Tientallen Chinese onderzoekers van een militaire universiteit werkten de afgelopen jaren in Delft. Deden zij kennis op voor het Chinese leger? Die vrees lijkt gegrond.
Wat ga je lezen?
- Minstens 29 Chinese promovendi en gastonderzoekers van de National University of Defense Technology (NUDT) deden de afgelopen jaren onderzoekservaring op aan de TU Delft op deels militair inzetbare onderwerpen.
- Eén van de NUDT’ers heeft tegen een Chinese krant gezegd dat het zijn‘missie’ is om ‘kennis op te doen voor het leger’.
- Veel NUDT’ers keerden na hun Delftse tijd terug naar de NUDT voor vervolgonderzoek, wat het Volksbevrijdingsleger ten goede komt. Eén onderzoeker is nu in dienst van het Volksbevrijdingsleger.
- Een gastonderzoeker die in 2014 en 2015 verbonden was aan de TU Delft, was toen ook verbonden aan een onderzoeksinstituut dat was opgericht door staatsbedrijf CETC. Dit bedrijf ontwikkelt technologie die wordt ingezet bij de onderdrukking van Oeigeren.
Met zijn betonnen promenades, aangeharkte bloemenperken, keurig gemillimeterde grasvelden en slenterende studenten lijkt de hoofdcampus van de National University of Defense Technology (NUDT) een kopie van de duizenden andere Chinese universiteiten. Maar schijn bedriegt: de universiteit staat volledig in dienst van het Chinese Volksbevrijdingsleger en valt onder de Centrale Militaire Commissie, het belangrijkste militaire orgaan van China. De NUDT leidt militaire topwetenschappers op die zich volgens de Australische denktank Australian Strategic Policy Institute (ASPI) focussen op militaire technologieën en dual use-onderzoek, dat is wetenschap met zowel civiele als militaire toepassingen.
Zeker 29 van de NUDT afkomstige wetenschappers zijn de afgelopen jaren gepromoveerd of gastonderzoeker geweest aan de TU Delft, blijkt uit onderzoek van Delta. Het overgrote deel van hen deed een master aan de NUDT en promoveerde in Delft om vervolgens terug te keren naar het militaire topinstituut in China. Een kleiner aantal promovendi was tijdens hun onderzoeksperiode zowel verbonden aan de TU als de NUDT. Ook stuitte de redactie op een wetenschapper die na zijn Delftse jaren aan de slag is gegaan bij het Volksbevrijdingsleger. Promovendi van de NUDT zijn, net als andere Chinese promovendi, relatief aantrekkelijk voor westerse universiteiten omdat ze doorgaans een eigen beurs meenemen van het China Scholarship Council (CSC).
Delft is populair
Volgens het ASPI maken de buitenlandse onderzoeksactiviteiten van NUDT’ers onderdeel uit van een militaire strategie. Het leger zou gericht wetenschappers naar buitenlandse universiteiten sturen voor dual use-onderzoek, dat is wetenschap die zowel civiel als militair inzetbaar is. Op die manier gaat de ontwikkeling van Chinese militaire technologie een stuk sneller, stellen de onderzoekers. In totaal hebben Chinese militaire diensten sinds 2007 zo’n 2500 wetenschappers naar buitenlandse universiteiten uitgezonden om daar nieuwe kennis op te doen. Delft is dus geen uitzondering, maar wel een populaire bestemming. De TU Delft is wereldwijd goed voor een zevende plek qua aantal gezamenlijke publicaties met NUDT-wetenschappers. Andere Nederlandse universiteiten komen niet voor in de top 10. Navigatietechnologie, computerwetenschappen en kunstmatige intelligentie zijn de populairste onderzoeksgebieden voor NUDT-promovendi aan buitenlandse universiteiten. Delft heeft met de NUDT geen officiële samenwerkingsovereenkomst, maar tekende die wel met de zogeheten Seven Sons-universiteiten. Hierover lees je meer in ons eerste verhaal over samenwerking tussen de TU Delft en China.
In een promotievideo is te zien hoe NUDT-studenten les krijgen (Bron: Still van Youtube)
Ook Chinese wetenschappers in Delft bedrijven wetenschap met dual use-toepassingen. Delta onderzocht 115 publicaties. Hieruit blijkt dat NUDT-onderzoekers zich bezig hebben gehouden met onder meer radartechnologie, modellen voor oorlogssimulaties, quantum computing, onbemande luchtvaartuigen, algoritmes voor het analyseren en beïnvloeden van gebruikers op sociale media, satellietnavigatie, het optimaliseren van complexe gevechtsmissies en onderwaterlokalisatie van objecten.
Promovendus met een missie
De TU Delft is niet altijd op de hoogte van de bedoelingen van Chinese promovendi. “NUDT-onderzoekers komen naar Delft om een doctorsgraad te behalen”, zegt TU Delft China-ambassadeur Peter Wieringa in een interview met Delta. “Dat is hun doel.” Redacteuren van Delta stuitten op een Chinees krantenartikel dat een ander, verontrustender, beeld schetst van Delftse NUDT’ers. In 2017 sprak de Chinese krant Hunan Today met een ‘in Nederland studerende promovendus’ die geen geheim van zijn missie maakte. “Het land en het leger hebben ons uitgekozen om in het buitenland te studeren in de hoop dat wij ons de meest geavanceerde wetenschap en technologie eigen maken om in de toekomst de belangrijke taak van deze tijd op ons te kunnen nemen, het versterken van het leger. Wij moeten onze missie voor ogen houden en hard werken om door middel van wetenschap en technologie de basis van het leger te vormen”, tekende een journalist op. Uit onderzoek van Delta blijkt dat het om een promovendus van de TU Delft gaat.
De redactie weet om welke onderzoeker het gaat. Herhaaldelijke contactpogingen met de inmiddels gepromoveerde onderzoeker hebben tot niets geleid. Wel wil Mathijs de Weerdt (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, EWI), zijn Delftse begeleider, reageren. Hij laat weten dat hij de promovendus heeft leren kennen als een slimme onderzoeker en dat hij zich ‘niet kan voorstellen dat de persoon in kwestie het citaat meent. Wellicht zei hij dit omdat het van hem werd verlangd’.
De Chinese staatszender CCTV deed in 2016 verslag van een bezoek van de Chinese president Xi Jinping aan de NUDT.
De Weerdt heeft, voordat hij de promovendus onder zijn vleugels nam, eerst informatie ingewonnen bij een TU-medewerker die zich bezighield met de toelating van Chinese CSC-studenten. Hij voegt toe dat zijn onderzoeksgroep geen defensieonderzoek doet en dat hij met de promovendus bewust heeft afgesproken om een onderwerp te kiezen dat niet inzetbaar is voor het leger. “We kozen ervoor om een abstract probleem te bestuderen waardoor de nieuwe oplossingen voor allerlei doelen gebruikt kunnen worden.” Wel zal hij ‘in het vervolg extra nadenken en overleggen voordat ik weer met een soortgelijke student in zee ga, ondanks het feit dat het onderzoekstraject erg goed was bevallen’.
Door muren heenkijken
Volgens denktank Rathenau Instituutis steeds meer onderzoek dual use en komt het onderscheid tussen civiele en militaire toepassingen steeds later naar voren, bijvoorbeeld pas wanneer een product klaar is. Dat onderzoek dual use-toepassingen kent, is op zichzelf geen reden om samenwerkingen af te wijzen, zeggen deskundigen. Wel moet je als universiteit en als wetenschapper goed weten met wíe je in zee gaat en zorgvuldige afspraken maken.
Professor Yarovoy (EWI) die voor zijn onderzoeksgroep microwave sensing, signals and systems veel radaronderzoek doet, nam tussen 2014 en 2019 drie NUDT-promovendi aan. Net als zijn EWI-collega De Weerdt sprak hij uitgebreid met de promovendi voordat hij ze een promotieplek toewees. In 2014 en 2015 werkte hij ook met een gastonderzoeker van de NUDT: Tian Jin. Samen publiceerden ze het artikel ‘A Through-the-Wall Radar Imaging Method Based on a Realistic Model’.
Twee NUDT’ers nemen onderzoek door in een propagandavideo. (Bron: Still van YouTube)
Through the wall radar technology wordt volgens de defensiedeskundigen die Delta sprak, gebruikt door militairen om mensen te detecteren achter muren. Volgens Yarovoy heeft zijn onderzoek echter niets met het leger van doen. Het zou alleen civiele toepassingen kennen, zoals het lokaliseren van mensen onder het puin na een aardbeving of het monitoren van de gezondheid van personen. Yarovoys groep ontwikkelt voor dat laatste momenteel een zogenaamd proof-of-concept. Dit radarsysteem kan bijvoorbeeld het looptempo en de stapgrootte van een persoon binnenshuis meten en alarm slaan als deze afwijken van een bepaalde norm.
Militair inzetbaar
“Civiele en militaire applicaties vereisen elk een compleet andere radartechnologie”, laat een communicatiemedewerker van EWI weten. Ze wijst er op dat bij de Delftse technologie de signalen zeer langzaam worden binnengehaald en niet verder reiken dan anderhalve meter. Voor militaire toepassingen zou dat niet interessant zijn. “Men kan de technologie voor deze civiele toepassingen vergelijken met de snelheid van een paard en wagen, waarbij men voor militaire toepassingen zou willen werken met een Ferrari.”
Delta legde de wetenschappelijke publicatie voor aan meerdere defensiedeskundigen. Volgens hen is het onderzoek wel degelijk militair interessant en bruikbaar. De bewering dat civiele en militaire applicaties compleet andere radartechnologie vereisen, verwijzen ze naar de prullenbak. Danny Pronk, oud-medewerker van de inlichtingendiensten AIVD en MIVD en nu defensie-expert bij Instituut Clingendael: “De letterlijke toepassing van de radartechnologie kan deels anders zijn, maar je moet het in een bredere context zien. De achterliggende theorie, technologie en rekenmodellen zijn grotendeels overlappend en lenen zich voor doorontwikkeling in het militaire domein.”
Link met het Volksbevrijdingsleger
Er valt nog iets anders op aan het onderzoek: gastonderzoeker Tian Jin is in de publicatie niet alleen verbonden aan de NUDT en de TU Delft, maar ook aan het Collaborative Innovation Center of Information Sensing and Understanding. Het Volksbevrijdingsleger is een partner van dit onderzoeksinstituut, dat is opgericht door een Chinese universiteit en China Electronics Technology Group Corporation (CETC). Dit staatsbedrijf is de belangrijkste producent van militaire elektronica en heeft met twee van haar 523 dochterondernemingen technologie ontwikkeld die wordt gebruikt om Oeigoeren op te sporen. Zo verkoopt dochteronderneming Hikvision camera’s die geschikt zijn voor gezichtsherkenning en ook etniciteit kunnen herkennen. Ze houden in de provincie Xinjiang de Oeigoerse bevolking nauwlettend in de gaten. Een andere dochteronderneming, de Xinjiang Lianhai Cangzhi Company, sleutelt aan algoritmes en apps die volgens Human Rights Watch eveneens worden ingezet om Oeigoeren op te sporen.
‘De wetenschappers houden defensietoepassingen minstens in hun achterhoofd’
De Chinese president Xi Jinping wil dat China in 2049 — wanneer de Volksrepubliek 100 jaar bestaat — het meest geavanceerde leger ter wereld heeft. Om die ambitie te verwezenlijken zoekt Beijing actief naar kennis in het buitenland, stellen Amerikaanse en Australische denktanks. Volgens Pronk maakt dit de kans dat civiele kennis ook militair wordt ingezet, alleen maar groter. “De wetenschappers houden defensietoepassingen minstens in hun achterhoofd. CETC werkt bovendien direct in lijn met strategische meerjarenplannen en beleidsinitiatieven zoals Made in China 2025 en Military-Civil Fusion.” Made in China 2025 is een ambitieus overheidsprogramma om het land in 2025 leidend te maken op het gebied van informatietechnologie, numerical control tools, apparatuur voor lucht- en ruimtevaart en high tech-schepen.
‘Verdachte’ studies
Delta kwam meer studies tegen die om toelichting vragen. Een studie uit 2015 over het optimaliseren van complexe gevechtsmissies, heeft bijvoorbeeld een titel die weinig aan de verbeelding overlaat: An Approach for Weapon System-of-Systems Scheme Generation Based on a Supernetwork Granular Analysis. Danny Pronk: “Dit onderzoek borduurt voort op network-centric warfare. Dat is een militaire doctrine die in de jaren negentig in de VS ontstond. Het idee is dat je al je wapensystemen combineert waardoor ze elkaar versterken.”
Een faculteit van de NUDT. (Bron: Still van YouTube)
Een van de auteurs van dit artikel, Shanfei Li, was ten tijde van het onderzoek promovendus bij de vakgroep optimization (EWI) van de hoogleraren Karen Aardal en Dion Gijswijt.Delta heeft beide hoogleraren gevraagd of zij denken dat het Chinese leger profijt heeft van de kennis die in Delft is opgedaan. “We kunnen ons moeilijk voorstellen dat de resultaten uit dit artikel militair nut hebben”, antwoorden ze per mail. Ze wijzen erop dat de publicatie niets te maken heeft met het onderzoek dat zij zelf met Li hebben gedaan. “Voor geen enkele onderzoeker in onze groep leggen wij restricties op om met anderen samen te werken, maar we verwachten wel openheid. Wij hadden daarom liever gezien dat Li ons hierover had verteld.”
Drones in druk luchtruim
Drones vormen een ander heet hangijzer. Een van de publicaties waar Delta op stuitte, richt zich op het veiliger laten vliegen van drones in drukke luchtruimen. Het is geschreven door NUDT-ers en een alumnus van NUDT die ten tijde van de publicatie als promovendus werkte bij de groep van prof. Alexander Verbraeck van de afdeling multi-actor systems (TBM).
Verbraeck laat weten dat het onderzoek is uitgevoerd voordat de promovendus in zijn groep kwam werken. ”Het heeft niets met het promotieonderzoek aan de TU Delft te maken.” Hij zegt zich ervan bewust te zijn dat kennis die wordt opgedaan tijdens zo’n promotietraject terugvloeit naar de NUDT. “Daar maak ik me geen illusies over. Ik ben daarom extra voorzichtig met de selectie van de onderwerpen en de casussen, en laat geen onderzoek doen naar drones.”
‘Een student gaat terug naar huis met meer gedetailleerde informatie’
Onderzoek wordt altijd gepubliceerd en is dan voor iedereen toegankelijk, ongeacht wie het uitvoerde, maar volgens Verbraeck ‘gaat een student wel terug naar huis met wat meer gedetailleerde informatie dan hetgeen in het proefschrift en de artikelen terecht is gekomen’.
“Overigens”, voegt hij toe, “we moeten niet naïef zijn. Ik denk wel dat we onszelf voor de gek houden als we er vanuit gaan dat samenwerking met non-militaire universiteiten minder risicovol is. Bij samenwerkingen met om het even welke Chinese universiteit vloeit kennis naar het leger.”
Geen toezicht op promovendi
De TU Delft houdt, net als andere Nederlandse universiteiten, geen overkoepelend toezicht op buitenlandse promovendi. De universiteit legt de verantwoordelijkheid deels bij individuele hoogleraren en promotors. TU Delft China-ambassadeur Peter Wieringa: “Iemand komt met een geldig masterdiploma naar Delft om promotieonderzoek te doen. Dan is het verder aan de promotor om in te schatten of deze persoon met de juiste bedoelingen komt.”
Niet iedere TU-onderzoeker is het daar mee eens. Zo pleit De Weerdt van EWI voor een gezamenlijke aanpak waarbij de Nederlandse overheid of de EU duidelijke regels opstelt. “Het zou niet overgelaten moeten worden aan individuele onderzoekers als ik. Uiteraard mag je wel verwachten dat we hierover nadenken en rekening houden met de context.”
Iedereen wijst naar elkaar
De voorbeelden die Delta tegenkwam, komen grotendeels uit een tijd dat er binnen de westerse wetenschappelijke wereld nog niets bekend was over de NUDT-strategie om wetenschappers naar het buitenland te sturen. Het onderzoeksrapport Picking flowers, making honey dat ASPI in oktober 2018 publiceerde, bracht daar verandering in. Desondanks bleven concrete acties tegen ongewenste kennisoverdracht uit. Terwijl de overheid in beleidsstukken herhaaldelijk wees op de risico’s van wetenschappelijke samenwerking met China en zij de universiteiten aanspoorde om stappen te ondernemen, wezen de universiteiten juist met hun vinger naar de overheid. “De overheid moet kaders stellen die helder en hanteerbaar zijn. Graag wel samen met ons”, zei vice-rector magnificus Rob Mudde bijvoorbeeld in 2019 in een interview met Delta. Wel nam de universiteit dat jaar een Senior Policy Advisor China aan.
‘Je komt er maar heel moeilijk achter of iemand een tweede agenda heeft’
Aan deze impasse is eind 2020 een einde gekomen. De TU Delft zit met de overheid en andere universiteiten om de tafel om tot een gezamenlijk beleid te komen. En het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkt aan een ‘toetsingskader’ voor personen, dat mogelijk gekoppeld zal worden aan de visumverlening. In dat geval zal de overheid de verantwoordelijkheid op zich nemen om personen te screenen en eventueel een visum te weigeren. Er zou dan niet worden gediscrimineerd op nationaliteit, maar gekeken worden naar de achtergrond van onderzoekers die in Nederland willen komen werken of studeren. Over de precieze vorm daarvan zijn de universiteiten en OCW nu aan het overleggen. Universiteiten zullen onder meer moeten gaan bijhouden welke (buitenlandse) promovendi ze in huis hebben en ze zullen hun samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse kennisinstellingen en bedrijven in kaart moeten brengen. Dit toetsingskader zal op zijn vroegst in 2023 in werking treden, schreef minister van Engelshoven in november vorig jaar aan de Tweede Kamer.
Maar hoe goed je je best ook doet, het is volgens Wieringa nauwelijks te voorkomen dat NUDT-wetenschappers actief kennis komen halen voor het Chinese leger. “Je komt er maar heel moeilijk achter of iemand een tweede agenda heeft.”
Annebelle de Bruijn en Tomas van Dijk
Dit artikel is onderdeel van een verhalenreeks over wetenschappelijke samenwerking met China. Lees ook onze andere verhalen:
- De Zonen: over hoe de TU Delft het Chinese leger onbedoeld helpt.
- De weegschaal: drie wetenschappers van de TU Delft vertellen welke afwegingen zij maken in hun samenwerking met Chinese vakgenoten.
- De geschiedenis: over hoe de kijk op samenwerken met China de afgelopen jaren is veranderd.
- Onze journalistieke verantwoording: het hoe en waarom van ons China-onderzoek.
Comments are closed.