Onderwijs

Nigeriaanse dromen in Friesland

Ir. Robert Ovbiagbonhia ontvluchtte om politieke redenen Nigeria. Voordat hij een nieuw bestaan kon opbouwen in Nederland moest hij veel hindernissen overwinnen. Vol ambitie en geldingsdrang droomt hij in Friesland nu weer zijn oude Nigeriaanse dromen.

Hoog in de lucht, net onder het wolkendek, vangt Robert Ovbiagbonhia een eerste glimp op van Nederland. Vanuit het vliegtuigraam ziet hij de rode en bruine daken van Nederlandse twee-onder-een-kap-woningen als Legoblokjes onder zich door schieten. Hij kijkt zijn ogen uit. “Alles is zo geordend”, zegt hij tien jaar later. “Alle huizen hebben dezelfde dakpannen. Ik vond het mooi. Er is over nagedacht waar huizen zijn neergezet en hoe ze er zijn neergezet. Vanuit het vliegtuig zag ik dat Nederland ruimtelijke ordening hoog in het vaandel heeft. In Nigeria is het chaos; daar zijn geen plannen hoe gebouwd moet worden. Maar tegelijkertijd vond ik Nederland ook heel kleinschalig, de huizen staan pal op elkaar. Zou het door de kou komen, dacht ik, dat mensen graag dicht op elkaar willen wonen?”

Meer dan dat Nederland een land is met koeien en dijken weet Ovbiagbonhia niet van zijn nieuwe thuisland als hij er zijn eerste voet op de bodem zet. Hij komt terecht in een asielzoekerscentrum in Den Haag, daarna in Drachten. In Nigeria is hij afgestudeerd als architect, maar in Nederland kan hij die papieren niet op tafel leggen. Een lange tijd wachten op de ingewikkelde asielprocedure lijkt het enige deprimerende uitzicht.

Maar stilzitten en duimen draaien is het laatste waar hij aan kan denken. Zo snel mogelijk wil Ovbiagbonhia weer aan de slag. Hij heeft geen recht op taallessen, omdat hij boven de achttien jaar is. “Daarom leerde ik mezelf iedere avond tien nieuwe woorden”, zegt hij. “Ik kreeg geen hulp, maar ik wist dat ik de taal moest leren als ik iets wilde bereiken. Op mijn kamertje, voor de spiegel, deed ik mensen na die Nederlands spreken, om de vreemde klanken onder de knie te krijgen.”
Vacuúm

Ovbiagbonhia probeert zich in te schrijven voor een opleiding architectuur in Leeuwarden. Maar daar zijn ze huiverig om hem toe te laten. “Ik kon niet aantonen dat ik gestudeerd had en ik kon me amper in het Nederlands verstaanbaar maken. Daarom durfden ze het niet aan.” Ovbiagbonhia voltooit wel een toets met goed gevolg en wordt voorwaardelijk toegelaten. Een half jaar mag hij laten zien dat hij het niveau aankan. Pas daarna wil de hogeschool hem inschrijven als student.

“Dat was een zware tijd”, zegt Ovbiagbonhia. “Ik heb mijn identiteit verloren toen ik naar Nederland vluchtte. Nog steeds heb ik het gevoel dat ik geen Nigeriaan ben en geen Nederlander. Ik leef in een vacuúm. In Nigeria zat ik in een bepaalde fase van mijn leven, daar wist ik wie ik was. En ik wist hoe ik in de wereld stond. Dat raakte ik kwijt.”

De eerste keer dat Ovbiagbonhia een computerzaal binnenloopt, schrikt hij zich kapot. “Je moet je voorstellen dat ik nog nooit een computer had gezien. Ik had geen idee wat een shifttoets was.” Het eerste tentamen is een groot obstakel. “Ieder boek moest ik drie keer doorlezen om het goed te begrijpen”, zegt hij. “Ik wist niet waar ik stond. Ik kende het niveau niet dat je in Nederland moet hebben om aan een hogeschool te worden toegelaten. Na het eerste tentamen dat ik haalde, wist ik dat ik het diploma kon halen. Dat was heel belangrijk. Daarna won ik langzaamaan mijn zelfvertrouwen terug.”

Tot zijn grote vreugde wordt Ovbiagbonhia definitief toegelaten tot de hts in Leeuwarden. Hij doorloopt de opleiding met succes. Hij besluit er een universitaire opleiding aan vast te plakken. Zijn oog valt op Delft. “Alle grote namen uit de Nederlandse architectuur komen uit Delft”, zegt hij. “Toen ik dat wist, was de keuze snel gemaakt.”

De aanpak die architecten wordt bijgebracht is in Delft en Leeuwarden niet heel anders dan in Nigeria, benadrukt Ovbiagbonhia. Maar de lesstof is een wereld van verschil. “In Nigeria heb je maar weinig boeken tot je beschikking. In Nederland heel veel. Het niveauverschil van die boeken is heel groot. En lezingen van beroemde architecten worden in Nigeria niet gegeven. Hier vertelt Rem Koolhaas studenten waar hij mee bezig is. Geweldig! Lezingen vind ik nog steeds heel belangrijk. Ik probeer er zo veel mogelijk te volgen, want architectuur is net als mode, het verandert steeds. Voor je het weet, ben je bezig met iets dat passé is. Je moet nieuwsgierig blijven naar de laatste ontwikkelingen.”
Virgin Land

De onzekere en identiteitloze jonge Nigeriaan verandert in Delft in een zelfbewuste, beginnende architect, met veel meer zelfvertrouwen. In Delft rondt hij zijn studie bouwkunde binnen twee jaar af. Daarna gaat hij bewust naar het noorden van Nederland. Sacon, een architectenbureau in Zwolle, lijft hem in. En Ovbiagbonhia woont in Friesland, dat hij het ‘Virgin Land‘ op architectuurgebied noemt.

Het maagdelijke, weidse Friese laagland met sloten, dijken en hier en daar een boerderij, is precies wat Ovbiagbonhia na zijn studie bouwkunde zoekt. “Daar is nog ruimte om te bouwen. De markt in het Westen is verzadigd. Bij architectenbureaus in de Randstad gaat het vrijwel alleen om het ontwerpen, om de architectuur. Ik verdiep me graag ook in de context waarin een gebouw staat. Landschapsarchitectuur, stedenbouw, interieurarchitectuur en constructietechniek vind ik net zo belangrijk als ontwerpen. Anders ontwerp je alleen op hoofdlijnen. Bij Sacon is daar gelukkig veel aandacht voor. Ik wil de Nederlandse architectuur leren vanaf de basis.”

Zijn ogen glinsteren. “In Nigeria wilde ik een eigen architectenbureau beginnen”, zegt Ovbiagbonhia. “Daar is het nooit van gekomen, maar het blijft mijn grote droom.” Omdat zijn zelfvertrouwen toeneemt met de jaren in Nederland en hij een nieuwe identiteit terug wint, durft hij weer te dromen. “In Nederland staat ooit het hoofdkwartier van mijn eigen architectenbureau, met een branch office in Nigeria.”

In zijn hoofd bouwt Ovbiagbonhia de huizen al, die hij straks overal ter wereld wil neerzetten. “Over een paar jaar zijn de mensen hier alle hightech zat”, voorspelt de architect. “Dan gaan ze vanzelf terug naar het primitieve. Ik wil gebouwen ontwerpen waarin het primitieve in balans is met het ingenieuze. De kwaliteit van Europa is de technologie, de kwaliteit van Afrika is het primitieve. Dat wil ik samenbrengen.”

Klappen in je handen zodat lampen aangaan, een afstandsbediening voor de gordijnen – het is Ovbiagbonhia een gruwel. “Maakt dat een kamer nou mooier? Ik wil huizen dichter bij de natuur brengen. De omgeving brengt rust in een huis. Hebben we elektriciteit wel voor alles nodig? Lampen kun je vervangen door kaarsen, de centrale verwarming door een open haard. De achterdeur is in Nederland belangrijker dan de voordeur. Daar zou ik ook iets aan willen doen. Bijvoorbeeld door een groep huizen één voordeur te geven. Dan komen de bewoners elkaar tegen op de gang en maken ze vanzelf een praatje. Dingen samen doen en samen leven met de buren, dat mis ik in Nederland.”

Ovbiagbonhia barst van de ambitie. “Ik heb geluk gehad de afgelopen jaren, dat mensen me een kans hebben gegeven. Maar ik heb er ook keihard voor moeten knokken. Doorzetten was heel belangrijk. Nu kijk ik het liefst vooruit. Misschien ben ik wel de eerste Nigeriaan die in Delft heeft gestudeerd en als architect werkt. Dat mag niet verloren gaan. Mijn invloed in de Nederlandse architectuur moet voelbaar zijn, dat is mijn target.”

Naam: Robert Ovbiagbonhia

Leeftijd: 34 jaar

Woonplaats: Drachten

Verliefd/verloofd/getrouwd: geen commentaar

Studie: bouwkunde

Afgestudeerd: 2005

Afstudeerrichting: woon- en werkarchitectuur

Loopbaan: Ovbiagbonhia studeerde bouwkunde in Nigeria en werkte daar als architect. In Nederland studeerde hij aan de hts Leeuwarden en TU Delft, faculteit Bouwkunde. Nu werkt hij bij architectenbureau Sacon in Zwolle.

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Hoog in de lucht, net onder het wolkendek, vangt Robert Ovbiagbonhia een eerste glimp op van Nederland. Vanuit het vliegtuigraam ziet hij de rode en bruine daken van Nederlandse twee-onder-een-kap-woningen als Legoblokjes onder zich door schieten. Hij kijkt zijn ogen uit. “Alles is zo geordend”, zegt hij tien jaar later. “Alle huizen hebben dezelfde dakpannen. Ik vond het mooi. Er is over nagedacht waar huizen zijn neergezet en hoe ze er zijn neergezet. Vanuit het vliegtuig zag ik dat Nederland ruimtelijke ordening hoog in het vaandel heeft. In Nigeria is het chaos; daar zijn geen plannen hoe gebouwd moet worden. Maar tegelijkertijd vond ik Nederland ook heel kleinschalig, de huizen staan pal op elkaar. Zou het door de kou komen, dacht ik, dat mensen graag dicht op elkaar willen wonen?”

Meer dan dat Nederland een land is met koeien en dijken weet Ovbiagbonhia niet van zijn nieuwe thuisland als hij er zijn eerste voet op de bodem zet. Hij komt terecht in een asielzoekerscentrum in Den Haag, daarna in Drachten. In Nigeria is hij afgestudeerd als architect, maar in Nederland kan hij die papieren niet op tafel leggen. Een lange tijd wachten op de ingewikkelde asielprocedure lijkt het enige deprimerende uitzicht.

Maar stilzitten en duimen draaien is het laatste waar hij aan kan denken. Zo snel mogelijk wil Ovbiagbonhia weer aan de slag. Hij heeft geen recht op taallessen, omdat hij boven de achttien jaar is. “Daarom leerde ik mezelf iedere avond tien nieuwe woorden”, zegt hij. “Ik kreeg geen hulp, maar ik wist dat ik de taal moest leren als ik iets wilde bereiken. Op mijn kamertje, voor de spiegel, deed ik mensen na die Nederlands spreken, om de vreemde klanken onder de knie te krijgen.”
Vacuúm

Ovbiagbonhia probeert zich in te schrijven voor een opleiding architectuur in Leeuwarden. Maar daar zijn ze huiverig om hem toe te laten. “Ik kon niet aantonen dat ik gestudeerd had en ik kon me amper in het Nederlands verstaanbaar maken. Daarom durfden ze het niet aan.” Ovbiagbonhia voltooit wel een toets met goed gevolg en wordt voorwaardelijk toegelaten. Een half jaar mag hij laten zien dat hij het niveau aankan. Pas daarna wil de hogeschool hem inschrijven als student.

“Dat was een zware tijd”, zegt Ovbiagbonhia. “Ik heb mijn identiteit verloren toen ik naar Nederland vluchtte. Nog steeds heb ik het gevoel dat ik geen Nigeriaan ben en geen Nederlander. Ik leef in een vacuúm. In Nigeria zat ik in een bepaalde fase van mijn leven, daar wist ik wie ik was. En ik wist hoe ik in de wereld stond. Dat raakte ik kwijt.”

De eerste keer dat Ovbiagbonhia een computerzaal binnenloopt, schrikt hij zich kapot. “Je moet je voorstellen dat ik nog nooit een computer had gezien. Ik had geen idee wat een shifttoets was.” Het eerste tentamen is een groot obstakel. “Ieder boek moest ik drie keer doorlezen om het goed te begrijpen”, zegt hij. “Ik wist niet waar ik stond. Ik kende het niveau niet dat je in Nederland moet hebben om aan een hogeschool te worden toegelaten. Na het eerste tentamen dat ik haalde, wist ik dat ik het diploma kon halen. Dat was heel belangrijk. Daarna won ik langzaamaan mijn zelfvertrouwen terug.”

Tot zijn grote vreugde wordt Ovbiagbonhia definitief toegelaten tot de hts in Leeuwarden. Hij doorloopt de opleiding met succes. Hij besluit er een universitaire opleiding aan vast te plakken. Zijn oog valt op Delft. “Alle grote namen uit de Nederlandse architectuur komen uit Delft”, zegt hij. “Toen ik dat wist, was de keuze snel gemaakt.”

De aanpak die architecten wordt bijgebracht is in Delft en Leeuwarden niet heel anders dan in Nigeria, benadrukt Ovbiagbonhia. Maar de lesstof is een wereld van verschil. “In Nigeria heb je maar weinig boeken tot je beschikking. In Nederland heel veel. Het niveauverschil van die boeken is heel groot. En lezingen van beroemde architecten worden in Nigeria niet gegeven. Hier vertelt Rem Koolhaas studenten waar hij mee bezig is. Geweldig! Lezingen vind ik nog steeds heel belangrijk. Ik probeer er zo veel mogelijk te volgen, want architectuur is net als mode, het verandert steeds. Voor je het weet, ben je bezig met iets dat passé is. Je moet nieuwsgierig blijven naar de laatste ontwikkelingen.”
Virgin Land

De onzekere en identiteitloze jonge Nigeriaan verandert in Delft in een zelfbewuste, beginnende architect, met veel meer zelfvertrouwen. In Delft rondt hij zijn studie bouwkunde binnen twee jaar af. Daarna gaat hij bewust naar het noorden van Nederland. Sacon, een architectenbureau in Zwolle, lijft hem in. En Ovbiagbonhia woont in Friesland, dat hij het ‘Virgin Land‘ op architectuurgebied noemt.

Het maagdelijke, weidse Friese laagland met sloten, dijken en hier en daar een boerderij, is precies wat Ovbiagbonhia na zijn studie bouwkunde zoekt. “Daar is nog ruimte om te bouwen. De markt in het Westen is verzadigd. Bij architectenbureaus in de Randstad gaat het vrijwel alleen om het ontwerpen, om de architectuur. Ik verdiep me graag ook in de context waarin een gebouw staat. Landschapsarchitectuur, stedenbouw, interieurarchitectuur en constructietechniek vind ik net zo belangrijk als ontwerpen. Anders ontwerp je alleen op hoofdlijnen. Bij Sacon is daar gelukkig veel aandacht voor. Ik wil de Nederlandse architectuur leren vanaf de basis.”

Zijn ogen glinsteren. “In Nigeria wilde ik een eigen architectenbureau beginnen”, zegt Ovbiagbonhia. “Daar is het nooit van gekomen, maar het blijft mijn grote droom.” Omdat zijn zelfvertrouwen toeneemt met de jaren in Nederland en hij een nieuwe identiteit terug wint, durft hij weer te dromen. “In Nederland staat ooit het hoofdkwartier van mijn eigen architectenbureau, met een branch office in Nigeria.”

In zijn hoofd bouwt Ovbiagbonhia de huizen al, die hij straks overal ter wereld wil neerzetten. “Over een paar jaar zijn de mensen hier alle hightech zat”, voorspelt de architect. “Dan gaan ze vanzelf terug naar het primitieve. Ik wil gebouwen ontwerpen waarin het primitieve in balans is met het ingenieuze. De kwaliteit van Europa is de technologie, de kwaliteit van Afrika is het primitieve. Dat wil ik samenbrengen.”

Klappen in je handen zodat lampen aangaan, een afstandsbediening voor de gordijnen – het is Ovbiagbonhia een gruwel. “Maakt dat een kamer nou mooier? Ik wil huizen dichter bij de natuur brengen. De omgeving brengt rust in een huis. Hebben we elektriciteit wel voor alles nodig? Lampen kun je vervangen door kaarsen, de centrale verwarming door een open haard. De achterdeur is in Nederland belangrijker dan de voordeur. Daar zou ik ook iets aan willen doen. Bijvoorbeeld door een groep huizen één voordeur te geven. Dan komen de bewoners elkaar tegen op de gang en maken ze vanzelf een praatje. Dingen samen doen en samen leven met de buren, dat mis ik in Nederland.”

Ovbiagbonhia barst van de ambitie. “Ik heb geluk gehad de afgelopen jaren, dat mensen me een kans hebben gegeven. Maar ik heb er ook keihard voor moeten knokken. Doorzetten was heel belangrijk. Nu kijk ik het liefst vooruit. Misschien ben ik wel de eerste Nigeriaan die in Delft heeft gestudeerd en als architect werkt. Dat mag niet verloren gaan. Mijn invloed in de Nederlandse architectuur moet voelbaar zijn, dat is mijn target.”

Naam: Robert Ovbiagbonhia

Leeftijd: 34 jaar

Woonplaats: Drachten

Verliefd/verloofd/getrouwd: geen commentaar

Studie: bouwkunde

Afgestudeerd: 2005

Afstudeerrichting: woon- en werkarchitectuur

Loopbaan: Ovbiagbonhia studeerde bouwkunde in Nigeria en werkte daar als architect. In Nederland studeerde hij aan de hts Leeuwarden en TU Delft, faculteit Bouwkunde. Nu werkt hij bij architectenbureau Sacon in Zwolle.

(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.