Campus

‘Onbegrijpelijk dat tafeltennis hier niet populair is’

Van voetbal krijgt hij pijnlijke gewrichten, voor tennis regent het in Nederland te vaak, dus koos de Oekraïner Sergei Choulepov voor tafeltennis.

Naast zijn werk als aio op het laboratorium voor chemische procestechnologie vertegenwoordigt hij de Delftse club DHC in de landelijke competitie.

,,Ik blijf het zeggen: waarom is tafeltennis hier niet populair? Ik begrijp er echt niets van!” Oprechte verbazing klinkt door in de stem van Sergei Choulepov, die zich genoeg aan Nederland heeft aangepast om zich in die taal goed verstaanbaar te kunnen maken. ,,Tafeltennis is goedkoop en je kunt het in alle jaargetijden spelen. Maar in Delft bijvoorbeeld heb je niet één professionele zaak in tafeltennisspullen. Daarvoor moet je naar Den Haag.”

Hij schudt niet-begrijpend zijn hoofd. Drieneenhalf jaar geleden kwam de specialist in colloïd- en waterchemie vanuit Kiev naar Delft. Daar woont hij met vrouw en kind in een etagewoning.

Via-via kwam hij terecht bij tafeltennisvereniging DHC. Na een tijdje in de groep recreatieve spelers vertoefd te hebben drong hij door in het eerste team, dat verder bestaat uit Marco Hofman en Evert Wallien. ,,In de USSR had je een toernooivorm met afvalsysteem. Alle niveaus speelden door elkaar. Voor je ervaring was het heel goed, want je speelde tegen hele goeie spelers. Het nadeel was dat je meteen in de verliezersronde kwam als je eenmaal verloor. En als je daarin nog één keer verloor, kon je naar huis.”

Choulepov kijkt er lachend op terug. Het systeem in Nederland, waar de competitie zich afspeelt tussen gelijkwaardiger tegenstanders, bevalt hem een stuk beter: ,,Je kunt hier op je eigen niveau spelen en je speelt voor je plezier.”

Voordat Choulepov zich serieus op het tafeltennis stortte, speelde hij gedurende twee jaar in de jeugdselectie van de plaatselijke voetbalclub, Dynamo Kiev. ,,In de voormalige Sovjet-Unie was dat heel professioneel opgezet. Je moest dan in een internaat gaan wonen en voortdurend spelen. Ik had daar niet zo’n zin in. Het was òf voetballen òf studeren. Voor mij was het beter om te gaan studeren. Ik koos de wis- en natuurkundekant op een niveau dat vergelijkbaar is met het vwo hier.”

Denkwerk

De instelling om zich zo fanatiek met sport bezig te houden is hem vreemd. ,,Ik speel voor mijn plezier. Maar ik wil wel graag op het niveau spelen dat ik aankan. Ik heb alleen geen zin om drie, vier keer per week te trainen. Zo professioneel wil ik niet zijn. Mijn werk is veel belangrijker voor mij. In de wetenschap kun je je eigen plek vinden. Als je op een gespecialiseerd terrein werkt kun je altijd nuttig bezig blijven. In sport moet je heel erg goed zijn, wil je een rol van betekenis spelen. Tafeltennis is ontspanning voor mij. Mijn werk bestaat uit denkwerk. Ik zit de hele dag achter decomputer. Tafeltennis biedt dan het fysieke tegenwicht.”

Het is niet alleen het aspect van de lichaamsbeweging dat hem trekt: ,,Tafeltennis is ook een manier om met elkaar te communiceren. Goed voor de sociale contacten. Je reist met je team rond in Nederland en ontmoet mensen die bezig zijn met dezelfde sport. Daar kun je mee praten, je begrijpt elkaar.” Als bijna 31-jarige voelt hij zich thuis in het eerste team van DHC, waarvan de overige twee leden ook rond de dertig zijn. Het trio pendelt heen en weer tussen de landelijke derde en vierde divisie. ,,Wij denken dat de derde divisie ons plafond is. De tweede divisie is veel te moeilijk voor ons”, constateert hij berustend.

Momenteel vertoeft de ploeg, na degradatie, aan de top van de vierde divisie. ,,We moeten kampioen kunnen worden. Onze enige concurrent, NOAD uit Schiedam, boekt veel lagere overwinningen op de rest dan wij.” Overigens behaalde NOAD al een reglementaire 6-4-overwinning op de Delftenaren, omdat, buiten de schuld van DHC, de zaalverlichting uitviel bij de stand 4-4. Gelukkig volgt de uitwedstrijd nog.

Waarom hij juist voor tafeltennis gevallen is? ,,Toen ik twaalf was deed ik aan kunstrijden op de schaats. Maar daar moest je in de USSR zó verdomde goed in zijn, wilde je iets bereiken. Wanneer je niet bij de beste drie van het land hoorde, kon je het wel vergeten.” Kunstrijden viel dus af. Hardlopen vindt hij niet leuk en voetbal is een contactsport. Daar krijgt hij maar last van zijn gewrichten van. Tennis leek hem wel wat. Dat is net als tafeltennis een contactloze sport, maar (besmuikt lachend): ,,In Nederland regent het vaak. Daarom is tafeltennis dus perfect. Het kan in de zomer en in de winter.” En hij verwondert zich nog maar eens over de geringe populariteit van zijn sport in Nederland. Aan zijn zoontje zal het overigens niet liggen. Die heeft als vijfjarige inmiddels het bat al ter hand genomen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.