.kop Science moet fun zijnTechnische natuurkunde bestaat 75 jaar. Vorige week donderdag vormde het Scheveningse circustheater het decor van het lustrumsymposium, met het thema ‘onderzoek in onderwijs’.
Speciale gast: Lewis Elton, verbonden aan University College Londen. Zijn centrale vraag: wat is een goede docent?
Elton citeert uit de ‘Encyclopaedia Brittanica’: ,,Mendeleyev was één van de grootste onderwijzers van zijn tijd. Zijn collegezaal zat altijd stampvol met studenten. Een student schreef eens over hem: ik ben bang dat maar weinig mensen hem konden volgen. Maar voor degenen die dat wel konden, was hij een grote stimulans voor het wetenschappelijk denken.” Elton kijkt de zaal aan en vraagt: ,,Kan iemand die slechts door een minderheid van zijn studenten wordt begrepen, een goede docent zijn?” Geen reactie, maar Elton weet het antwoord: ,,Nee, een docent moet juist afdalen naar het niveau van de studenten en ze aanmoedigen om te leren. En daarom moet niet het onderzoek van de professor in het onderwijs centraal staan, maar wel onderzoekachtige activiteiten, aansluitend op het denkniveau van de student.”
Stof tot nadenken voor de professoren in de zaal. Elton geeft ze de gelegenheid om er met elkaar over te discussiëren. Die ruimte zouden ze zelf ook eens tijdens hun colleges aan studenten moeten geven, vindt hij: ,,Tijdens een college is geen tijd om na te denken. Zodra je begint na te denken, volg je de les niet meer en raak je achterop.” En dat terwijl volgens Elton kritisch denken juist moet worden gestimuleerd aan een universiteit.
Na zijn betoog is in de foyer van het theater een tentoonstelling van onderzoekswerk van afstudeerders en promovendi. De ruim honderd posters, die veelal bol staan van formules en grafieken, dingen bovendien mee naar diverse prijzen, waaronder die voor het meest spectaculaire onderwerp.
Opvallend tussen de veredelde formulebladen is de poster van Bram van Driel en Martijn Geers. Zij werken mee aan Robocup, het voetbalspel dat wordt gespeeld door robots. Met een camera neemt de robot zijn omgeving in zich op, waarna hij op de bal afstormt om deze in het doel van de tegenstander te deponeren. Van Driel ziet het project niet als serieuze kandidaat voor de prijs van het meest spectaculaire onderwerp. ,,Het is vooral spielerei in de marge van de technologische ontwikkeling op dit vakgebied.”
Tot Van Driels grote verrassing noemt de jury hem toch in het rijtje van genomineerden. ,,Science moet ook gewoon fun zijn”, is de uitleg. Maar uiteindelijk geeft fun voor de jury niet de doorslag: Saskia Hekkers ‘Temperature Measurements in Rayleigh-Benard convection using suspended liquid crystals’ wordt betiteld als het meest spectaculaire onderwerp. Niet zo fun als Robocup, maar voor een echte physicus vast minstens zo fascinerend.
Ramses Kaijen
.kop Science moet fun zijn
Technische natuurkunde bestaat 75 jaar. Vorige week donderdag vormde het Scheveningse circustheater het decor van het lustrumsymposium, met het thema ‘onderzoek in onderwijs’. Speciale gast: Lewis Elton, verbonden aan University College Londen. Zijn centrale vraag: wat is een goede docent?
Elton citeert uit de ‘Encyclopaedia Brittanica’: ,,Mendeleyev was één van de grootste onderwijzers van zijn tijd. Zijn collegezaal zat altijd stampvol met studenten. Een student schreef eens over hem: ik ben bang dat maar weinig mensen hem konden volgen. Maar voor degenen die dat wel konden, was hij een grote stimulans voor het wetenschappelijk denken.” Elton kijkt de zaal aan en vraagt: ,,Kan iemand die slechts door een minderheid van zijn studenten wordt begrepen, een goede docent zijn?” Geen reactie, maar Elton weet het antwoord: ,,Nee, een docent moet juist afdalen naar het niveau van de studenten en ze aanmoedigen om te leren. En daarom moet niet het onderzoek van de professor in het onderwijs centraal staan, maar wel onderzoekachtige activiteiten, aansluitend op het denkniveau van de student.”
Stof tot nadenken voor de professoren in de zaal. Elton geeft ze de gelegenheid om er met elkaar over te discussiëren. Die ruimte zouden ze zelf ook eens tijdens hun colleges aan studenten moeten geven, vindt hij: ,,Tijdens een college is geen tijd om na te denken. Zodra je begint na te denken, volg je de les niet meer en raak je achterop.” En dat terwijl volgens Elton kritisch denken juist moet worden gestimuleerd aan een universiteit.
Na zijn betoog is in de foyer van het theater een tentoonstelling van onderzoekswerk van afstudeerders en promovendi. De ruim honderd posters, die veelal bol staan van formules en grafieken, dingen bovendien mee naar diverse prijzen, waaronder die voor het meest spectaculaire onderwerp.
Opvallend tussen de veredelde formulebladen is de poster van Bram van Driel en Martijn Geers. Zij werken mee aan Robocup, het voetbalspel dat wordt gespeeld door robots. Met een camera neemt de robot zijn omgeving in zich op, waarna hij op de bal afstormt om deze in het doel van de tegenstander te deponeren. Van Driel ziet het project niet als serieuze kandidaat voor de prijs van het meest spectaculaire onderwerp. ,,Het is vooral spielerei in de marge van de technologische ontwikkeling op dit vakgebied.”
Tot Van Driels grote verrassing noemt de jury hem toch in het rijtje van genomineerden. ,,Science moet ook gewoon fun zijn”, is de uitleg. Maar uiteindelijk geeft fun voor de jury niet de doorslag: Saskia Hekkers ‘Temperature Measurements in Rayleigh-Benard convection using suspended liquid crystals’ wordt betiteld als het meest spectaculaire onderwerp. Niet zo fun als Robocup, maar voor een echte physicus vast minstens zo fascinerend.
Ramses Kaijen
Comments are closed.