Het concept voor het toelichtingboekje inschrijving 2000/2001 ligt klaar. Vóór Pinksteren ontvangen alle 14.000 studenten een exemplaar met de gewijzigde tarieven van de collegegelden.
Delen
/strong>
,,De nieuwe wet studiefinanciering, WSF 2000, heeft voordelen voor de studenten. De leeftijdsgrens voor studiefinanciering is verhoogd naar 30 jaar, de diplomatermijn voor de prestatiebeurs is verhoogd en studenten kunnen langer van het lage wettelijke collegegeldtarief genieten”, stelt A.H. Dijkgraaf, hoofd van de Centrale Studentenadministratie (CSa).
Elk jaar stelt de minister het wettelijk collegegeld vast. Komend studiejaar bedraagt het voor een voltijdstudent % 2.874,-. Dit lagere tarief geldt voor alle studenten uit Nederland en de Europese Unie die op 31 augustus 2000 jonger zijn dan 30 jaar. In de afgelopen jaren kregen studenten met een vijfjarig programma zeven jaar het recht om dit tarief te betalen. Voorwaarde was wel dat ze ook studiefinanciering ontvingen.
Om de retributiestatus van een student bij te houden hanteert de CSa nu nog het ocr-getal: openstaand collegegeld recht. Dit getal geeft aan hoeveel maanden iemand nog recht heeft op het lagere tarief. Heeft een student geen ocr meer ter beschikking, dan betaalt hij het instellingstarief van % 3.972,-.
Dit ocr-getal vervalt per september. Leeftijd en nationaliteit worden dan bepalend. Het kan voorkomen dat een student die inmiddels het hoge tarief moest betalen weer teruggaat naar het lage tarief.
Overigens zijn er vele uitzonderingen op het hoge tarief mogelijk. Studenten die bijvoorbeeld bestuursfuncties hebben vervuld en studievertraging hebben opgelopen kunnen aanspraak maken op een uitkering. Over die uitkeringsperiode kan achteraf, na bewijs van behaalde studieresultaten, het lage instellingstarief worden betaald.
Dijkgraaf: ,,Als op grote schaal gebruik gemaakt wordt van mogelijkheden, betekent dit voor ons beteken een enorm aantal administratieve handelingen. Bovendien loopt de TU door deze aanpassingen in de collegegelden naar verwachting ruim anderhalf miljoen aan inkomsten mis. Het college van bestuur dient hiervoor dan ook een claim in bij het departement van onderwijs.
Afwisselend
Al met al maakt de nieuwe wet een flexibeler inzet van de studiefinanciering mogelijk. Zo hoeft een student niet meer aaneengesloten te studeren. Er geldt nu een vrije termijn van tien jaar, waarin je afwisselend in- en uit kan schrijven. De daarvoor vereiste flexibiliteit zit nog niet in de inschrijvingsregelingen. Het ministerie werkt nu aan een wetsontwerp dat ook de in- en uitschrijving moet ‘flexibiliseren’. De invoering daarvan staat op de rol voor september 2001.
De CSa heeft al ‘geoefend’ met de flexibele inschrijving, maar ziet toch tegen de wetswijziging op. Sinds 1996 is het namelijk aan de TU al mogelijk per maand in en uit te schrijven. Daarnaast verlooptsinds 1988 de betaling van collegegeld in termijnen, waarbij geleidelijk van vijf termijnen naar maandelijkse inning is overgeschakeld. De afgelopen jaren bespeurt Dijkgraaf een duidelijk toename.
,,Als er in het kader van WSF 2000 meer bekendheid aan flexibele in- en uitschrijving wordt gegeven, zal dit een grote aanslag op de capaciteit van de CSa doen”, zo verwacht hij. De flexibilisering vergt samen met de verschillende tarieven immers veel van de snelheid van inschrijvings- en andere afhandelingsprocedures. De facturering en de inning van de retributies moeten nu eenmaal synchroon lopen met de in- en uitschrijvingen. En veel variabelen maken een administratie niet makkelijker.
Het concept voor het toelichtingboekje inschrijving 2000/2001 ligt klaar. Vóór Pinksteren ontvangen alle 14.000 studenten een exemplaar met de gewijzigde tarieven van de collegegelden.
,,De nieuwe wet studiefinanciering, WSF 2000, heeft voordelen voor de studenten. De leeftijdsgrens voor studiefinanciering is verhoogd naar 30 jaar, de diplomatermijn voor de prestatiebeurs is verhoogd en studenten kunnen langer van het lage wettelijke collegegeldtarief genieten”, stelt A.H. Dijkgraaf, hoofd van de Centrale Studentenadministratie (CSa).
Elk jaar stelt de minister het wettelijk collegegeld vast. Komend studiejaar bedraagt het voor een voltijdstudent % 2.874,-. Dit lagere tarief geldt voor alle studenten uit Nederland en de Europese Unie die op 31 augustus 2000 jonger zijn dan 30 jaar. In de afgelopen jaren kregen studenten met een vijfjarig programma zeven jaar het recht om dit tarief te betalen. Voorwaarde was wel dat ze ook studiefinanciering ontvingen.
Om de retributiestatus van een student bij te houden hanteert de CSa nu nog het ocr-getal: openstaand collegegeld recht. Dit getal geeft aan hoeveel maanden iemand nog recht heeft op het lagere tarief. Heeft een student geen ocr meer ter beschikking, dan betaalt hij het instellingstarief van % 3.972,-.
Dit ocr-getal vervalt per september. Leeftijd en nationaliteit worden dan bepalend. Het kan voorkomen dat een student die inmiddels het hoge tarief moest betalen weer teruggaat naar het lage tarief.
Overigens zijn er vele uitzonderingen op het hoge tarief mogelijk. Studenten die bijvoorbeeld bestuursfuncties hebben vervuld en studievertraging hebben opgelopen kunnen aanspraak maken op een uitkering. Over die uitkeringsperiode kan achteraf, na bewijs van behaalde studieresultaten, het lage instellingstarief worden betaald.
Dijkgraaf: ,,Als op grote schaal gebruik gemaakt wordt van mogelijkheden, betekent dit voor ons beteken een enorm aantal administratieve handelingen. Bovendien loopt de TU door deze aanpassingen in de collegegelden naar verwachting ruim anderhalf miljoen aan inkomsten mis. Het college van bestuur dient hiervoor dan ook een claim in bij het departement van onderwijs.
Afwisselend
Al met al maakt de nieuwe wet een flexibeler inzet van de studiefinanciering mogelijk. Zo hoeft een student niet meer aaneengesloten te studeren. Er geldt nu een vrije termijn van tien jaar, waarin je afwisselend in- en uit kan schrijven. De daarvoor vereiste flexibiliteit zit nog niet in de inschrijvingsregelingen. Het ministerie werkt nu aan een wetsontwerp dat ook de in- en uitschrijving moet ‘flexibiliseren’. De invoering daarvan staat op de rol voor september 2001.
De CSa heeft al ‘geoefend’ met de flexibele inschrijving, maar ziet toch tegen de wetswijziging op. Sinds 1996 is het namelijk aan de TU al mogelijk per maand in en uit te schrijven. Daarnaast verlooptsinds 1988 de betaling van collegegeld in termijnen, waarbij geleidelijk van vijf termijnen naar maandelijkse inning is overgeschakeld. De afgelopen jaren bespeurt Dijkgraaf een duidelijk toename.
,,Als er in het kader van WSF 2000 meer bekendheid aan flexibele in- en uitschrijving wordt gegeven, zal dit een grote aanslag op de capaciteit van de CSa doen”, zo verwacht hij. De flexibilisering vergt samen met de verschillende tarieven immers veel van de snelheid van inschrijvings- en andere afhandelingsprocedures. De facturering en de inning van de retributies moeten nu eenmaal synchroon lopen met de in- en uitschrijvingen. En veel variabelen maken een administratie niet makkelijker.
Comments are closed.