Staatssecretaris Nijs wil een onafhankelijke commissie instellen die nog eens onderzoek doet naar geknoei met studentenaantallen.
Alle universiteiten, hogescholen en regionale opleidingscentra moeten tussen april en januari 2004 onder de loep worden genomen. Bij nieuwe vermoedens van fraude zal de staatssecretaris aangifte doen.
Onlangs seponeerde het Openbaar Ministerie vijf van de zes fraudezaken tegen hogescholen. Alleen Saxion IJsselland wordt vervolgd. Nijs heeft het Openbaar Ministerie hierover om opheldering gevraagd.
De staatssecretaris stelt een boete in het vooruitzicht voor instellingen die bij het eerdere zelfreinigend onderzoek door het ministerie niet eerlijk zijn geweest, en bij het nieuwe onderzoek alsnog tegen de lamp lopen. Ten onrechte opgestreken overheidssubsidies worden teruggevorderd. Volgens de laagste schatting gaat het om vijftig miljoen euro, de Algemene Rekenkamer gaat uit van een veelvoud van dit bedrag.
Met haar voorgestelde aanpak probeert Nijs het initiatief bij haar ministerie te houden. De linkse partijen in de Tweede Kamer dringen aan op een parlementair onderzoek of een parlementaire enquête. De PvdA, de SP, GroenLinks en D66 vinden dat de volksvertegenwoordiging zelf de regie moet voeren, omdat het beleid van het ministerie zou hebben bijgedragen aan de fraudeaffaire.
De linkse fracties baseren zich daarbij op het harde oordeel dat de Algemene Rekenkamer vorige maand velde over de rol van het ministerie van Onderwijs in de fraudezaak. Het toezicht vanuit het ministerie was volgens de Rekenkamer onvoldoende. Bovendien zette het college vraagtekens bij de methode om de instellingen zelf hun onregelmatigheden te laten opbiechten.
Nijs’ voorstel om zelf een onafhankelijke commissie in te stellen is zeker niet kansloos. Het geniet de steun van CDA en VVD, samen goed voor 72 zetels. Eerder sloten die partijen een parlementair onderzoek of een enquête niet uit. De LPF (acht zetels) beraadt zich nog. (PH/HOP)
Alle universiteiten, hogescholen en regionale opleidingscentra moeten tussen april en januari 2004 onder de loep worden genomen. Bij nieuwe vermoedens van fraude zal de staatssecretaris aangifte doen.
Onlangs seponeerde het Openbaar Ministerie vijf van de zes fraudezaken tegen hogescholen. Alleen Saxion IJsselland wordt vervolgd. Nijs heeft het Openbaar Ministerie hierover om opheldering gevraagd.
De staatssecretaris stelt een boete in het vooruitzicht voor instellingen die bij het eerdere zelfreinigend onderzoek door het ministerie niet eerlijk zijn geweest, en bij het nieuwe onderzoek alsnog tegen de lamp lopen. Ten onrechte opgestreken overheidssubsidies worden teruggevorderd. Volgens de laagste schatting gaat het om vijftig miljoen euro, de Algemene Rekenkamer gaat uit van een veelvoud van dit bedrag.
Met haar voorgestelde aanpak probeert Nijs het initiatief bij haar ministerie te houden. De linkse partijen in de Tweede Kamer dringen aan op een parlementair onderzoek of een parlementaire enquête. De PvdA, de SP, GroenLinks en D66 vinden dat de volksvertegenwoordiging zelf de regie moet voeren, omdat het beleid van het ministerie zou hebben bijgedragen aan de fraudeaffaire.
De linkse fracties baseren zich daarbij op het harde oordeel dat de Algemene Rekenkamer vorige maand velde over de rol van het ministerie van Onderwijs in de fraudezaak. Het toezicht vanuit het ministerie was volgens de Rekenkamer onvoldoende. Bovendien zette het college vraagtekens bij de methode om de instellingen zelf hun onregelmatigheden te laten opbiechten.
Nijs’ voorstel om zelf een onafhankelijke commissie in te stellen is zeker niet kansloos. Het geniet de steun van CDA en VVD, samen goed voor 72 zetels. Eerder sloten die partijen een parlementair onderzoek of een enquête niet uit. De LPF (acht zetels) beraadt zich nog. (PH/HOP)
Comments are closed.