuwe allocatiemodel is besproken en vastgesteld in de Groepsraad en daar zit de directeur van het IRI niet in.”

Het nieuwe allocatiemodel constateerde dat het IRI te weinig onderwijs verzorgt en te geringe inkomsten uit de tweede en derde geldstroom genereert. De conclusie was dat het IRI gekort werd. ,,Het meest vervelende vinden we dat we niet eens de tijd krijgen om ons beleid bij te sturen. Misschien kunnen we dan binnen een paar jaar wel veel meer middelen uit de tweede geldstroom genereren. Die gelegenheid krijgen we echter niet.”

Klos

Volgens Blaauw zijn verschillende medewerkers ervan overtuigd dat het allocatiemodel slechts als middel wordt gebruikt om het IRI te sluiten. ,,Hun mening is: de TU Delft heeft geldproblemen en het IRI is de klos.” Blaauw is het daar niet mee eens. ,,De rekenmethode in het nieuwe allocatiemodel leidt er wel toe dat een bezuiniging terecht komt bij één onderdeel. Op zich is dat niet onlogisch. Het is beter op één plaats een forse bezuiniging door te voeren, dan te kiezen voor de kaasschaafmethode.” Is het dan niet flauw om te gaan protesteren als jouw instituut moet inleveren? ,,Misschien wel, maar jarenlang draaiden we prima in het oude allocatiemodel. We werden in een rapport een ‘sieraad voor de TU Delft’ genoemd vanwege ons uitstekende wetenschappelijk onderzoek. En nu ineens dit.”

Overigens vindt Blaauw het wel belangrijk om de juiste reden voor een bezuiniging te weten. ,,Is het alleen het geld, dan kun je de een aantal commerciële activiteiten aanzwengelen. We kunnen bijvoorbeeld radionucliden vervaardigen voor medische toepassingen. Dat hebben we nooit uitgebouwd, omdat het vorige college van bestuur wilde dat wij ons profileerden als hoogwaardig onderzoeksinstituut. Daar hoorden dit soort commerciële activiteiten volgens hen niet bij. In deze economische recessie is het wellicht interessant die weer uit te breiden.”

Duidelijk is dat de odc zich niet bij het cvb-besluit zal neerleggen. Evenmin bij de eerste maatregelen van de IRI-directie. Die bestaan uit een vacaturestop en het verzoek aan zeventien medewerkers om met FPU te gaan. ,,Wij vinden dat hiermee de organisatie uitgehold wordt. Door de vacaturestop komen er geen promovendi. Dat betekent dat in de toekomst onze inkomsten dalen, omdat er te weinig promoties zijn. Door de vervroegde FPU verdwijnt er teveel kennis uit de organisatie. Het realiseren van bijvoorbeeld de radionucliden-optie is dan onmogelijk omdat de benodigde kennis is verdwenen.”

Wat wil de odc dan wel? ,,We zijn verschillende mogelijkheden aan het bekijken. Hiervoor is de commissie-Luyben ingesteld die de nieuwe koers voor het IRI zal uitzetten. Pas als het toekomstbeeld helder is – waarschijnlijk in het voorjaar 2004 – kan er gericht gereorganiseerd worden. Wij willen voor die tijd geen bezuinigingsmaatregelen die ons inziens verkeerd zijn. En natuurlijk, het liefst zouden we zien dat het college van bestuur het allocatiemodel zou aanpassen. Alleen denken we niet dit een reële verwachting is.”

Het slechte nieuws vernamen de IRI-medewerkers in juni, kort na de opening van de nieuwe vleugel. Prof. A.H.M. Verkooijen, directeur van het IRI, deelde hen mee dat het nieuwe allocatiemodel voor het IRI een korting van 36 procent per 1 januari 2004 betekende. ,,Die zouden we zelfs niet kunnen realiseren als wij per direct iedereen ontslaan”, aldus Menno Blaauw. Hij is voorzitter van de onderdeelscommissie (odc) van het IRI. Ondertussen is afgesproken dat er per 1 januari 2004 zeven procent wordt bezuinigd en de rest in de volgende vier jaar. Dat is volgens Blaauw niet zo’n ruimhartige tegemoetkoming als het lijkt. ,,In ons oude budget was eenderde gereserveerd voor de infrastructuur en tweederde voor wetenschap. Bij de infrastructuur kunnen we niets weghalen. Dat betekent dat we alle bezuinigingen moeten realiseren bij het wetenschappelijk onderzoek. Dan kom je daar uit op dertien procent.”

Volgens Blaauw duidde niets in het voorjaar van 2003 erop, dat het IRI flink moest gaan inleveren. Bekend was dat er gewerkt werd aan een nieuw allocatiemodel. ,,Tussendoor hoorden we verschillende geluiden. De ene keer kwamen we er slecht uit, maar een andere keer weer goed. Het was wel zo dat onze informatie gebrekkig was. Het nieuwe allocatiemodel is besproken en vastgesteld in de Groepsraad en daar zit de directeur van het IRI niet in.”

Het nieuwe allocatiemodel constateerde dat het IRI te weinig onderwijs verzorgt en te geringe inkomsten uit de tweede en derde geldstroom genereert. De conclusie was dat het IRI gekort werd. ,,Het meest vervelende vinden we dat we niet eens de tijd krijgen om ons beleid bij te sturen. Misschien kunnen we dan binnen een paar jaar wel veel meer middelen uit de tweede geldstroom genereren. Die gelegenheid krijgen we echter niet.”

Klos

Volgens Blaauw zijn verschillende medewerkers ervan overtuigd dat het allocatiemodel slechts als middel wordt gebruikt om het IRI te sluiten. ,,Hun mening is: de TU Delft heeft geldproblemen en het IRI is de klos.” Blaauw is het daar niet mee eens. ,,De rekenmethode in het nieuwe allocatiemodel leidt er wel toe dat een bezuiniging terecht komt bij één onderdeel. Op zich is dat niet onlogisch. Het is beter op één plaats een forse bezuiniging door te voeren, dan te kiezen voor de kaasschaafmethode.” Is het dan niet flauw om te gaan protesteren als jouw instituut moet inleveren? ,,Misschien wel, maar jarenlang draaiden we prima in het oude allocatiemodel. We werden in een rapport een ‘sieraad voor de TU Delft’ genoemd vanwege ons uitstekende wetenschappelijk onderzoek. En nu ineens dit.”

Overigens vindt Blaauw het wel belangrijk om de juiste reden voor een bezuiniging te weten. ,,Is het alleen het geld, dan kun je de een aantal commerciële activiteiten aanzwengelen. We kunnen bijvoorbeeld radionucliden vervaardigen voor medische toepassingen. Dat hebben we nooit uitgebouwd, omdat het vorige college van bestuur wilde dat wij ons profileerden als hoogwaardig onderzoeksinstituut. Daar hoorden dit soort commerciële activiteiten volgens hen niet bij. In deze economische recessie is het wellicht interessant die weer uit te breiden.”

Duidelijk is dat de odc zich niet bij het cvb-besluit zal neerleggen. Evenmin bij de eerste maatregelen van de IRI-directie. Die bestaan uit een vacaturestop en het verzoek aan zeventien medewerkers om met FPU te gaan. ,,Wij vinden dat hiermee de organisatie uitgehold wordt. Door de vacaturestop komen er geen promovendi. Dat betekent dat in de toekomst onze inkomsten dalen, omdat er te weinig promoties zijn. Door de vervroegde FPU verdwijnt er teveel kennis uit de organisatie. Het realiseren van bijvoorbeeld de radionucliden-optie is dan onmogelijk omdat de benodigde kennis is verdwenen.”

Wat wil de odc dan wel? ,,We zijn verschillende mogelijkheden aan het bekijken. Hiervoor is de commissie-Luyben ingesteld die de nieuwe koers voor het IRI zal uitzetten. Pas als het toekomstbeeld helder is – waarschijnlijk in het voorjaar 2004 – kan er gericht gereorganiseerd worden. Wij willen voor die tijd geen bezuinigingsmaatregelen die ons inziens verkeerd zijn. En natuurlijk, het liefst zouden we zien dat het college van bestuur het allocatiemodel zou aanpassen. Alleen denken we niet dit een reële verwachting is.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.