Onderwijs

MOD: vraag en antwoord

De meest gestelde vragen over de Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD), beantwoord door prof.dr.ir. M. de Bruijn.1. Uit welke processen bestaat de Modernisering Ondersteunende Diensten?,,De Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD) verloopt in twee fasen.

De eerste fase is de vorming van de staf – bestaande uit vijftig mensen – voor het College van Bestuur. Bij de vorming van de staf worden de overige activiteiten van het Bureau tijdelijk ondergebracht in het Universitair Service Centrum (USC).

De tweede fase heeft tot doel het opzetten van een Bedrijven Service Centrum (BSC), een Studenten Service Centrum (SSC) en clusterdiensten. De laatsten zijn de ondersteunende diensten voor clusters van faculteiten, instituten en centrale diensten. Met deze tweede fase krijgen zo’n twaalfhonderd TU-medewerkers te maken.

In deze clusterdiensten worden ondergebracht: de medewerkers van de algemene ondersteunende diensten en de beheerseenheden en de medewerkers van het tijdelijke USC.

Ook de clustering van de centrale diensten, zoals bijvoorbeeld het Facilitair Bedrijf, de TU bibliotheek en de Centrale Werkplaats, maakt deel uit van de MOD.”

2. Wie zijn bij de MOD betrokken?

,,Bij de vorming van de clusterdiensten zijn betrokken: de medewerkers van de algemene ondersteunende diensten van alle beheerseenheden – zoals bijvoorbeeld personeel en organisatie, financiën en de huishoudelijke dienst – en de medewerkers van het tijdelijke USC.

Met de vorming van de Staf, het BSC en het SSC gaat het om de omvorming van het Bureau en daar hebben vooral medewerkers van het Bureau mee te maken.

De medewerkers van de centrale diensten zijn òf betrokken bij de clustering van deze diensten òf hebben te maken met de vorming van clusterdiensten.”

3. Hoe zijn de plaatsingsprocedures bij deze reorganisaties?

,,In principe zijn deze hetzelfde. Er wordt vastgesteld welke onderdelen van de organisatie direct betrokken zijn bij de vorming van een nieuw organisatieonderdeel. Medewerkers van die onderdelen komen als eersten in aanmerking voor een functie.

De werkwijze is als volgt:

– medewerker volgt functie

– vacatures worden zo mogelijk vervuld door medewerkers waarvan de functie niet terugkeert

– TU-brede werving

– werving extern

Zo heeft de eerste selectie voor de staf cvb op het Bureau plaatsgevonden. Voor de functies die nog niet zijn ingevuld, zal een TU-brede werving worden opgezet. Zijn er dan nogvacatures, dan zal buiten de TU geworven worden.

Bij de vorming van een clusterdienst van bijvoorbeeld Civiele Techniek, Geodesie en Technische Aardwetenschappen zijn de medewerkers van deze drie beheerseenheden en de medewerkers van het USC de direct betrokkenen. Zij komen als eersten in aanmerking om te solliciteren, vervolgens wordt TU-breed geworven en daarna extern.”

4. Wat is het tijdschema van de reorganisaties?

,,In augustus 1996 zijn College en Vakcentrales overeengekomen dat de plannen in één jaar rond zullen zijn. Het is de bedoeling dat midden februari 1997 het veranderplan (omschrijving op hoofdlijnen van organisatie en functies) van BSC, SSC en de clusterdiensten klaar is. Op dat moment is voor alle betrokken medewerkers duidelijk wie welke functie krijgt en wie eventueel boventallig is.

Wat betreft de vorming van de staf College van Bestuur is de verwachting dat deze binnenkort kan worden afgerond.”

Als u ook vragen heeft voor deze rubriek, dan kunt u deze doorgeven aan het informatiepunt MOD of aan Corrie Zeeuw, tst. 3948, fax 1855 of e-mail: corrie.zeeuw@bu.tudelft.nl.

De meest gestelde vragen over de Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD), beantwoord door prof.dr.ir. M. de Bruijn.

1. Uit welke processen bestaat de Modernisering Ondersteunende Diensten?

,,De Modernisering Ondersteunende Diensten (MOD) verloopt in twee fasen. De eerste fase is de vorming van de staf – bestaande uit vijftig mensen – voor het College van Bestuur. Bij de vorming van de staf worden de overige activiteiten van het Bureau tijdelijk ondergebracht in het Universitair Service Centrum (USC).

De tweede fase heeft tot doel het opzetten van een Bedrijven Service Centrum (BSC), een Studenten Service Centrum (SSC) en clusterdiensten. De laatsten zijn de ondersteunende diensten voor clusters van faculteiten, instituten en centrale diensten. Met deze tweede fase krijgen zo’n twaalfhonderd TU-medewerkers te maken.

In deze clusterdiensten worden ondergebracht: de medewerkers van de algemene ondersteunende diensten en de beheerseenheden en de medewerkers van het tijdelijke USC.

Ook de clustering van de centrale diensten, zoals bijvoorbeeld het Facilitair Bedrijf, de TU bibliotheek en de Centrale Werkplaats, maakt deel uit van de MOD.”

2. Wie zijn bij de MOD betrokken?

,,Bij de vorming van de clusterdiensten zijn betrokken: de medewerkers van de algemene ondersteunende diensten van alle beheerseenheden – zoals bijvoorbeeld personeel en organisatie, financiën en de huishoudelijke dienst – en de medewerkers van het tijdelijke USC.

Met de vorming van de Staf, het BSC en het SSC gaat het om de omvorming van het Bureau en daar hebben vooral medewerkers van het Bureau mee te maken.

De medewerkers van de centrale diensten zijn òf betrokken bij de clustering van deze diensten òf hebben te maken met de vorming van clusterdiensten.”

3. Hoe zijn de plaatsingsprocedures bij deze reorganisaties?

,,In principe zijn deze hetzelfde. Er wordt vastgesteld welke onderdelen van de organisatie direct betrokken zijn bij de vorming van een nieuw organisatieonderdeel. Medewerkers van die onderdelen komen als eersten in aanmerking voor een functie.

De werkwijze is als volgt:

– medewerker volgt functie

– vacatures worden zo mogelijk vervuld door medewerkers waarvan de functie niet terugkeert

– TU-brede werving

– werving extern

Zo heeft de eerste selectie voor de staf cvb op het Bureau plaatsgevonden. Voor de functies die nog niet zijn ingevuld, zal een TU-brede werving worden opgezet. Zijn er dan nogvacatures, dan zal buiten de TU geworven worden.

Bij de vorming van een clusterdienst van bijvoorbeeld Civiele Techniek, Geodesie en Technische Aardwetenschappen zijn de medewerkers van deze drie beheerseenheden en de medewerkers van het USC de direct betrokkenen. Zij komen als eersten in aanmerking om te solliciteren, vervolgens wordt TU-breed geworven en daarna extern.”

4. Wat is het tijdschema van de reorganisaties?

,,In augustus 1996 zijn College en Vakcentrales overeengekomen dat de plannen in één jaar rond zullen zijn. Het is de bedoeling dat midden februari 1997 het veranderplan (omschrijving op hoofdlijnen van organisatie en functies) van BSC, SSC en de clusterdiensten klaar is. Op dat moment is voor alle betrokken medewerkers duidelijk wie welke functie krijgt en wie eventueel boventallig is.

Wat betreft de vorming van de staf College van Bestuur is de verwachting dat deze binnenkort kan worden afgerond.”

Als u ook vragen heeft voor deze rubriek, dan kunt u deze doorgeven aan het informatiepunt MOD of aan Corrie Zeeuw, tst. 3948, fax 1855 of e-mail: corrie.zeeuw@bu.tudelft.nl.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.