Maandag was het Valentijnsdag. Valentijnsdag is een beetje een rare dag. Een dag die ik nooit helemaal heb begrepen. Op deze dag mogen mensen elkaar anonieme kaartjes sturen met liefdesverklaringen.
Dat zijn mensen die een jaar hebben zitten wachten totdat ze eindelijk dat kaartje mochten sturen. Dat is op zichzelf al een tragisch feit. Maar een dergelijk naamloos kaartje sturen is eigenlijk het ultieme zwaktebod: je hebt eindelijk de moed bij elkaar verzameld om te tonen dat je geen durf hebt. Durf om iemand gewoon aan te spreken. Ergens is het daarom ook wel begrijpelijk dat je dan je naam er niet bij zet. Ik zou in die gevallen ook het liefst anoniem willen blijven.
In tijdschrift Rails hebben ze iets soortgelijks. Daar hebben ze een rubriek, getiteld ‘Hartkloppingen’. Dat is voor mensen die geen moed hebben de man of vrouw van hun dromen aan te spreken wanneer die ineens naast of tegenover ze in de trein zit. In de wanhoop van het moment weten ze niet wat ze moeten doen, maar een dag later vloeit er opeens een kernachtige en zoetsappige samenvatting van de net-niet-ontmoeting uit de pen. Ik vind mensen niet zo snel zielig, maar bij het lezen van die stukjes kan ik een sterk gevoel van medelijden niet onderdrukken. Ergens heb ik met ze te doen.
Ook dit jaar viel er geen kaartje op mijn deurmat. Ik had het ook niet verwacht, maar ergens natuurlijk wel stiekem gehoopt. Net als iedereen. Gewoon een kaartje met een dramatische liefdesverklaring. Overigens, z’’n kaartje mag van mij gewoon anoniem blijven; dan kan ik me nog altijd voorstellen dat het kaartje is gestuurd door dat ene meisje waar niet alleen ik, maar eigenlijk de hele school destijds verliefd op was. Daar hoop ik nog altijd op. Haar liefdesverklaring.
Maandag was het Valentijnsdag. Valentijnsdag is een beetje een rare dag. Een dag die ik nooit helemaal heb begrepen. Op deze dag mogen mensen elkaar anonieme kaartjes sturen met liefdesverklaringen. Dat zijn mensen die een jaar hebben zitten wachten totdat ze eindelijk dat kaartje mochten sturen. Dat is op zichzelf al een tragisch feit. Maar een dergelijk naamloos kaartje sturen is eigenlijk het ultieme zwaktebod: je hebt eindelijk de moed bij elkaar verzameld om te tonen dat je geen durf hebt. Durf om iemand gewoon aan te spreken. Ergens is het daarom ook wel begrijpelijk dat je dan je naam er niet bij zet. Ik zou in die gevallen ook het liefst anoniem willen blijven.
In tijdschrift Rails hebben ze iets soortgelijks. Daar hebben ze een rubriek, getiteld ‘Hartkloppingen’. Dat is voor mensen die geen moed hebben de man of vrouw van hun dromen aan te spreken wanneer die ineens naast of tegenover ze in de trein zit. In de wanhoop van het moment weten ze niet wat ze moeten doen, maar een dag later vloeit er opeens een kernachtige en zoetsappige samenvatting van de net-niet-ontmoeting uit de pen. Ik vind mensen niet zo snel zielig, maar bij het lezen van die stukjes kan ik een sterk gevoel van medelijden niet onderdrukken. Ergens heb ik met ze te doen.
Ook dit jaar viel er geen kaartje op mijn deurmat. Ik had het ook niet verwacht, maar ergens natuurlijk wel stiekem gehoopt. Net als iedereen. Gewoon een kaartje met een dramatische liefdesverklaring. Overigens, z’’n kaartje mag van mij gewoon anoniem blijven; dan kan ik me nog altijd voorstellen dat het kaartje is gestuurd door dat ene meisje waar niet alleen ik, maar eigenlijk de hele school destijds verliefd op was. Daar hoop ik nog altijd op. Haar liefdesverklaring.

Comments are closed.