MUB-interview (1)

Het is dan ook uitermate storend dat met name door de kop(tekst) van het artikel op pagina 13 van Delta 16 (10 mei 2001) de indruk van het tegendeel wordt gewekt. Nog ernstiger is het wanneer de lezer dit als de mening van de ondernemingsraad zou opvatten. Men zou mij op persoonlijke titel interviewen. Hierin past niet dat het artikel doorspekt is van het vermelden van mijn lidmaatschap van de or, laat staan van mijn voorzitterschap. Voorts zijn diverse uitspraken onjuist of zo uit hun verband gerukt dat zij misleidend worden. Het is absoluut onjuist dat ik tegen openbare vergaderingen ben, wel vind ik dat voorbereidingen van onderhandelingen beter in beslotenheid kunnen plaatsvinden om een maximaal resultaat te bereiken. (Tijdens de WUB was een universiteitsraad een bestuursorgaan, dat na openbare discussie tussen de fracties zelf de besluiten nam die moesten worden uitgevoerd. De voorbereidingen in de fracties waren niet openbaar. Onder de huidige MUB is er sprake van medezeggenschap. De discussie met de bestuurder % het cvb % is openbaar, maar de voorbereiding op die discussie door de or zou beter besloten kunnen zijn). Een andere storende uitglijer is dat ik de medezeggenschap een dikke onvoldoende zou geven. Ik heb gezegd dat er veel is dat beter kan, maar ook dat het veel slechter kan. Wat verbeterd moet worden zijn onder andere de communicatie, de betrokkenheid van het personeel bij de medezeggenschap, het besef dat we werken binnen een systeem van medezeggenschap. Zaken die wij met zijn allen % vooral als personeelsleden – moeten aanpakken.

Het stelt mij diep teleur dat de journalistieke zorgvuldigheid van het voorleggen van de tekst aan geïnterviewden niet heeft plaatsgevonden. De belangrijkste missers hadden eenvoudig gecorrigeerd kunnen worden. Dit betekent averij zowel voor Delta als voor de medezeggenschap en dus voor onze TU Delft.

Daan Hoogwater .

Voorzitter ondernemingsraad .

Ik ben van mening dat het college van bestuur de medezeggenschap wel degelijk serieus neemt. Deze mening heb ik ook herhaaldelijk binnen en buiten de ondernemingsraad naar voren gebracht. Het is dan ook uitermate storend dat met name door de kop(tekst) van het artikel op pagina 13 van Delta 16 (10 mei 2001) de indruk van het tegendeel wordt gewekt. Nog ernstiger is het wanneer de lezer dit als de mening van de ondernemingsraad zou opvatten. Men zou mij op persoonlijke titel interviewen. Hierin past niet dat het artikel doorspekt is van het vermelden van mijn lidmaatschap van de or, laat staan van mijn voorzitterschap. Voorts zijn diverse uitspraken onjuist of zo uit hun verband gerukt dat zij misleidend worden. Het is absoluut onjuist dat ik tegen openbare vergaderingen ben, wel vind ik dat voorbereidingen van onderhandelingen beter in beslotenheid kunnen plaatsvinden om een maximaal resultaat te bereiken. (Tijdens de WUB was een universiteitsraad een bestuursorgaan, dat na openbare discussie tussen de fracties zelf de besluiten nam die moesten worden uitgevoerd. De voorbereidingen in de fracties waren niet openbaar. Onder de huidige MUB is er sprake van medezeggenschap. De discussie met de bestuurder % het cvb % is openbaar, maar de voorbereiding op die discussie door de or zou beter besloten kunnen zijn). Een andere storende uitglijer is dat ik de medezeggenschap een dikke onvoldoende zou geven. Ik heb gezegd dat er veel is dat beter kan, maar ook dat het veel slechter kan. Wat verbeterd moet worden zijn onder andere de communicatie, de betrokkenheid van het personeel bij de medezeggenschap, het besef dat we werken binnen een systeem van medezeggenschap. Zaken die wij met zijn allen % vooral als personeelsleden – moeten aanpakken.

Het stelt mij diep teleur dat de journalistieke zorgvuldigheid van het voorleggen van de tekst aan geïnterviewden niet heeft plaatsgevonden. De belangrijkste missers hadden eenvoudig gecorrigeerd kunnen worden. Dit betekent averij zowel voor Delta als voor de medezeggenschap en dus voor onze TU Delft.

Daan Hoogwater .

Voorzitter ondernemingsraad .