Zaterdagavond, half elf. Vier meiden zijn in de weer met een glitterroller en zilverpapieren stropdassen-met-elastiekje. Even later komen drie andere meiden aan in vrijwel dezelfde outfit: glinsterende topjes, het haar verdeeld in miniknotjes met aluminiumfolie eromheen.
Als ze alle zeven klaar zijn, gaan ze naar binnen. Niet bij een houseparty, maar bij het openingsfeest van carnavalvereniging De Olijkers, die residentie houdt in dansschool Wesseling.
Ieder jaar is het raak: het zuiden van Nederland is een week lang onbereikbaar als Oeteldonkers, Heikneutersdurpers en Kraaierijkers feestend en drinkend door het leven gaan. Boven de grote rivieren wordt nauwelijks carnaval gevierd en kijkt men meewarig naar de beelden op het journaal. Toch?
Niet helemaal. Tenminste: niet in Delft. Met negen carnavalsverenigingen gaat Kabbelgat ruimschoots aan kop als carnavalstad boven de Maas. Een verklaring hebben de zeven vriendinnen daar niet voor. Susanne Roetern (22): ,,Het is gewoon supergezellig.” Oorspronkelijk komt Roetern uit Hoogeveen, maar daar ‘doen ze er helemaal niets aan’. ,,Het is hier veel vrijer.” Voor Janine van Wijck (ook 22) is het allemaal nieuw. ,,Ik kom uit Groningen en ben hier via mijn vriend ingerold.”
Het feestthema ‘zilver’ komt maar mondjesmaat terug in de volle zaal. Geel, rood en groen schreeuwen om de aandacht in strepen, ruitjes of blokpatronen. Een enkeling is het avontuur aangegaan en is verkleed als jurist, wildeman of college grad. Fluitjes zijn populair: ritmisch wordt met de carnavalskrakers meegefloten.
Frans Berger (colbertje met kleurrijk dessin) bekijkt geamuseerd het feestgedruis. Dit jaar valt zijn verjaardag in de carnavalsweek. ,,Morgen wordt ik 68 jaar. Daarvan zit ik al 35 jaar bij De Olijkers.” Waarom het carnaval zo leeft in Delft? Ook Berger blijft het antwoord schuldig.
Aan de andere kant van Delft tapt Frits Smit (50) nog een biertje. Hij staat achter de bar in café de Nieuwe Prins, thuishaven van de stichting Delftse Canavals Viering. In het dagelijks leven staat hij in de boekwinkel van Civiele Techniek. ,,Ik heb ook geen idee waarom het zo leeft hier. Allemaal zuiplappen misschien?”
Het biertje gaat naar Pascal Eickenboom (22, in Tiroler outfit). Hoewel hij van geen van de verenigingen lid is, doet hij wel ieder jaar mee met carnaval. ,,Ik vind het gewoon leuk. Eigenlijk wilde ik naar Limburg, maar ik kon geen vrij krijgen van mijn werk.”
Bij De Olijkers is op dat moment net de favoriete carnavalshit gekozen. De halve zaal zingt de tagline mee: ,,Er is bier voor iedereen / dusdrinken we samen / drinken we niet alleen.” Zou dat dan de hitformule zijn?
www.kabbelgat.nl . .
Zaterdagavond, half elf. Vier meiden zijn in de weer met een glitterroller en zilverpapieren stropdassen-met-elastiekje. Even later komen drie andere meiden aan in vrijwel dezelfde outfit: glinsterende topjes, het haar verdeeld in miniknotjes met aluminiumfolie eromheen. Als ze alle zeven klaar zijn, gaan ze naar binnen. Niet bij een houseparty, maar bij het openingsfeest van carnavalvereniging De Olijkers, die residentie houdt in dansschool Wesseling.
Ieder jaar is het raak: het zuiden van Nederland is een week lang onbereikbaar als Oeteldonkers, Heikneutersdurpers en Kraaierijkers feestend en drinkend door het leven gaan. Boven de grote rivieren wordt nauwelijks carnaval gevierd en kijkt men meewarig naar de beelden op het journaal. Toch?
Niet helemaal. Tenminste: niet in Delft. Met negen carnavalsverenigingen gaat Kabbelgat ruimschoots aan kop als carnavalstad boven de Maas. Een verklaring hebben de zeven vriendinnen daar niet voor. Susanne Roetern (22): ,,Het is gewoon supergezellig.” Oorspronkelijk komt Roetern uit Hoogeveen, maar daar ‘doen ze er helemaal niets aan’. ,,Het is hier veel vrijer.” Voor Janine van Wijck (ook 22) is het allemaal nieuw. ,,Ik kom uit Groningen en ben hier via mijn vriend ingerold.”
Het feestthema ‘zilver’ komt maar mondjesmaat terug in de volle zaal. Geel, rood en groen schreeuwen om de aandacht in strepen, ruitjes of blokpatronen. Een enkeling is het avontuur aangegaan en is verkleed als jurist, wildeman of college grad. Fluitjes zijn populair: ritmisch wordt met de carnavalskrakers meegefloten.
Frans Berger (colbertje met kleurrijk dessin) bekijkt geamuseerd het feestgedruis. Dit jaar valt zijn verjaardag in de carnavalsweek. ,,Morgen wordt ik 68 jaar. Daarvan zit ik al 35 jaar bij De Olijkers.” Waarom het carnaval zo leeft in Delft? Ook Berger blijft het antwoord schuldig.
Aan de andere kant van Delft tapt Frits Smit (50) nog een biertje. Hij staat achter de bar in café de Nieuwe Prins, thuishaven van de stichting Delftse Canavals Viering. In het dagelijks leven staat hij in de boekwinkel van Civiele Techniek. ,,Ik heb ook geen idee waarom het zo leeft hier. Allemaal zuiplappen misschien?”
Het biertje gaat naar Pascal Eickenboom (22, in Tiroler outfit). Hoewel hij van geen van de verenigingen lid is, doet hij wel ieder jaar mee met carnaval. ,,Ik vind het gewoon leuk. Eigenlijk wilde ik naar Limburg, maar ik kon geen vrij krijgen van mijn werk.”
Bij De Olijkers is op dat moment net de favoriete carnavalshit gekozen. De halve zaal zingt de tagline mee: ,,Er is bier voor iedereen / dusdrinken we samen / drinken we niet alleen.” Zou dat dan de hitformule zijn?
www.kabbelgat.nl . .
Comments are closed.