Wie tekent, is voor twaalf jaar onder de pannen, maar gaat in die tijd wel de hele wereld over. In marine-uniform. Drie studenten van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) maken in Delft hun opleiding af en vergelijken zichzelf met ‘gewone’ Delftenaren.
/strong>
Geen uniform maar een spijkerbroek. Aan de muur hangen meer posters van schaars geklede vrouwen dan van allerhande wapentuig, schepen of onderscheidingen. Iedereen noemt elkaar bij de voornaam en wordt niet met een saluut maar met een handdruk begroet % een ferme, dat wel. En dat het alleen maar mannen zijn, is in Delft niets bijzonders. De stickers op de voordeur zijn van land- en luchtmacht. Uit vrijwel niets blijkt dat het studentenhuis aan de Kloksteeg voornamelijk door marinestudenten wordt bewoond. Alleen een the navy says hello-mok en een poster van de onderzeebootfilm U571 geven een hint.
Uiterlijk verschillen ze niet van andere Delftse studenten waar ze zich dagelijks tussen begeven, alleen zijn Martijn van der Drift (27), Martijn Mouthaan (24) en Maarten Versluis (25) maar een half jaar in Delft, voor hun afstudeerproject. Daarna kiezen ze het ruime sop. Hiervoor hebben ze drie jaar op het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder gestudeerd en negen maanden stage gelopen op een schip of onderzeeboot. Hun afstudeeropdracht doen ze extern, bij een ‘burgerinstelling’ als de TU. Als ze die eenmaal hebben afgerond, worden ze bevorderd tot luitenant-ter-zee der tweede klasse. De bijbehorende galon % de rang op de mouw: een o op een dikke streep.
Slaapzaal
Kiezen voor de marine is veel meer dan kiezen voor een studie in Den Helder. ,,Je kiest in de eerste plaats voor een loopbaan, niet voor een studie”, aldus Versluis. Wie er aan begint, zit er voor twaalf jaar % waarvan vijf jaar opleiding % aan vast. Wie na het eerste jaar vertrekt, moet de opleiding terugbetalen. Toch vertrekken er veel. Van der Drift: ,,Mijn lichting bestond uit 65 mensen, daarvan is nu nog de helft over.”
Het leven in een internaat, de eerste drie jaar, drukt een zware stempel op de opleiding. ,,Op het KIM is alles heel strak geregeld. Het eerste jaar slaap je met z’n zestigen op een slaapzaal, heb je de hele dag les en moet je ’s avonds verplicht twee uur studeren, wat dan ook nog eens gecontroleerd wordt”, zegt Versluis. ,,Na zo’n dag gaat gelukkig om tien uur de bar open”, voegt Mouthaan eraan toe. Hij vervolgt: ,,Als ik op vrijdag bij mijn ouders kwam, viel ik na een uur voor de tv in slaap, terwijl ik afgesproken had met vrienden uit te gaan.
Versluis: ,,Ik koos wel voor de marine, maar niet voor iedere dag om kwart voor acht appèl.” Extern afstuderen om zodoende even onder het juk van de wapenbroeders weg te zijn, was dan ook een bewuste keuze. Ook het uniform dat ze op het KIM iedere dag droegen, kan nu in de kast blijven hangen. Mouthaan: ,,We zullennog vaak genoeg marineschepen zien of het uniform aanhebben.” Dat verklaart direct de afwezigheid van marine-attributen. Toch ontbreekt het niet aan een toepasselijk rijtje videofilms naast de tv. Soldaat van Oranje staat hoog genoteerd op het lijstje klassiekers.
Baroes
Is de marine al een hechte club, daarbinnen is het KIM een wereld op zich. ,,Je leert, leeft en eet met dezelfde groep, dat schept een band”, vertelt Versluis. Dat begint al bij de Korpsintroductie, ‘noem het gerust ontgroening’, wanneer de nieuwe lichting gaat survivelen op Texel. Mouthaan: ,,In drie weken wordt er een militair van je gemaakt. Fysiek is het erg zwaar, dat is om je laten ontdekken aan wie je wat hebt en aan wie niet.”
Tijdens de introductie heten de nieuwelingen baroe, wat Maleis is voor nieuweling. Daarna worden het adelborsten. Door ouderejaars in de maling genomen worden hoort er bij, ook als de studenten voor het eerst echt gaan varen. Van der Drift: ,,Dan vragen ze je om de sleutel van de ankerkluis te gaan zoeken, terwijl die helemaal niet bestaat. Het ankerkluis is het gat in de boeg waardoor de ankerketting naar buiten komt.”
Overigens zijn niet alle mensen bij de marine ook marinier. Versluis: ,,Mariniers zijn mensen die hard kunnen rennen en veel kunnen tillen, zoals die nu in Eritrea zitten. Mariniers gaan later niet op een schip varen, wij wel.” En daarvoor hoeven ze geen twintig kilometer met bepakking hard te kunnen lopen, of zich honderd keer te kunnen opdrukken.
Met de radiospotjes waarin een marinier schreeuwend van zich laat horen, kan Versluis zich dan ook niet zo goed identificeren. ,,In fysieke zin zijn we geen bikkels, maar we staan wel ons mannetje”, stelt Mouthaan. ,,Als we zeeziek zijn blijven we niet in bed liggen om je maten te laten verrotten”, dat karakteriseert volgens Versluis een echt marinemens.
Libanon
De opleiding aan het KIM vertoont veel overeenkomsten met die op de TU. Van der Drift werkt aan een elektronische zeekaart en volgt daarvoor vakken bij elektrotechniek en informatica. Mouthaan zit bij de wapentechnische dienst, ‘vergelijkbaar met elektrotechniek, maar dan toegespitst op wapens’. Versluis leert voor de technische dienst, wat in Delft doorgaat voor werktuigbouwkunde.
Geen van de drie studenten heeft spijt van de gemaakte keuze. Versluis werd in één keer op het KIM aangenomen, de andere twee werden in eerste instantie afgewezen, waarna ze een andere studie zijn gaan doen.
Van der Drift studeerde drie jaar scheikunde voordat hij het opnieuw probeerde. ,,De eerste keer zag ik het als keuring en kon ik niet goed uitleggen waarom ik zo graag naar het KIM wilde. De tweede keer zag ik het als een sollicitatie waarop ik me goed had voorbereid.”
Van der Drift wilde graag varen en iets van de wereld zien maar zag geen heil in de zeevaartschool. Varen op een burgerschip leek hemte beperkt. ,,Bij de marine komt er meer bij kijken, je gaat tenslotte vechten met zo’n schip.” De ontdekking van de wereld begon rustig op Texel, maar inmiddels heeft Van der Drift er stages op Curaçao en in de Perzische Golf op zitten. Verder vertrekt hij in oktober voor negen maanden naar de Verenigde Staten. ,,Om te zien hoe de marine daar werkt. Ik weet nu al dat ik daarna op een M-[multipurpose %red]fregat ga varen.
Show
Na er een tijdje over te hebben nagedacht, denkt Mouthaan de adelborsten van het KIM van ‘gewone’ Delftse studenten te kunnen onderscheiden. ,,Wij zijn doelgerichter. We maken een keus en houden er dan over op. De studenten hier blijven erover doorpraten.”
Verder leert een marineofficier in zijn opleiding ook sociale omgangsvormen en moet hij netjes kunnen eten. ,,Dat is voor als je eens op een ambassade komt. Je voert iedere keer weer een show op, maar bent ondertussen wel Nederland aan het promoten”, aldus Van der Drift. Netjes eten kunnen ze wel, koken leerden ze daarentegen pas toen ze niet meer in het internaat woonden, in hun vierde studiejaar.
Sinds 1995 wonen er voornamelijk marinestudenten in het huis aan de Kloksteeg. De huisbaas wil dat ook het liefst. Misschien omdat ze er, ondanks het ontbreken van een schoonmaakrooster, geen puinhoop van maken. ,,Iedereen voelt zelf wel aan wanneer er iets moet gebeuren”, aldus Mouthaan. ,,Anders dan in een gewoon studentenhuis kennen wij elkaar door en door. Wij kunnen blind op elkaar varen.”
Wie tekent, is voor twaalf jaar onder de pannen, maar gaat in die tijd wel de hele wereld over. In marine-uniform. Drie studenten van het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) maken in Delft hun opleiding af en vergelijken zichzelf met ‘gewone’ Delftenaren.
Geen uniform maar een spijkerbroek. Aan de muur hangen meer posters van schaars geklede vrouwen dan van allerhande wapentuig, schepen of onderscheidingen. Iedereen noemt elkaar bij de voornaam en wordt niet met een saluut maar met een handdruk begroet % een ferme, dat wel. En dat het alleen maar mannen zijn, is in Delft niets bijzonders. De stickers op de voordeur zijn van land- en luchtmacht. Uit vrijwel niets blijkt dat het studentenhuis aan de Kloksteeg voornamelijk door marinestudenten wordt bewoond. Alleen een the navy says hello-mok en een poster van de onderzeebootfilm U571 geven een hint.
Uiterlijk verschillen ze niet van andere Delftse studenten waar ze zich dagelijks tussen begeven, alleen zijn Martijn van der Drift (27), Martijn Mouthaan (24) en Maarten Versluis (25) maar een half jaar in Delft, voor hun afstudeerproject. Daarna kiezen ze het ruime sop. Hiervoor hebben ze drie jaar op het Koninklijk Instituut voor de Marine in Den Helder gestudeerd en negen maanden stage gelopen op een schip of onderzeeboot. Hun afstudeeropdracht doen ze extern, bij een ‘burgerinstelling’ als de TU. Als ze die eenmaal hebben afgerond, worden ze bevorderd tot luitenant-ter-zee der tweede klasse. De bijbehorende galon % de rang op de mouw: een o op een dikke streep.
Slaapzaal
Kiezen voor de marine is veel meer dan kiezen voor een studie in Den Helder. ,,Je kiest in de eerste plaats voor een loopbaan, niet voor een studie”, aldus Versluis. Wie er aan begint, zit er voor twaalf jaar % waarvan vijf jaar opleiding % aan vast. Wie na het eerste jaar vertrekt, moet de opleiding terugbetalen. Toch vertrekken er veel. Van der Drift: ,,Mijn lichting bestond uit 65 mensen, daarvan is nu nog de helft over.”
Het leven in een internaat, de eerste drie jaar, drukt een zware stempel op de opleiding. ,,Op het KIM is alles heel strak geregeld. Het eerste jaar slaap je met z’n zestigen op een slaapzaal, heb je de hele dag les en moet je ’s avonds verplicht twee uur studeren, wat dan ook nog eens gecontroleerd wordt”, zegt Versluis. ,,Na zo’n dag gaat gelukkig om tien uur de bar open”, voegt Mouthaan eraan toe. Hij vervolgt: ,,Als ik op vrijdag bij mijn ouders kwam, viel ik na een uur voor de tv in slaap, terwijl ik afgesproken had met vrienden uit te gaan.
Versluis: ,,Ik koos wel voor de marine, maar niet voor iedere dag om kwart voor acht appèl.” Extern afstuderen om zodoende even onder het juk van de wapenbroeders weg te zijn, was dan ook een bewuste keuze. Ook het uniform dat ze op het KIM iedere dag droegen, kan nu in de kast blijven hangen. Mouthaan: ,,We zullennog vaak genoeg marineschepen zien of het uniform aanhebben.” Dat verklaart direct de afwezigheid van marine-attributen. Toch ontbreekt het niet aan een toepasselijk rijtje videofilms naast de tv. Soldaat van Oranje staat hoog genoteerd op het lijstje klassiekers.
Baroes
Is de marine al een hechte club, daarbinnen is het KIM een wereld op zich. ,,Je leert, leeft en eet met dezelfde groep, dat schept een band”, vertelt Versluis. Dat begint al bij de Korpsintroductie, ‘noem het gerust ontgroening’, wanneer de nieuwe lichting gaat survivelen op Texel. Mouthaan: ,,In drie weken wordt er een militair van je gemaakt. Fysiek is het erg zwaar, dat is om je laten ontdekken aan wie je wat hebt en aan wie niet.”
Tijdens de introductie heten de nieuwelingen baroe, wat Maleis is voor nieuweling. Daarna worden het adelborsten. Door ouderejaars in de maling genomen worden hoort er bij, ook als de studenten voor het eerst echt gaan varen. Van der Drift: ,,Dan vragen ze je om de sleutel van de ankerkluis te gaan zoeken, terwijl die helemaal niet bestaat. Het ankerkluis is het gat in de boeg waardoor de ankerketting naar buiten komt.”
Overigens zijn niet alle mensen bij de marine ook marinier. Versluis: ,,Mariniers zijn mensen die hard kunnen rennen en veel kunnen tillen, zoals die nu in Eritrea zitten. Mariniers gaan later niet op een schip varen, wij wel.” En daarvoor hoeven ze geen twintig kilometer met bepakking hard te kunnen lopen, of zich honderd keer te kunnen opdrukken.
Met de radiospotjes waarin een marinier schreeuwend van zich laat horen, kan Versluis zich dan ook niet zo goed identificeren. ,,In fysieke zin zijn we geen bikkels, maar we staan wel ons mannetje”, stelt Mouthaan. ,,Als we zeeziek zijn blijven we niet in bed liggen om je maten te laten verrotten”, dat karakteriseert volgens Versluis een echt marinemens.
Libanon
De opleiding aan het KIM vertoont veel overeenkomsten met die op de TU. Van der Drift werkt aan een elektronische zeekaart en volgt daarvoor vakken bij elektrotechniek en informatica. Mouthaan zit bij de wapentechnische dienst, ‘vergelijkbaar met elektrotechniek, maar dan toegespitst op wapens’. Versluis leert voor de technische dienst, wat in Delft doorgaat voor werktuigbouwkunde.
Geen van de drie studenten heeft spijt van de gemaakte keuze. Versluis werd in één keer op het KIM aangenomen, de andere twee werden in eerste instantie afgewezen, waarna ze een andere studie zijn gaan doen.
Van der Drift studeerde drie jaar scheikunde voordat hij het opnieuw probeerde. ,,De eerste keer zag ik het als keuring en kon ik niet goed uitleggen waarom ik zo graag naar het KIM wilde. De tweede keer zag ik het als een sollicitatie waarop ik me goed had voorbereid.”
Van der Drift wilde graag varen en iets van de wereld zien maar zag geen heil in de zeevaartschool. Varen op een burgerschip leek hemte beperkt. ,,Bij de marine komt er meer bij kijken, je gaat tenslotte vechten met zo’n schip.” De ontdekking van de wereld begon rustig op Texel, maar inmiddels heeft Van der Drift er stages op Curaçao en in de Perzische Golf op zitten. Verder vertrekt hij in oktober voor negen maanden naar de Verenigde Staten. ,,Om te zien hoe de marine daar werkt. Ik weet nu al dat ik daarna op een M-[multipurpose %red]fregat ga varen.
Show
Na er een tijdje over te hebben nagedacht, denkt Mouthaan de adelborsten van het KIM van ‘gewone’ Delftse studenten te kunnen onderscheiden. ,,Wij zijn doelgerichter. We maken een keus en houden er dan over op. De studenten hier blijven erover doorpraten.”
Verder leert een marineofficier in zijn opleiding ook sociale omgangsvormen en moet hij netjes kunnen eten. ,,Dat is voor als je eens op een ambassade komt. Je voert iedere keer weer een show op, maar bent ondertussen wel Nederland aan het promoten”, aldus Van der Drift. Netjes eten kunnen ze wel, koken leerden ze daarentegen pas toen ze niet meer in het internaat woonden, in hun vierde studiejaar.
Sinds 1995 wonen er voornamelijk marinestudenten in het huis aan de Kloksteeg. De huisbaas wil dat ook het liefst. Misschien omdat ze er, ondanks het ontbreken van een schoonmaakrooster, geen puinhoop van maken. ,,Iedereen voelt zelf wel aan wanneer er iets moet gebeuren”, aldus Mouthaan. ,,Anders dan in een gewoon studentenhuis kennen wij elkaar door en door. Wij kunnen blind op elkaar varen.”
Comments are closed.