Campus

Nachtplassen

Ik ga. Ik ga niet. Ik ga wel. Ik ga niet. Ik ga toch.Opgefokt gefrustreerd sla ik mijn warme deken weg. Het is koud. Ik zal voor de gelegenheid een T-shirt aantrekken.

Maar voor ik het weet sta ik boven de pot. Ik staar wezenloos naar de kaart van Delft die boven onze plee hangt en laat alles stromen. Hoe vaak heb ik niet naar dit Delft gekeken terwijl ik me genadeloos liet leeglopen? Zijn er daarom zo veel grachten? Ondertussen werk ik aan mijn gracht. Even voel ik me gelukkiger dan ooit.

Het genot van nachtplassen zit ‘m in de vele stadia die getrotseerd moeten worden. Wanneer je eindelijk opgewarmd en klaar voor de slaap bent, begint er langzaam maar zéker iets te drukken in de onderbuik. Wegdenken. Wegdenken. Het helpt niet. Is dit plas? Dit is plas. En je weet, dit wordt niet minder, alleen maar meer.

Je vraagt je af of het lukt om in slaap te vallen voordat de druk tot ongekende hoogte is gestegen. Vol overgave stort je jezelf in potentiële dromen, maar tevergeefs, je komt overal uit op de plee. Er zit niets anders op. Je zult de tocht moeten ondernemen.

Urine is als geld: de waarde zit ‘m in het uitgeven. Koud en kil is de tocht door de gang. Het licht moet aan en je tast in het donker naar de lichtknop. Het licht is fel. De pleedeur klinkt hard in je slaperige oren. De bril omhoog. Boxershort omlaag. Een beetje maar. Mikken. De weg is vrij. Er mag gelost worden.

Delft is niet zo groot. Wel veel water met al die grachten. Het wordt warm. Je afvalwater klettert in de pot. Even voel je je gelukkiger dan ooit. Je kunt weer rustig gaan slapen. Jouw Delftse gracht van deze nacht ligt in de plee. Zo is Delft mooi.

Bouwkundestudent Jaro Cools (25) is een van de twee nieuwe studentcolumnisten. Zijn column verschijnt om de drie weken in Delta.

Ik ga. Ik ga niet. Ik ga wel. Ik ga niet. Ik ga toch.

Opgefokt gefrustreerd sla ik mijn warme deken weg. Het is koud. Ik zal voor de gelegenheid een T-shirt aantrekken. Maar voor ik het weet sta ik boven de pot. Ik staar wezenloos naar de kaart van Delft die boven onze plee hangt en laat alles stromen. Hoe vaak heb ik niet naar dit Delft gekeken terwijl ik me genadeloos liet leeglopen? Zijn er daarom zo veel grachten? Ondertussen werk ik aan mijn gracht. Even voel ik me gelukkiger dan ooit.

Het genot van nachtplassen zit ‘m in de vele stadia die getrotseerd moeten worden. Wanneer je eindelijk opgewarmd en klaar voor de slaap bent, begint er langzaam maar zéker iets te drukken in de onderbuik. Wegdenken. Wegdenken. Het helpt niet. Is dit plas? Dit is plas. En je weet, dit wordt niet minder, alleen maar meer.

Je vraagt je af of het lukt om in slaap te vallen voordat de druk tot ongekende hoogte is gestegen. Vol overgave stort je jezelf in potentiële dromen, maar tevergeefs, je komt overal uit op de plee. Er zit niets anders op. Je zult de tocht moeten ondernemen.

Urine is als geld: de waarde zit ‘m in het uitgeven. Koud en kil is de tocht door de gang. Het licht moet aan en je tast in het donker naar de lichtknop. Het licht is fel. De pleedeur klinkt hard in je slaperige oren. De bril omhoog. Boxershort omlaag. Een beetje maar. Mikken. De weg is vrij. Er mag gelost worden.

Delft is niet zo groot. Wel veel water met al die grachten. Het wordt warm. Je afvalwater klettert in de pot. Even voel je je gelukkiger dan ooit. Je kunt weer rustig gaan slapen. Jouw Delftse gracht van deze nacht ligt in de plee. Zo is Delft mooi.

Bouwkundestudent Jaro Cools (25) is een van de twee nieuwe studentcolumnisten. Zijn column verschijnt om de drie weken in Delta.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.