Onderwijs in het Engels krijgt de meeste aandacht in de recent verschenen internationaliseringsnota. ,,De nota gaat echter over veel meer”, aldus de samenstelster ir. M.Y. Spiekerman.
Eerst wil de bevlogen Mariëtta Spiekerman duidelijk maken waarom internationalisering voor de TU belangrijk is. ,,Het is niet zo, en het mag ook niet zo zijn, dat de TU met een vage trend meewaait. Het internationaliseringsbeleid is een reële response van de universiteit op de globalisering van de samenleving. Voor de goede orde: de internationaliseringsnota is een beleidskader en niet een tot in de puntjes uitgewerkt actieplan.”
Wil de TU de komende decennia meetellen op het gebied van onderwijs en wetenschap dan moet de universiteit aandacht hebben voor vier speerpunten. Ten eerste is het belangrijk om internationale relaties op het gebied van bestuur, onderwijs en wetenschap te ontwikkelen. Daarnaast moet de mobiliteit van staf en studenten worden bevorderd. Verder is de internationale profilering van belang, zoals duidelijkheid over titels. Als vierde punt noemt Spiekerman het Engelstalige onderwijs gekoppeld aan een internationale curriculumontwikkeling.
,,Net als andere universiteiten is de TU met het wetenschappelijk onderzoek altijd al internationaal georiënteerd geweest. Voor het onderwijs is dit echter niet het geval.” Spiekerman wijst de suggestie van de hand dat de tweejarige Engelstalige Master-of-Scienceopleidingen alleen bestaan om meer buitenlandse studenten te trekken. Zij vindt het belangrijk voor de Nederlandse studenten om een internationale dimensie aan het onderwijs te geven. ,,Techniek ontwikkelt zich niet langer op een nationaal maar op een internationaal niveau. Toekomstige ingenieurs zullen moeten samenwerken met collega’s uit andere culturen. Om hun te begrijpen helpt het als je eens in een ander land hebt rondgekeken en ook als je goed Engels spreekt. Dat is de taal die internationaal het meest gehanteerd wordt.”
Mobiliteitsbeurs
De studentenraad heeft enthousiast gereageerd op de mobiliteitsplannen. Dat verbaast Spiekerman niet. ,,Het is leuk om een deel van je studietijd in het buitenland door te brengen. In mijn conceptnota opperde ik het idee van een Mobiliteitsbeurs. De vorige studentenraad was daar zo enthousiast over dat ze mee wilde werken aan de organisatie.”
,,Ondanks dat de nota nog niet definitief klaar was, ben ik toch met hen gaan praten. Mijn opvatting is dat je enthousiasme niet moet afremmen. Zeg je ‘ik moet eerst mijn nota afmaken’ dan is bij hen het animo ook snel verdwenen. Uit dit overleg zijn een paar leuke ideeën voortgekomen en die zijn verwerkt in de huidige internationaliseringsnota.”
Het is de bedoeling om de laatste twee studiejaren van alle opleidingen om te vormen tot een Master-of-Science programma en dat houdt in: Engelstalig onderwijs. Spiekerman kent debezwaren hiertegen en een aantal hiervan vindt ze terecht. ,,Natuurlijk beheersen niet alle docenten het Engels optimaal. Maar je kan beleid niet eindeloos uitstellen omdat het Engels van de docenten niet even perfect is als dat van native speakers. Mijn opvatting is dat je de problemen niet moet onderschatten, maar dat je je er ook niet door moet laten verlammen. De TU vindt dat ook en heeft een gedragscode ontwikkeld voor de invoering van Engelstalig onderwijs. Deze bevat oplossingen zoals de keuze voor goed Engels lesmateriaal, gastdocenten of een bijscholingscursus.”
Ook terecht vindt Spiekerman het bezwaar van studenten dat voor hen de studie zwaarder wordt. Ook dit probleem benadert Spiekerman oplossingsgericht. ,,Dit is te ondervangen door goed lesmateriaal, het verkleinen van de groepen en het gebruik maken van diverse media.”
Om haar visie te onderstrepen wil Spiekerman graag eindigen met de woorden (waarmee ze haar nota opent) van de natuurkundige Marie Curie. ,,After all science is essentially international, and it is only through lack of the historical sense that national qualities have been attributed to it.”
Eerst wil de bevlogen Mariëtta Spiekerman duidelijk maken waarom internationalisering voor de TU belangrijk is. ,,Het is niet zo, en het mag ook niet zo zijn, dat de TU met een vage trend meewaait. Het internationaliseringsbeleid is een reële response van de universiteit op de globalisering van de samenleving. Voor de goede orde: de internationaliseringsnota is een beleidskader en niet een tot in de puntjes uitgewerkt actieplan.”
Wil de TU de komende decennia meetellen op het gebied van onderwijs en wetenschap dan moet de universiteit aandacht hebben voor vier speerpunten. Ten eerste is het belangrijk om internationale relaties op het gebied van bestuur, onderwijs en wetenschap te ontwikkelen. Daarnaast moet de mobiliteit van staf en studenten worden bevorderd. Verder is de internationale profilering van belang, zoals duidelijkheid over titels. Als vierde punt noemt Spiekerman het Engelstalige onderwijs gekoppeld aan een internationale curriculumontwikkeling.
,,Net als andere universiteiten is de TU met het wetenschappelijk onderzoek altijd al internationaal georiënteerd geweest. Voor het onderwijs is dit echter niet het geval.” Spiekerman wijst de suggestie van de hand dat de tweejarige Engelstalige Master-of-Scienceopleidingen alleen bestaan om meer buitenlandse studenten te trekken. Zij vindt het belangrijk voor de Nederlandse studenten om een internationale dimensie aan het onderwijs te geven. ,,Techniek ontwikkelt zich niet langer op een nationaal maar op een internationaal niveau. Toekomstige ingenieurs zullen moeten samenwerken met collega’s uit andere culturen. Om hun te begrijpen helpt het als je eens in een ander land hebt rondgekeken en ook als je goed Engels spreekt. Dat is de taal die internationaal het meest gehanteerd wordt.”
Mobiliteitsbeurs
De studentenraad heeft enthousiast gereageerd op de mobiliteitsplannen. Dat verbaast Spiekerman niet. ,,Het is leuk om een deel van je studietijd in het buitenland door te brengen. In mijn conceptnota opperde ik het idee van een Mobiliteitsbeurs. De vorige studentenraad was daar zo enthousiast over dat ze mee wilde werken aan de organisatie.”
,,Ondanks dat de nota nog niet definitief klaar was, ben ik toch met hen gaan praten. Mijn opvatting is dat je enthousiasme niet moet afremmen. Zeg je ‘ik moet eerst mijn nota afmaken’ dan is bij hen het animo ook snel verdwenen. Uit dit overleg zijn een paar leuke ideeën voortgekomen en die zijn verwerkt in de huidige internationaliseringsnota.”
Het is de bedoeling om de laatste twee studiejaren van alle opleidingen om te vormen tot een Master-of-Science programma en dat houdt in: Engelstalig onderwijs. Spiekerman kent debezwaren hiertegen en een aantal hiervan vindt ze terecht. ,,Natuurlijk beheersen niet alle docenten het Engels optimaal. Maar je kan beleid niet eindeloos uitstellen omdat het Engels van de docenten niet even perfect is als dat van native speakers. Mijn opvatting is dat je de problemen niet moet onderschatten, maar dat je je er ook niet door moet laten verlammen. De TU vindt dat ook en heeft een gedragscode ontwikkeld voor de invoering van Engelstalig onderwijs. Deze bevat oplossingen zoals de keuze voor goed Engels lesmateriaal, gastdocenten of een bijscholingscursus.”
Ook terecht vindt Spiekerman het bezwaar van studenten dat voor hen de studie zwaarder wordt. Ook dit probleem benadert Spiekerman oplossingsgericht. ,,Dit is te ondervangen door goed lesmateriaal, het verkleinen van de groepen en het gebruik maken van diverse media.”
Om haar visie te onderstrepen wil Spiekerman graag eindigen met de woorden (waarmee ze haar nota opent) van de natuurkundige Marie Curie. ,,After all science is essentially international, and it is only through lack of the historical sense that national qualities have been attributed to it.”
Comments are closed.