Nanotechnoloog Cees Dekker heeft maandag een van de vier Spinoza-prijzen gekregen, de hoogste wetenschappelijke onderscheidingen in Nederland.
/strong>
De uitverkiezing werd dit keer door wetenschapsfinancier NWO niet tot het laatste moment geheim gehouden. ,,Vorige week vrijdag kreeg ik een telefoontje”, vertelt Cees Dekker. In februari krijgt de Delftse nanotechnoloog het bronzen beeldje uitgereikt. Dekker was niet de enige winnaar van een Spinoza-prijs, Nederlands officieuze Nobelprijs voor baanbrekende wetenschappers. De drie andere Spinoza-winnaars waren Jan Luiten van Zanden (geschiedenis, Utrecht), Robbert Dijkgraaf (mathematische fysica, UvA) en Lans Bovenberg (economie, Tilburg).
Met het beeldje krijgt Dekker ook een geldbedrag van 1,5 miljoen euro, geheel vrij te besteden aan wetenschappelijk onderzoek. Het is overigens al weer vier jaar geleden dat de TU Delft voor het laatst een Spinoza-prijs binnenhaalde met René de Borst, hoogleraar numerieke mechanica bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.
Dekker doet fundamenteel onderzoek op het gebied van nanotechologie. Oneerbiedig gezegd: knutselen met moleculen en atomen. Dekkers publicaties op dit terrein haalden de afgelopen jaren maar liefst dertien maal ’s werelds twee belangrijkste wetenschappelijke tijdschriften: ‘Science‘ en ‘Nature‘. Enkele keren zelfs prominent op de cover. Geen wonder dat Dekker inmiddels ‘exceptioneel vaak geciteerd wordt binnen de fysica’ (NWO-juryrapport).
Dekker krijgt de Spinoza-prijs voor zijn ‘gehele oeuvre’. Zelf vermoedt de nanotechnoloog dat hij de prijs vooral te danken heeft aan zijn recente publicaties over nanokoolstofbuisjes: een soort minieme rolletjes kippengaas met een wanddikte van slechts één enkel koolstofmolecuul. Dekkers groep slaagde er als eerste ter wereld in om van dergelijke geknikte nanobuisjes een transistor te fabriceren, de basis van alle elektronica.
De 1,5 miljoen euro van de Spinoza-prijs wil Dekker besteden aan zijn nieuwste hobby: de nanobiofysica, een deelgebied dat de basisprincipes van het leven tracht te achterhalen. ,,Ik moet eens rustig nadenken hoe ik zo’n groot bedrag precies ga uitgeven. Ik denk dat ik een aantal toppostdocs en andere biofysische onderzoekers uit het buitenland aantrek.”
Wordt er niet tegelijk hard aan Dekker zelf getrokken door Amerikaanse topuniversiteiten? ,,Zo nu en dan”, bekent hij. ,,Maar ik heb hier in Delft een prima plek, krijg erg veel support van de universiteit.”
Al is nanotechnologie razendpopulair, concrete toepassingen zijn nog steeds ver weg, erkent ook Dekker. ,,Maar ik verwacht ze wel over tien, twintig jaar: biosensoren bijvoorbeeld, en heel nieuwe materialen met bijzondere eigenschappen; ook toepassingen op medisch gebied en in de micro-elektronica.”
Veel sceptischer zijn Dekker en zijn collega’s over de veelbesproken moleculaire of kwantumcomputer: een rekentuig oneindig veel krachtiger dan de huidige computers. ,,De kans dat dat ooit wat wordt, is niet zo heel groot. Maar als het wel lukt, dan is het ook een enorme klapper.”
Nanotechnoloog Cees Dekker heeft maandag een van de vier Spinoza-prijzen gekregen, de hoogste wetenschappelijke onderscheidingen in Nederland.
De uitverkiezing werd dit keer door wetenschapsfinancier NWO niet tot het laatste moment geheim gehouden. ,,Vorige week vrijdag kreeg ik een telefoontje”, vertelt Cees Dekker. In februari krijgt de Delftse nanotechnoloog het bronzen beeldje uitgereikt. Dekker was niet de enige winnaar van een Spinoza-prijs, Nederlands officieuze Nobelprijs voor baanbrekende wetenschappers. De drie andere Spinoza-winnaars waren Jan Luiten van Zanden (geschiedenis, Utrecht), Robbert Dijkgraaf (mathematische fysica, UvA) en Lans Bovenberg (economie, Tilburg).
Met het beeldje krijgt Dekker ook een geldbedrag van 1,5 miljoen euro, geheel vrij te besteden aan wetenschappelijk onderzoek. Het is overigens al weer vier jaar geleden dat de TU Delft voor het laatst een Spinoza-prijs binnenhaalde met René de Borst, hoogleraar numerieke mechanica bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.
Dekker doet fundamenteel onderzoek op het gebied van nanotechologie. Oneerbiedig gezegd: knutselen met moleculen en atomen. Dekkers publicaties op dit terrein haalden de afgelopen jaren maar liefst dertien maal ’s werelds twee belangrijkste wetenschappelijke tijdschriften: ‘Science‘ en ‘Nature‘. Enkele keren zelfs prominent op de cover. Geen wonder dat Dekker inmiddels ‘exceptioneel vaak geciteerd wordt binnen de fysica’ (NWO-juryrapport).
Dekker krijgt de Spinoza-prijs voor zijn ‘gehele oeuvre’. Zelf vermoedt de nanotechnoloog dat hij de prijs vooral te danken heeft aan zijn recente publicaties over nanokoolstofbuisjes: een soort minieme rolletjes kippengaas met een wanddikte van slechts één enkel koolstofmolecuul. Dekkers groep slaagde er als eerste ter wereld in om van dergelijke geknikte nanobuisjes een transistor te fabriceren, de basis van alle elektronica.
De 1,5 miljoen euro van de Spinoza-prijs wil Dekker besteden aan zijn nieuwste hobby: de nanobiofysica, een deelgebied dat de basisprincipes van het leven tracht te achterhalen. ,,Ik moet eens rustig nadenken hoe ik zo’n groot bedrag precies ga uitgeven. Ik denk dat ik een aantal toppostdocs en andere biofysische onderzoekers uit het buitenland aantrek.”
Wordt er niet tegelijk hard aan Dekker zelf getrokken door Amerikaanse topuniversiteiten? ,,Zo nu en dan”, bekent hij. ,,Maar ik heb hier in Delft een prima plek, krijg erg veel support van de universiteit.”
Al is nanotechnologie razendpopulair, concrete toepassingen zijn nog steeds ver weg, erkent ook Dekker. ,,Maar ik verwacht ze wel over tien, twintig jaar: biosensoren bijvoorbeeld, en heel nieuwe materialen met bijzondere eigenschappen; ook toepassingen op medisch gebied en in de micro-elektronica.”
Veel sceptischer zijn Dekker en zijn collega’s over de veelbesproken moleculaire of kwantumcomputer: een rekentuig oneindig veel krachtiger dan de huidige computers. ,,De kans dat dat ooit wat wordt, is niet zo heel groot. Maar als het wel lukt, dan is het ook een enorme klapper.”
Comments are closed.