Dat zei ze gisteravond na een bijeenkomst in de Aula als reactie op de uitspraak van hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens in Delta dat de stop op studenten van buiten de Europese Unie ‘niet mag’. “Hij heeft gelijk: op dit moment is dat in strijd met de wet”, zegt Van Engelshoven. “Ik snap heel goed het dilemma van de TU Delft. Wij hebben daarover contact gehad. Ik heb gezegd: wij gaan de Wet gelijke behandeling niet handhaven. Als je geen stop op de instroom zet en er is geen fixus, dan kun je deze aantallen niet handelen. Had de TU Delft dit voorzien, dan had zij waarschijnlijk een fixus gehad.”
De minister is van plan om de Tweede Kamer in juni een brief te sturen over internationalisering in het hoger onderwijs. “Ik wil ervoor zorgen dat universiteiten instrumenten in handen krijgen voor een gebalanceerde internationale classroom.” Universiteiten vragen haar om die instrumenten, zegt ze. “Als je kiest voor Engelstalige opleidingen en een internationale classroom zijn er nu geen instrumenten voor die balans. En bij de TU gingen de aanmeldingen zodanig door het dak dat ik die beslissing kan billijken. Ik ben jurist.”
Maar moet een minister zich, juist als ze jurist is, niet aan de wet houden? “Wetten en regels krijgen kleur in handen van bestuurders”, antwoordt Van Engelshoven. “Wetten moeten altijd toegepast worden. Al heb je de wet in de hand, je moet altijd oog houden voor dilemma’s die zich in de praktijk voordoen. Nood breekt wet. Wie is erbij gebaat als er zoveel studenten zijn dat er geen onderwijskwaliteit meer is?”
De minister gaat hier helemaal niet over, zei hoogleraar Zoontjens eerder. Het gezag ligt volgens hem bij de rechter en die zal afgewezen studenten met een klacht gelijk geven, verwacht hij. Van Engelshoven erkent dat studenten die naar de rechter stappen ‘kunnen slagen’, maar het zou ook voordeliger kunnen aflopen voor de TU, denkt zij. “Rechters hebben ook oog voor redelijkheid en billijkheid”, zegt ze.
Comments are closed.