Campus

Muziek is een uit de hand gelopen hobby

Truke Smoor (22), vierdejaars scheikundige technologie: ,,Ik speel graag fagot, maar mijn eigenlijke passie is om samen met anderen muziek te maken in een orkest.

Mijn moeder speelt viool en raadde me ooit aan om een instrument te kiezen waarmee ik samen kon spelen. Haar muziekdocent zei dat een fagot mij snel in orkesten zou brengen. Er is namelijk altijd een tekort aan fagotten.

Op mijn tiende heb ik voor de fagot voor gekozen. Die leeftijd was de ondergrens waarop je destijds fagot kon spelen. Eerst moest ik proberen of ik wel bij de gaten kon. Tegenwoordig zijn er aangepaste fagotten en kan je er al jonger op spelen.

Na een half jaar muziekles zat ik in mijn eerste orkestje, een jeugdensemble in Den Haag. Een jaar later speelde ik bij vijf orkesten en ensembles. Dat wil niet zeggen dat ik elke week met al die orkesten repeteerde. Soms was ik invaller, soms waren het tijdelijke projecten. Ik heb sindsdien altijd bij veel verschillende orkesten gespeeld. Ook ben ik sinds mijn twaalfde geen jaar niet op buitenlandse tournee geweest.

Meer dan bij vijf projecten tegelijkertijd spelen lukt niet. Dan houd je echt geen tijd over voor iets anders. De afgelopen week kostte het fagot spelen me inclusief reistijd een uurtje of vijfendertig. Dat is wel een beetje extreem, maar het is een goede bijbaan.

Na mijn eindexamen wilde ik uitproberen hoe het was om voltijds muziek te studeren. Tijdens het eerste jaar van het conservatorium besloot ik dat ik niet volledig afhankelijk wilde zijn van mijn fagotspel. Beroepsmusicus is een onzeker bestaan, omdat er altijd weinig werk is. Ik hield muziek maken liever als passie, dan beroepsmatig voor de zoveelste keer opnieuw dezelfde symfonie te moeten spelen.

Op school vond ik de technische vakken wel interessant. Daarom ben ik scheikunde gaan studeren. Muziek is een uit de hand gelopen hobby, maar scheikunde wordt mijn werk. Toch vind ik mijn studie wel wat beperkt. Alleen op de TU studeren zonder muziek te maken, daar zou ik niet blij van worden. Op het conservatorium was ik veel meer met mijn gevoelens bezig. Dat mis ik in Delft. Nee, voor scheikunde voel ik geen echte passie.”

Truke Smoor (22), vierdejaars scheikundige technologie: ,,Ik speel graag fagot, maar mijn eigenlijke passie is om samen met anderen muziek te maken in een orkest. Mijn moeder speelt viool en raadde me ooit aan om een instrument te kiezen waarmee ik samen kon spelen. Haar muziekdocent zei dat een fagot mij snel in orkesten zou brengen. Er is namelijk altijd een tekort aan fagotten.

Op mijn tiende heb ik voor de fagot voor gekozen. Die leeftijd was de ondergrens waarop je destijds fagot kon spelen. Eerst moest ik proberen of ik wel bij de gaten kon. Tegenwoordig zijn er aangepaste fagotten en kan je er al jonger op spelen.

Na een half jaar muziekles zat ik in mijn eerste orkestje, een jeugdensemble in Den Haag. Een jaar later speelde ik bij vijf orkesten en ensembles. Dat wil niet zeggen dat ik elke week met al die orkesten repeteerde. Soms was ik invaller, soms waren het tijdelijke projecten. Ik heb sindsdien altijd bij veel verschillende orkesten gespeeld. Ook ben ik sinds mijn twaalfde geen jaar niet op buitenlandse tournee geweest.

Meer dan bij vijf projecten tegelijkertijd spelen lukt niet. Dan houd je echt geen tijd over voor iets anders. De afgelopen week kostte het fagot spelen me inclusief reistijd een uurtje of vijfendertig. Dat is wel een beetje extreem, maar het is een goede bijbaan.

Na mijn eindexamen wilde ik uitproberen hoe het was om voltijds muziek te studeren. Tijdens het eerste jaar van het conservatorium besloot ik dat ik niet volledig afhankelijk wilde zijn van mijn fagotspel. Beroepsmusicus is een onzeker bestaan, omdat er altijd weinig werk is. Ik hield muziek maken liever als passie, dan beroepsmatig voor de zoveelste keer opnieuw dezelfde symfonie te moeten spelen.

Op school vond ik de technische vakken wel interessant. Daarom ben ik scheikunde gaan studeren. Muziek is een uit de hand gelopen hobby, maar scheikunde wordt mijn werk. Toch vind ik mijn studie wel wat beperkt. Alleen op de TU studeren zonder muziek te maken, daar zou ik niet blij van worden. Op het conservatorium was ik veel meer met mijn gevoelens bezig. Dat mis ik in Delft. Nee, voor scheikunde voel ik geen echte passie.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.