Koos Meesters won met hulp van zijn huisgenoten bij de studentenraadverkiezingen één zetel en is dit jaar dus van Dé Partij. Hoe runt hij solo een fractie én een vereniging?
Koos Meesters: “Studenten mogen meer zeiken en dan op een constructieve manier.” (Foto: Jaden Accord)
Delen
Na twaalf jaar tweepartijenstelsel is dit jaar een derde partij, of eigenlijk Dé Partij, in de studentenraad aangeschoven. De drie huisgenoten die de nieuwe partij gestart zijn, behaalden één zetel en daarom heeft lijsttrekker Koos Meesters als eenmansfractie een jaar de tijd om de speerpunten van Dé Partij op de agenda te zetten. Delta was benieuwd hoe hij die zetel heeft bemachtigd en waar zijn prioriteiten liggen.
Allereerst, hoe gaat het met je?
“Ja, best goed. Het is zo aan het begin van het jaar even opstarten. Dat is voor mij misschien iets lastiger, want ik heb geen voorgangers. Maar de andere partijen helpen ook, dus dat is fijn. Al vind ik het zelf wel fijn om geen mensen voor me te hebben: dan kun je je eigen weg in slaan. Dat is het idee van een nieuwe partij. Het is wel veel werk om in de studentenraad te zitten en tegelijk een vereniging te bouwen.”
Er stonden tijdens de verkiezingen nog twee mensen op de lijst. Helpen zij mee?
“Zij zijn mijn huisgenoten en helpen de rest van het jaar. Maar ja, ze hebben natuurlijk daarnaast hun studie. Het is nu een beetje vroeg om daarover te spreken, maar we willen na dit jaar doorgaan. Wij willen dat de vereniging groter wordt dan ons huis. Het zou fijn zijn als er meer mensen willen helpen. We zijn op dit moment nog niet actief op zoek, maar als mensen een idee hebben dat het beste bij Dé Partij past, dan kunnen ze naar me toe komen om het te presenteren. Ze kunnen me altijd bellen: mijn nummer staat op de site.”
‘Ik miste de ruwe kant in de studentenraad’
Waarom hebben jullie een nieuwe partij opgericht? Moest er een gat worden opgevuld?
“Ja, misschien wel. Ik ben redelijk direct, met duidelijke communicatie. Daardoor kom ik een beetje ruw over, maar die ruwe kant miste ik in de studentenraad. Als vertegenwoordiging van studenten mag je soms best laten horen dat je het ergens niet mee eens bent. Dat heb ik tijdens mijn vier jaar studeren van de studentenraad niet gehoord. Ik weet nu door gesprekken met mensen van de andere partijen dat ze het echt heel vaak oneens zijn. Ik vind het zonde dat de gemiddelde student dat niet een beetje meekrijgt.”
Hoe betrokken was je vorig jaar bij de sr? Was je bijvoorbeeld bij de vergaderingen?
“Nee, maar het is een misvatting dat je de vergaderingen zou moeten bijwonen om te weten wat er speelt. De studentenraad moet meer proactief communiceren, in plaats van zeggen dat je maar langs moet komen als je geïnteresseerd bent. Dat vind ik een lakse houding. Sinds dit jaar hebben alle partijen hier een grotere focus op communicatie richting studenten. Ik denk dat dit een indirect gevolg is van het verkiezingsresultaat.”
Hoe verloopt de samenwerking met de andere twee partijen?
“Dat gaat best goed. Iedereen doet natuurlijk zijn eigen ding. Zij hebben dossiers van eerdere jaren die ze overnemen. Ik krijg van hen vaak de vraag waar ik op wil focussen. Daarom ben ik nu bezig met een visiedocument. Ik zou heel graag met alles bezig zijn, want mijn partijgenoten en ik hebben overal een mening over, maar het sociale aspect van studeren is het belangrijkst voor ons. Studie is het verbindende deel van de studententijd, maar daarnaast moet je je ook kunnen te ontplooien: bij een studentenhuis, vereniging of na je college naar een bar gaan.”
‘Het broodje bal is een symbool’
Hoor ik dat je het niet eens bent met het alcoholbeleid van de TU?
“Ja, ik vind dat tegenstrijdig. Het college van bestuur heeft het vaak over een levendige campus, maar met de huidige restricties heeft een horecaonderneming geen beste business case op de campus.”
Eén van jullie campagnespeerpunten was het terugbrengen van het broodje bal in Cafe X. Is dat nog één van je prioriteiten?
“Ja, maar het broodje bal is een symbool. Het hoort bij een kantinecultuur, net als na college om vier uur een biertje drinken. Oké, dat hoeft er niet bij te horen, maar voor heel veel mensen is dat wel zo.”
Waar let je op omtrent de beleidsvorming van de TU Delft?
“Er gebeurt heel veel, vooral door het strategisch kader Contouren2030. Er komt een nieuwe locatie in Rotterdam. Hoe creëer je een off-site campus die de Delftse identiteit behoudt? Zodat het niet TU Rotterdam wordt, maar TU Delft Rotterdam. De structuur die we hier hebben, moet daar blijven bestaan, met op elke faculteit ontmoetingsplekken en een eigen bar.”
‘Er is veel meer rendement te behalen als je studenten meer begeleidt en coacht’
Je hebt het veel over de sociale student. Heeft Dé Partij ook punten die over het onderwijs gaan?
“De TU Delft scoort in enquêtes over studenttevredenheid redelijk laag op persoonlijke aandacht. Je hebt als student soms het gevoel dat je er alleen voor staat, dat de TU geen actieve interest neemt in jouw studiesucces. De studiebegeleiding is niet bepaald geweldig, zeker vergeleken met het Erasmus, waar ze een meer proactieve houding aannemen. Je ziet dat er veel meer rendement te behalen is als je studenten meer begeleidt en coacht, in plaats van dat ze het zelf uit moeten vogelen.”
Wat wil je aan de studenten meegeven?
“Studenten mogen meer zeiken en dan op een constructieve manier. Laat je mening horen. Daar hoef je mij niet voor te bellen trouwens. Dat kun je ook gewoon zelf doen. Ga in gesprek met je decaan of met je opleidingsdirecteur en laat horen wat jij vindt.”
- Gerelateerd:
- Nieuwe partij wil studentenraad in
- Studentenpartij Dé Partij wil ‘een nieuw geluid’
- Oras verliest opnieuw een zetel: ‘Een grote klap’
Nikita Ham / Student-redacteur
Comments are closed.