Lawaaioverlast bij een vliegveld, duurzaam bouwen, lineaire innovatiemodellen. Thema’s die ogenschijnlijk weinig met elkaar van doen lijken te hebben. In het afstudeerwerk van Esther Hoeve komen ze bij elkaar. ,,Studenten zouden meer multidisciplinair bezig kunnen zijn.”
,,Vanuit het ministerie van Vrom kwam in eerste instantie de vraag naar een inventarisatie van hun netwerk. Toen ik professor Berkhout vertelde dat ik wat ‘breders’ wilde met mijn afstudeerproject vroeg hij of ik dit leuk vond.” Afgelopen vrijdag is Esther Hoeve afgestudeerd. Aan de faculteit Technische Natuurkunde, vakgroep akoestische beeldvorming & geluidbeheersing. Het was echter geen standaard fysica voordracht die Hoeve hield. De titel van haar afstudeerproject: ‘Netwerkbenadering voor multidisciplinaire samenwerking tussen het ministerie van Vrom en de universiteiten’. Een project dat kennis van drie vakgebieden combineert: civiele techniek, technische bestuurskunde en natuurkunde. En ook nog wat psychologie. Haar cijfer: een negen.
Hoeve: ,,Het onderzoek was er in eerste instantie op gericht uit te zoeken wat de relatie is tussen het ministerie van Vrom en de verschillende universiteiten. De verschillende onderzoekssoorten ordenen dus, en bekijken waar het precies om ging”, vertelt Hoeve. Zij plaatste het geheel binnen een theoretisch kader van innovatiemodellen. Voor het bekijken van de beleidsontwikkelingen bij Vrom transformeerde zij het cyclische innovatiemodel, ontwikkeld door haar afstudeerbegeleider Berkhout. Dit innovatiemodel, dat oorspronkelijk bedoeld was voor het beschrijven van productontwikkeling, moest nu de beleidsontwikkeling gaan beschrijven. Het model is een antwoord op de klassieke beleidsmodellen, die lineair van aard zijn. Het door Berkhout ontwikkelde en door Hoeve toegepaste model gaat echter uit van het idee dat niet alleen fundamenteel onderzoek kan leiden tot beleidsinnovatie, maar dat ook kennis uit de praktijk nieuwe onderzoeksvragen tot gevolg kan hebben. De kennisgeneratie loopt dus parallel aan de beleidsontwikkeling.
Akoestiek
Vervolgens paste Hoeve de modellen toe op twee binnen Vrom relevante cases: de lawaaibeheersing op Schiphol, en duurzaam bouwen. Voor de eerste case kon zij nog wel terecht binnen het eigen vakgebied, de akoestiek. Hoeve: ,,Maar het ging niet alleen om technologische oplossingen. Het bleek dat aan de geluidsoverlast van Schiphol ook een psychologisch aspect zit.” En dus nam Hoeve contact op met de psychologische faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Ook voor de tweede case moest ze verder kijken dan alleen de TU. De faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Universiteit Utrecht werd ingeschakeld.
De start van het afstuderen verliep zeker niet vlekkeloos. ,,In eerste instantie was het best moeilijk om de mensenenthousiast te krijgen. Professor Berkhout en ik hebben tijdens het begin van mijn afstuderen een presentatie gehouden op Vrom. Toen waren ze daar niet te spreken over mijn aanpak. In de loop van de tijd groeide het enthousiasme gelukkig”, vertelt Hoeve. De natuurkundige werkte dan ook met twee actuele thema’s: Schiphol en duurzaam bouwen. Hoeve: ,,Zeker Schiphol is politiek gezien een gevoelig onderwerp.”
Veel verschillende vakgebieden dus. En wat blijkt? ,,Veel mensen blijven vooral binnen hun eigen vakgebiedje opereren. Het blijkt dat maar weinig mensen multidisciplinair bezig zijn. Daarom zijn de Dioc’s ook ideaal: ze combineren meerdere vakgebieden.” Eén van de conclusies uit het afstudeerproject van Hoeve is dan ook dat Vrom het onderzoek aan universiteiten moet inzetten voor onderzoek dat structureel, gericht op de lange termijn en multidisciplinair van karakter is. Voor ad hoc oplossingen kunnen dan onderzoeksinstituten of consultants worden ingeschakeld.
Hoeve: ,,Ook studenten zouden meer multidisciplinair bezig kunnen zijn. En dat hoeft echt niet alleen tijdens het afstuderen. En het hoeft ook niet beperkt te blijven tot Delft.” Multidisciplinair of niet; aanstaande maandag moet Hoeve zich nog eenmaal buigen over haar eigen vakgebied: geluid. ,,Ik moet nog één tentamen akoestiek doen. Maar dan ben ik ook echt klaar.”
,,Vanuit het ministerie van Vrom kwam in eerste instantie de vraag naar een inventarisatie van hun netwerk. Toen ik professor Berkhout vertelde dat ik wat ‘breders’ wilde met mijn afstudeerproject vroeg hij of ik dit leuk vond.” Afgelopen vrijdag is Esther Hoeve afgestudeerd. Aan de faculteit Technische Natuurkunde, vakgroep akoestische beeldvorming & geluidbeheersing. Het was echter geen standaard fysica voordracht die Hoeve hield. De titel van haar afstudeerproject: ‘Netwerkbenadering voor multidisciplinaire samenwerking tussen het ministerie van Vrom en de universiteiten’. Een project dat kennis van drie vakgebieden combineert: civiele techniek, technische bestuurskunde en natuurkunde. En ook nog wat psychologie. Haar cijfer: een negen.
Hoeve: ,,Het onderzoek was er in eerste instantie op gericht uit te zoeken wat de relatie is tussen het ministerie van Vrom en de verschillende universiteiten. De verschillende onderzoekssoorten ordenen dus, en bekijken waar het precies om ging”, vertelt Hoeve. Zij plaatste het geheel binnen een theoretisch kader van innovatiemodellen. Voor het bekijken van de beleidsontwikkelingen bij Vrom transformeerde zij het cyclische innovatiemodel, ontwikkeld door haar afstudeerbegeleider Berkhout. Dit innovatiemodel, dat oorspronkelijk bedoeld was voor het beschrijven van productontwikkeling, moest nu de beleidsontwikkeling gaan beschrijven. Het model is een antwoord op de klassieke beleidsmodellen, die lineair van aard zijn. Het door Berkhout ontwikkelde en door Hoeve toegepaste model gaat echter uit van het idee dat niet alleen fundamenteel onderzoek kan leiden tot beleidsinnovatie, maar dat ook kennis uit de praktijk nieuwe onderzoeksvragen tot gevolg kan hebben. De kennisgeneratie loopt dus parallel aan de beleidsontwikkeling.
Akoestiek
Vervolgens paste Hoeve de modellen toe op twee binnen Vrom relevante cases: de lawaaibeheersing op Schiphol, en duurzaam bouwen. Voor de eerste case kon zij nog wel terecht binnen het eigen vakgebied, de akoestiek. Hoeve: ,,Maar het ging niet alleen om technologische oplossingen. Het bleek dat aan de geluidsoverlast van Schiphol ook een psychologisch aspect zit.” En dus nam Hoeve contact op met de psychologische faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Ook voor de tweede case moest ze verder kijken dan alleen de TU. De faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Universiteit Utrecht werd ingeschakeld.
De start van het afstuderen verliep zeker niet vlekkeloos. ,,In eerste instantie was het best moeilijk om de mensenenthousiast te krijgen. Professor Berkhout en ik hebben tijdens het begin van mijn afstuderen een presentatie gehouden op Vrom. Toen waren ze daar niet te spreken over mijn aanpak. In de loop van de tijd groeide het enthousiasme gelukkig”, vertelt Hoeve. De natuurkundige werkte dan ook met twee actuele thema’s: Schiphol en duurzaam bouwen. Hoeve: ,,Zeker Schiphol is politiek gezien een gevoelig onderwerp.”
Veel verschillende vakgebieden dus. En wat blijkt? ,,Veel mensen blijven vooral binnen hun eigen vakgebiedje opereren. Het blijkt dat maar weinig mensen multidisciplinair bezig zijn. Daarom zijn de Dioc’s ook ideaal: ze combineren meerdere vakgebieden.” Eén van de conclusies uit het afstudeerproject van Hoeve is dan ook dat Vrom het onderzoek aan universiteiten moet inzetten voor onderzoek dat structureel, gericht op de lange termijn en multidisciplinair van karakter is. Voor ad hoc oplossingen kunnen dan onderzoeksinstituten of consultants worden ingeschakeld.
Hoeve: ,,Ook studenten zouden meer multidisciplinair bezig kunnen zijn. En dat hoeft echt niet alleen tijdens het afstuderen. En het hoeft ook niet beperkt te blijven tot Delft.” Multidisciplinair of niet; aanstaande maandag moet Hoeve zich nog eenmaal buigen over haar eigen vakgebied: geluid. ,,Ik moet nog één tentamen akoestiek doen. Maar dan ben ik ook echt klaar.”
Comments are closed.