Onderwijs

Nieuwe geluidsstudio voor MP3-opvolger

Een nieuwe geluidsdichte studio bij de afdeling informatie- en communicatietheorie aan de EWI-faculteit maakt onderzoek mogelijk naar de compressie van geluidsbestanden en ruisonderdrukking bij mobiele telefoons.

De studio, die eind vorige maand in gebruik werd genomen, is volledig geluidsdicht van de buitenwereld afgesneden. Dit is nodig om bij audioproeven geen verstoring van de omgeving te krijgen. Door een geluidsreductie van zeventig decibel is een achtergrondruis van maximaal acht decibel te horen. Een bezoeker kan daardoor het bloed in zijn eigen oren horen stromen of, als hij een gehoorbeschadiging heeft, een pieptoon.

Ook staan twee Nautilus-800-speakers van het merk B&W opgesteld. De Nautilus-speakers zijn wereldwijd bekend voor professioneel gebruik. Ook George Lucas gebruikte ze in zijn studio bij het maken van ‘Star Wars’. Met deze speakers kan een zo ‘droog’ mogelijk geluid worden geproduceerd, met zo weinig mogelijk reflectie.

De studio wordt gebruikt om de kwaliteit van audioinformatie te testen die digitaal is omgezet en gecomprimeerd. Dit comprimeren (verkleinen) is nodig, zodat het bestand op een MP3-speler past of via internetradio kan worden afgespeeld. Dit verkleinen heet audiocompressie en de informatietheoriegroep bedenkt hiervoor algoritmes. Bij bestaande algoritmes gaat nog veel geluidskwaliteit verloren en de informatietheoriegroep wil dit samen met Philips veranderen.

De bedoeling is dat proefpersonen in de studio aan geluidsproeven onderworpen worden. Luisteraars moeten kunnen onderscheiden bij welke compressiemethode de geluidskwaliteit het best bewaard blijft.

“Wij testen nu een methode die variabele tijdsegmentatie heet”, zegt promovendus Omar Niamut. “Daarmee kun je op een slimmere manier een geluidsfragment in kleine stukjes verdelen. Je kunt dan de karakteristieken van een geluidssignaal, bijvoorbeeld van een basgitaar, behouden, precies op de plekken waar het nodig is. Toch kun je dan het bestand fors verkleinen.”

Met name bij internetradio zou zo de geluidskwaliteit beter worden. “Nu heb je op internetradio een maximale datastroom van 128 kilobits per seconde en het geluid is niet om aan te horen”, zegt Niamut. “In de studio kunnen we testen welk geluid voor het menselijk gehoor relevant is en wat je nauwelijks hoort. Geluid dat je niet hoort neemt wel schijfruimte in, omdat je het opneemt. Wij kijken wat er van het eindsignaal overblijft als je overbodig geluid gewoon weglaat. Proefpersonen moeten kunnen horen of we dat op de goede manier doen.”

De studio wordt ook gebruikt voor een ander onderzoeksdoel dat de laatste jaren in de belangstelling staat: speech enhancement. De groep werkt aan een manier om stemgeluid van een spreker uit achtergrondlawaai te filteren. Iemand die vanuit de trein belt, is daarmee te horen zonder het gedender op de rails. Hoe dit precies werkt, daar wil Niamut nog niets over zeggen. Dde concurrentie ligt op de loer.

http://ict.ewi.tudelft.nl/index.php?option=com_sections&id=113&Itemid=200

www-ict.ewi.tudelft.nl/~audio/

De studio, die eind vorige maand in gebruik werd genomen, is volledig geluidsdicht van de buitenwereld afgesneden. Dit is nodig om bij audioproeven geen verstoring van de omgeving te krijgen. Door een geluidsreductie van zeventig decibel is een achtergrondruis van maximaal acht decibel te horen. Een bezoeker kan daardoor het bloed in zijn eigen oren horen stromen of, als hij een gehoorbeschadiging heeft, een pieptoon.

Ook staan twee Nautilus-800-speakers van het merk B&W opgesteld. De Nautilus-speakers zijn wereldwijd bekend voor professioneel gebruik. Ook George Lucas gebruikte ze in zijn studio bij het maken van ‘Star Wars’. Met deze speakers kan een zo ‘droog’ mogelijk geluid worden geproduceerd, met zo weinig mogelijk reflectie.

De studio wordt gebruikt om de kwaliteit van audioinformatie te testen die digitaal is omgezet en gecomprimeerd. Dit comprimeren (verkleinen) is nodig, zodat het bestand op een MP3-speler past of via internetradio kan worden afgespeeld. Dit verkleinen heet audiocompressie en de informatietheoriegroep bedenkt hiervoor algoritmes. Bij bestaande algoritmes gaat nog veel geluidskwaliteit verloren en de informatietheoriegroep wil dit samen met Philips veranderen.

De bedoeling is dat proefpersonen in de studio aan geluidsproeven onderworpen worden. Luisteraars moeten kunnen onderscheiden bij welke compressiemethode de geluidskwaliteit het best bewaard blijft.

“Wij testen nu een methode die variabele tijdsegmentatie heet”, zegt promovendus Omar Niamut. “Daarmee kun je op een slimmere manier een geluidsfragment in kleine stukjes verdelen. Je kunt dan de karakteristieken van een geluidssignaal, bijvoorbeeld van een basgitaar, behouden, precies op de plekken waar het nodig is. Toch kun je dan het bestand fors verkleinen.”

Met name bij internetradio zou zo de geluidskwaliteit beter worden. “Nu heb je op internetradio een maximale datastroom van 128 kilobits per seconde en het geluid is niet om aan te horen”, zegt Niamut. “In de studio kunnen we testen welk geluid voor het menselijk gehoor relevant is en wat je nauwelijks hoort. Geluid dat je niet hoort neemt wel schijfruimte in, omdat je het opneemt. Wij kijken wat er van het eindsignaal overblijft als je overbodig geluid gewoon weglaat. Proefpersonen moeten kunnen horen of we dat op de goede manier doen.”

De studio wordt ook gebruikt voor een ander onderzoeksdoel dat de laatste jaren in de belangstelling staat: speech enhancement. De groep werkt aan een manier om stemgeluid van een spreker uit achtergrondlawaai te filteren. Iemand die vanuit de trein belt, is daarmee te horen zonder het gedender op de rails. Hoe dit precies werkt, daar wil Niamut nog niets over zeggen. Dde concurrentie ligt op de loer.

http://ict.ewi.tudelft.nl/index.php?option=com_sections&id=113&Itemid=200

www-ict.ewi.tudelft.nl/~audio/

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.