Minder studenten met een universitaire bachelor op zak beginnen direct aan hun master. De redenen waarom zijn divers.
In collegejaar 2011-2012 begon nog 78 procent van studenten met een bachelordiploma op zak het jaar daarna aan een master, maar dit studiejaar deed maar 68 procent dat. Dat blijkt uit de nieuwe Monitor beleidsmaatregelen.
De onderzoekers laten in het midden of de daling komt door de invoering van het leenstelsel in 2015 of bijvoorbeeld door de in 2012 overal verplichte ‘harde knip’: studenten moeten eerst hun bachelor afronden voor ze aan een master mogen beginnen.
Een andere mogelijkheid is de toename van het aantal masters met selectie-eisen. Studenten zouden daardoor meer tijd nemen om zich goed voor te bereiden. Er kan ook sprake zijn van zelfselectie, waarbij studenten denken niet aan de eisen te kunnen voldoen en dus afzien van een master.
Inclusief de indirecte doorstroom – studenten die wel een master doen, maar die daar niet meteen aan beginnen – ligt het percentage doorstromende wo-bachelors de laatste jaren rond de 85 procent.
De onderzoekers vroegen ook aan masterstudenten van eenjarige opleidingen waarom ze geen meerjarige master hadden gekozen – bijvoorbeeld een researchmaster. “Geen interesse”, was vaak het antwoord, of dat er geen meerjarige master werd aangeboden in hun vakgebied. Eén op de zeven studenten noemde echter de hogere kosten als reden.
HOP, Matthijs van Schie
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.