Na de scriptie

br />
Carlo Fiamingo

Carlo Fiamingo (32) studeerde technische bestuurskunde van 1993 tot 2000. Hij werkt bij adviesbureau TBA Nederland.

,,In 1989 koos ik in een opwelling luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. In 1991 ben ik gestopt en heb vervolgens mijn dienstplicht vervuld. De persoonlijke benadering tijdens de open dag van technische bestuurskunde gaf de doorslag bij mijn tweede studiekeuze. Na een jaar ben ik nog eens gestopt omdat ik een baan kon krijgen als luchtverkeersleider op Schiphol. Twee jaar later werd ik afgetest en heb ik de studie weer opgepikt.

Ik ben afgestudeerd in transport en logistiek en werk sindsdien bij adviesbureau TBA. De oprichters zijn twee Delftse bestuurskundestudenten. De meesten van mijn tien collega’s maken simulaties, voor onder anderen containerstromen in havens. Ik werk aan een model voor de politie: hoe hun 112-voertuigen zo ingezet kunnen worden dat ze op tijd zijn. Voordeel van een klein bedrijf is dat je projecten van start tot einde meemaakt en de klant zelf ontmoet. Mijn volgende baan zal desondanks bij een grotere organisatie zijn; ik ben inmiddels vader, dan tellen secundaire arbeidsvoorwaarden wat harder.

Hoewel ik moeite had met beleidsvakken, mocht de studie van mij best zwaarder. Doordat je altijd in projectvorm werkt viel het eenzame afstuderen me tegen, maar misschien had ik ook niet genoeg discipline. Verder zie ik nu pas welke studies ik ook had kunnen doen. Over de logistieke onderrichtingen van werktuigbouw en civiele techniek hoorde ik nauwelijks tijdens voorlichtingen. Als ik zo’n studie had gedaan kon ik nu beter meepraten over de technische kant van projecten. Aan de andere kant moeten civielers en werktuigbouwers op managementgebied vaak nog worden bijgeschoold door het bedrijf.

Als voorzitter van de alumnivereniging kom ik nog wel eens op de faculteit. Het aantal studenten is flink gegroeid. Toen ik begon was het een kleinere, hechtere groep: tijdens de winterspelen werden colleges uitgesteld om gezamenlijk in de kantine naar de verrichtingen van Bart Veldkamp te kijken.”

Claire de Nerée tot Babberich

Claire de Nerée tot Babberich (27) studeerde van 1993 tot 1999 technische bestuurskunde. Ze werkt als brandmanager voor Unilever.

,,Ik zocht in de richting van scheikunde en economie. De combinatie management en techniek sprak mij aan en bovendien leek Delft me een leuke stad. Ik vond de studie wat schools, maar we hadden wel een hechte, goed gemotiveerde groep met veel contact tussen studenten en professoren.

Ik ben afgestudeerd in twee richtingen: organisatie & management en industriële systemen, energie & milieu. Voor mijn afstuderen onderzocht ik voor een onderdeel van Unilever hoe het bedrijf aan kennismanagement kan doen. Daarna heb ik met prof.mr.dr. Hans de Bruijn een boekje geschreven over het onderwerp, waarna ik bij Unilever ben aangenomen als managementtrainee.

In onder andere Brazilië, Mexico en India heb ik workshops gegeven over kennismanagement. Dan komen bijvoorbeeld vijftien tomatenexperts bijeen en brengen we in kaart wat we gezamenlijk wel en niet weten.

Na een baan in de staf wilde ik graag dichter bij het eindresultaat staan en leren over de producten zelf. Sinds kort werk ik als brandmanager voor Cif en Glorix. Mijn taak is om allesreiniger, bleekmiddel, doekjes, active gel, toiletblokken enzovoort op allerlei mogelijke manieren zo relevant mogelijk te laten zijn voor de consument. Dat betekent dat je de consument goed moet leren kennen. Je kunt nooit jezelf als maatstaf nemen, dus ga ik bijvoorbeeld bij mensen thuis in de keukenkastjes kijken welke schoonmaakproducten ze hebben. Erg leuk zijn ‘babbelsessies’, waarbij we onder het genot van een hapje en een drankje over Unileverproducten praten.

Uiteindelijk zou ik graag iets leidinggevends doen met hoger geschoolden in strategisch relevante projecten. Ik ben inmiddels een beetje uit het technisch bestuurskundige vakgebied gerold, maar een multidisciplinaire studie is sowieso handig. Ik zie de opleiding als het vwo; een soort vormingsproces waarin je analytisch leert denken. Vooral het omgaan met complexe problemen, het veelvuldig presenteren en de multidisciplinaire insteek komen nog altijd van pas.”

Lars Canté

Lars Canté (24) studeerde van 1997 tot 2002 technische bestuurskunde. Hij werkt als projectmedewerker voor TBM bij de sectie Beleidskunde.

,,Ik ben begonnen met civiele techniek: bruggen, tunnels en veel mechanica en analyse. Maar ik was meer geïnteresseerd in bestuurskundige vragen: waarom niet een veerpont in plaats van een brug? Na een jaar ben ik overgestapt.

Ik ben afgestudeerd bij de Nederlandse ambassade in Berlijn op verschillen in de wijze van onderhandelen tussen Nederlandse en Duitse partijen. Dat onderwerp is eerder politicologisch en bestuurskundig dan technisch. Ik ben technisch geïnteresseerd, maar meer de kant van B opgegaan dan van T.

Mijn begeleiders waren zo enthousiast over de afstudeerscriptie, dat ik onmiddellijk binnen de sectie aan de slag kon. Ik verricht nu onderzoek naar ’toezicht en handhaving’ met als casus Irak: kat-en-muisspelletjes tussen Bush en Saddam. De partij die zich wil handhaven gebruikt altijd een paar trucs. Ik probeer daarin strategische patronen te ontdekken. Op dit moment lees ik ‘The war on Iraq‘ van Scott Ritter. De ondertitel is veelzeggend: ‘What team Bush doesn’t want you to know‘. Ritter is een voormalig wapeninspecteur; hij weerlegt argumenten die Bush gebruikt om een aanval te rechtvaardigen.

Toen ik aan deze baan begon wist ik nog niet of ik het bedrijfsleven in wilde, of onderzoek doen en promoveren. Een combinatie lijkt me te zwaar. Ik heb mijn twijfels kenbaar gemaakt, de tijd gekregen om te beslissen en inmiddels besloten het bedrijfsleven in te gaan. Ooit wil ik misschien promoveren, maar voorlopig niet. Ik begin per 1 februari bij adviesbureau Berenschot.

Of ik ooit naar het buitenland vertrek weet ik niet. Op zich heb ik geen grote binding met Nederland: mijn ouders wonen in Ierland, mijn zus in Amerika. Tussen het einde van mijn huidige baan en het begin van mijn nieuwe baan heb ik een maand vrij. Ik ga dan eerst maar eens op vakantie, dat is er sinds het afstuderen nog niet van gekomen.”

De faculteit Techniek, Bestuur en Management viert dit jaar haar tienjarig bestaan. Drie afgestudeerde bestuurskundestudenten vertellen over hun ervaringen na de eindscriptie .

Carlo Fiamingo

Carlo Fiamingo (32) studeerde technische bestuurskunde van 1993 tot 2000. Hij werkt bij adviesbureau TBA Nederland.

,,In 1989 koos ik in een opwelling luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. In 1991 ben ik gestopt en heb vervolgens mijn dienstplicht vervuld. De persoonlijke benadering tijdens de open dag van technische bestuurskunde gaf de doorslag bij mijn tweede studiekeuze. Na een jaar ben ik nog eens gestopt omdat ik een baan kon krijgen als luchtverkeersleider op Schiphol. Twee jaar later werd ik afgetest en heb ik de studie weer opgepikt.

Ik ben afgestudeerd in transport en logistiek en werk sindsdien bij adviesbureau TBA. De oprichters zijn twee Delftse bestuurskundestudenten. De meesten van mijn tien collega’s maken simulaties, voor onder anderen containerstromen in havens. Ik werk aan een model voor de politie: hoe hun 112-voertuigen zo ingezet kunnen worden dat ze op tijd zijn. Voordeel van een klein bedrijf is dat je projecten van start tot einde meemaakt en de klant zelf ontmoet. Mijn volgende baan zal desondanks bij een grotere organisatie zijn; ik ben inmiddels vader, dan tellen secundaire arbeidsvoorwaarden wat harder.

Hoewel ik moeite had met beleidsvakken, mocht de studie van mij best zwaarder. Doordat je altijd in projectvorm werkt viel het eenzame afstuderen me tegen, maar misschien had ik ook niet genoeg discipline. Verder zie ik nu pas welke studies ik ook had kunnen doen. Over de logistieke onderrichtingen van werktuigbouw en civiele techniek hoorde ik nauwelijks tijdens voorlichtingen. Als ik zo’n studie had gedaan kon ik nu beter meepraten over de technische kant van projecten. Aan de andere kant moeten civielers en werktuigbouwers op managementgebied vaak nog worden bijgeschoold door het bedrijf.

Als voorzitter van de alumnivereniging kom ik nog wel eens op de faculteit. Het aantal studenten is flink gegroeid. Toen ik begon was het een kleinere, hechtere groep: tijdens de winterspelen werden colleges uitgesteld om gezamenlijk in de kantine naar de verrichtingen van Bart Veldkamp te kijken.”

Claire de Nerée tot Babberich

Claire de Nerée tot Babberich (27) studeerde van 1993 tot 1999 technische bestuurskunde. Ze werkt als brandmanager voor Unilever.

,,Ik zocht in de richting van scheikunde en economie. De combinatie management en techniek sprak mij aan en bovendien leek Delft me een leuke stad. Ik vond de studie wat schools, maar we hadden wel een hechte, goed gemotiveerde groep met veel contact tussen studenten en professoren.

Ik ben afgestudeerd in twee richtingen: organisatie & management en industriële systemen, energie & milieu. Voor mijn afstuderen onderzocht ik voor een onderdeel van Unilever hoe het bedrijf aan kennismanagement kan doen. Daarna heb ik met prof.mr.dr. Hans de Bruijn een boekje geschreven over het onderwerp, waarna ik bij Unilever ben aangenomen als managementtrainee.

In onder andere Brazilië, Mexico en India heb ik workshops gegeven over kennismanagement. Dan komen bijvoorbeeld vijftien tomatenexperts bijeen en brengen we in kaart wat we gezamenlijk wel en niet weten.

Na een baan in de staf wilde ik graag dichter bij het eindresultaat staan en leren over de producten zelf. Sinds kort werk ik als brandmanager voor Cif en Glorix. Mijn taak is om allesreiniger, bleekmiddel, doekjes, active gel, toiletblokken enzovoort op allerlei mogelijke manieren zo relevant mogelijk te laten zijn voor de consument. Dat betekent dat je de consument goed moet leren kennen. Je kunt nooit jezelf als maatstaf nemen, dus ga ik bijvoorbeeld bij mensen thuis in de keukenkastjes kijken welke schoonmaakproducten ze hebben. Erg leuk zijn ‘babbelsessies’, waarbij we onder het genot van een hapje en een drankje over Unileverproducten praten.

Uiteindelijk zou ik graag iets leidinggevends doen met hoger geschoolden in strategisch relevante projecten. Ik ben inmiddels een beetje uit het technisch bestuurskundige vakgebied gerold, maar een multidisciplinaire studie is sowieso handig. Ik zie de opleiding als het vwo; een soort vormingsproces waarin je analytisch leert denken. Vooral het omgaan met complexe problemen, het veelvuldig presenteren en de multidisciplinaire insteek komen nog altijd van pas.”

Lars Canté

Lars Canté (24) studeerde van 1997 tot 2002 technische bestuurskunde. Hij werkt als projectmedewerker voor TBM bij de sectie Beleidskunde.

,,Ik ben begonnen met civiele techniek: bruggen, tunnels en veel mechanica en analyse. Maar ik was meer geïnteresseerd in bestuurskundige vragen: waarom niet een veerpont in plaats van een brug? Na een jaar ben ik overgestapt.

Ik ben afgestudeerd bij de Nederlandse ambassade in Berlijn op verschillen in de wijze van onderhandelen tussen Nederlandse en Duitse partijen. Dat onderwerp is eerder politicologisch en bestuurskundig dan technisch. Ik ben technisch geïnteresseerd, maar meer de kant van B opgegaan dan van T.

Mijn begeleiders waren zo enthousiast over de afstudeerscriptie, dat ik onmiddellijk binnen de sectie aan de slag kon. Ik verricht nu onderzoek naar ’toezicht en handhaving’ met als casus Irak: kat-en-muisspelletjes tussen Bush en Saddam. De partij die zich wil handhaven gebruikt altijd een paar trucs. Ik probeer daarin strategische patronen te ontdekken. Op dit moment lees ik ‘The war on Iraq‘ van Scott Ritter. De ondertitel is veelzeggend: ‘What team Bush doesn’t want you to know‘. Ritter is een voormalig wapeninspecteur; hij weerlegt argumenten die Bush gebruikt om een aanval te rechtvaardigen.

Toen ik aan deze baan begon wist ik nog niet of ik het bedrijfsleven in wilde, of onderzoek doen en promoveren. Een combinatie lijkt me te zwaar. Ik heb mijn twijfels kenbaar gemaakt, de tijd gekregen om te beslissen en inmiddels besloten het bedrijfsleven in te gaan. Ooit wil ik misschien promoveren, maar voorlopig niet. Ik begin per 1 februari bij adviesbureau Berenschot.

Of ik ooit naar het buitenland vertrek weet ik niet. Op zich heb ik geen grote binding met Nederland: mijn ouders wonen in Ierland, mijn zus in Amerika. Tussen het einde van mijn huidige baan en het begin van mijn nieuwe baan heb ik een maand vrij. Ik ga dan eerst maar eens op vakantie, dat is er sinds het afstuderen nog niet van gekomen.”