Nieuwe docenten moeten straks bewijzen dat ze goed onderwijs kunnen geven. Onderwijservaring, gevolgde cursussen en beoordelingen on the job tellen hiervoor.
Delen
/em>
De studentenraad zou graag zien dat álle docenten een officiële docentenkwalificatie moeten hebben. Zover wil de universiteit niet gaan. Nieuwe docenten zullen een kwalificatie moeten halen. Maar voor zittende docenten is het aan hun decaan om te oordelen of een kwalificatie nodig is.
,,Jammer”, vindt Roel van Raak, voorzitter van de studentenraadscommissie Onderwijs & onderzoek. ,,Zo kan de kwalificatie door zittende docenten gezien worden als een soort straf. Terwijl wij juist hopen dat het een eer is om een kwalificatie te hebben. Maar we zijn natuurlijk bovenal blij dat de universiteit een docentenkwalificatie gaat invoeren. Anderhalf jaar geleden heeft mijn partij AAG het idee aangedragen.”
De proeve van bekwaamheid zal bestaan uit een aantal cursussen en trainingen on the job. Een nieuwe docent zal hierbij worden begeleid door een senior docent of een onderwijskundige van de sectie Didactiek en Onderwijsontwikkeling (DidO). De AKO (Adviescommissie voor Kwaliteitszorg van het Onderwijs), die het college adviseerde over de docentenkwalificatie, noemt de DiDo-cursus ‘startbekwaam docent’ en het didactisch inwerktraject van Technische Natuurkunde als goede voorbeelden.
De AKO heeft een lijst opgesteld van vakinhoudelijke, didactische en organisatorische bekwaamheden die een docent moet bezitten. Een standaard toets of studieprogramma hiervoor bestaat echter niet. Elke decaan beoordeelt nieuwkomers op hun onderwijservaring. En geeft aan welke cursussen en trainingen de persoon nog moet doen om een kwalificatie te krijgen.
De kwalificatie zal telkens opnieuw bewezen moeten worden. Rector Karel Wakker noemde een voorbeeldtermijn voor de ‘geldigheid’ van vijf jaar.
Nieuwe docenten moeten straks bewijzen dat ze goed onderwijs kunnen geven. Onderwijservaring, gevolgde cursussen en beoordelingen on the job tellen hiervoor.
De studentenraad zou graag zien dat álle docenten een officiële docentenkwalificatie moeten hebben. Zover wil de universiteit niet gaan. Nieuwe docenten zullen een kwalificatie moeten halen. Maar voor zittende docenten is het aan hun decaan om te oordelen of een kwalificatie nodig is.
,,Jammer”, vindt Roel van Raak, voorzitter van de studentenraadscommissie Onderwijs & onderzoek. ,,Zo kan de kwalificatie door zittende docenten gezien worden als een soort straf. Terwijl wij juist hopen dat het een eer is om een kwalificatie te hebben. Maar we zijn natuurlijk bovenal blij dat de universiteit een docentenkwalificatie gaat invoeren. Anderhalf jaar geleden heeft mijn partij AAG het idee aangedragen.”
De proeve van bekwaamheid zal bestaan uit een aantal cursussen en trainingen on the job. Een nieuwe docent zal hierbij worden begeleid door een senior docent of een onderwijskundige van de sectie Didactiek en Onderwijsontwikkeling (DidO). De AKO (Adviescommissie voor Kwaliteitszorg van het Onderwijs), die het college adviseerde over de docentenkwalificatie, noemt de DiDo-cursus ‘startbekwaam docent’ en het didactisch inwerktraject van Technische Natuurkunde als goede voorbeelden.
De AKO heeft een lijst opgesteld van vakinhoudelijke, didactische en organisatorische bekwaamheden die een docent moet bezitten. Een standaard toets of studieprogramma hiervoor bestaat echter niet. Elke decaan beoordeelt nieuwkomers op hun onderwijservaring. En geeft aan welke cursussen en trainingen de persoon nog moet doen om een kwalificatie te krijgen.
De kwalificatie zal telkens opnieuw bewezen moeten worden. Rector Karel Wakker noemde een voorbeeldtermijn voor de ‘geldigheid’ van vijf jaar.
Comments are closed.