Campus

‘Mijn onderzoek is super simpel’

Hij twijfelde tussen een carrière in de vechtsport en de wetenschap. Milieubiotechnoloog Gerben Stouten (31)
koos voor het laatste. Hij is de nieuwste blogger van Faces of Science. “Wetenschap kan zo fantastisch zijn.”

Het bruist van het leven in het laboratorium van Gerben Stouten in het Kluyver Centre (Technische Natuurwetenschappen). Letterlijk. In een tiental reactoren kweekt ir. Gerben Stouten bacteriën die afvalwater opschonen en tegelijk polyhydroxy-alkanoaat produceren, een bioplastic. Tussen de reactoren loopt een wirwar aan slangen en kranen. “Dit zijn tien kleine wereldjes die al anderhalf jaar pruttelen en bubbelen. Als we aan de kraantjes draaien, variëren we de toevoer van voedingstoffen, de hoeveelheid zuurstof en de zuurgraad. We proberen die microwereldjes zo te prikkelen dat de bacteriën het afval omzetten in bioplastics. En we willen dat degenen die dit het beste doen de overhand in de populaties krijgen. Dat zijn de dikste jongens, de vetkleppen.” De reactoren hebben namen van basketbalspelers; LeBron, Big Baby’ Davis, Blake Griffin. Een idee van studente Eline van der Knaap. Ze loopt stage bij Stouten, en kan naar eigen zeggen een aardig potje dribbelen.

Er is ook een vreemde eend in de bijt. ‘Snelle Henkie’ staat er op een van de glazen potten. “Deze opstelling is van een collega. Zij kweekt bacteriën die lachgas wegvangen uit het afvalwater. Dit is een extreem sterk broeikasgas. Maar het doet natuurlijk ook nog wat anders”, lacht de onderzoeker. “Af en toe gaan we boven de reactor hangen om wat van het gas op te snuiven. He, dat moet je niet opschrijven! Het is een grapje”, voegt de energieke promovendus er, niet geheel ten overvloede, aan toe.

Sinds vorige maand ben je een van de schrijvers van Faces of Science, een website van de KNAW, waarop jonge wetenschappers vertellen over hun leven, onderzoek en passies. Wat voor stukken worden dat?
“Ik wil schrijven over alledaagse dingen, die ik wil benaderen vanuit licht absurdistische invalshoeken. Over wat wel en niet moeilijk is aan wetenschap. Mensen denken dat wetenschap ingewikkeld is. Dat is niet altijd zo. Neem mijn onderzoek, dat is super simpel. Ik moet je er eigenlijk niet te veel over vertellen, anders kun je het zo van me overnemen.”

Met een aantal andere nieuwe bloggers was je onlangs in het Trippenhuis in Amsterdam, het thuishonk van de KNAW. Wat hebben jullie daar gedaan?
“We kregen schrijftips van Volkskrant-columniste Asha ten Broeke, hoe we ervoor kunnen zorgen dat het gaat kriebelen bij de lezer. En we hebben onze onderzoeksprojecten aan elkaar gepresenteerd. Ik heb heel leuke dingen gehoord. Een van de promovendi onderzoekt zeventiende-eeuwse boekjes waarin welgestelde dames krabbeltjes van elkaar bewaarden. Het is een soort Facebook avant la lettre. Die onderzoeker wil dat middeleeuwse Facebook in kaart brengen. Wetenschap kan zo geweldig zijn.”

En toch heb je getwijfeld over een wetenschappelijke carrière.
“Mijn passie voor wetenschap heeft lang gewedijverd met mijn passie voor sport. Als kind beoefende ik veel verschillende vechtsporten. Aikido – daar heb ik mijn schouderpees mee gescheurd, karate en Tenshin ShÕden Katori ShintÕ-ryu, een oude Japanse zwaardvechtsport. Ik was heel serieus met sporten. Aikido deed ik op Europees niveau. Dat klinkt stoer, maar als je een Japanner tegenkomt, stel je niets voor hoor. Wetenschap vond ik ook interessant. Natuurkunde en informatica onder meer. En wat we hier zien natuurlijk. Dit is de evolutie in zijn meest pure eenvoud. Het heeft een elegantie die ik bewonder.”

Stouten vervolgt zijn rondleiding. In een naastgelegen kamer staan microscopen. “Elke dag bekijk ik de bacteriën even. Ze gedragen zich telkens weer anders”, vertelt Stouten, terwijl hij zich buigt over een microscoop en het beeld scherpstelt. Op een computerscherm verschijnen zijn troeteldiertjes.

Wat zien we hier precies?
“Ik heb geen idee. Het is echt een dierentuin. We zien kleine en grote bolletjes. Er zitten ook schimmels tussen. Het ziet er best psychedelisch uit. We hebben een microbioloog in de groep zitten, hij weet er alles van af. Ik ben geïnteresseerd in de bacteriën die vol met witte bolletjes zitten. Die bolletjes zijn hun voedselreserves. Voor hen is het een vet, voor ons is het bioplastic. Kijk naar die dikke daar bijvoorbeeld”, wijst Stouten naar zijn scherm. “Die bestaat voor negentig procent uit bioplastic. Daar kun je centjes mee verdienen. We willen voornamelijk weten waarom dit trucje werkt.”

Over welk trucje heb je het?
“We slagen er goed in om bacteriën te kweken die veel bioplastics produceren. Dit doen we met een soort voeder en uithongeringsregime. We geven de bacteriën af en toe niets te eten. Alleen de microorganismen die voldoende vetreserves hebben aangelegd overleven dit. Nu zijn we geïnteresseerd in de exacte randvoorwaarden. Hoe zorgen we ervoor dat de bacteriën hun werk ook in de praktijk doen? De praktijk blijkt altijd weerbarstiger.”

En met de praktijk bedoel je een chocoladefabriek?
“Bijvoorbeeld. We hebben met Mars samengewerkt aan het project Candy becomes plastic. Het idee is om de bacteriën te voeden met het afvalwater van de Marsfabriek in Veghel, de grootste chocoladefabriek in Europa. Met de bioplastics zou de fabrikant de wikkels voor de chocoladerepen kunnen maken. De proefinstallatie werkte aardig. Het afvalwater van de fabriek is net suikerwater.”

In 2014 won je de publieksprijs van TEDx Amsterdam met je presentatie Candy becomes plastic. Het was je eerste en tot nu toe enige presentie aan een groot publiek. Was het spannend?
“Spreken voor duizend man publiek, daar krijg je een adrenalinekick van. Je wilt vechten met die mensen. Duizend paar ogen staren je aan. Je voelt je prooi in plaats van predator. In het begin had ik het lastig. Maar tijdens de presentatie kreeg ik weer grip. Toen was ik voorbij de vertwijfeling, voorbij het moment van stress.”

Candy becomes plastic, die titel heeft nu een grappige bijklank. Mars was namelijk vorige maand volop in het nieuws. De fabriek moest miljoenen repen uit de winkels terughalen omdat er plastic in de chocola zat.
“Ja, heel ironisch, inderdaad. Wij dachten eerst, had nou verder met ons gewerkt. Dan was het tenminste biologisch afbreekbaar plastic geweest waar de repen vervuild mee waren geraakt. Dat had je gewoon kunnen opeten. Je had er nog energie uit gekregen ook. Maar het blijkt dat het plastic niet uit de wrappers kwam, maar uit een of andere plastic afsluitdop die tijdens het productieproces is vermorzeld en met de chocolade vermengd is geraakt.”

Het project is gestopt en als ik het goed begrijp, gaat Mars helemaal geen wikkels maken van haar afvalwater.
“Ongeveer op hetzelfde moment dat Mars met ons in zee ging, kocht het een biogasinstallatie. Het maakt dus biogas van zijn afval. Het was niet te verwachten dat Mars ons systeem werkelijk zou gaan gebruiken nadat het zoveel geld had gestoken in een biogasinstallatie.”

En wij maar denken, en schrijven in Delta, dat Mars echt zijn chocoladewikkels van bioplastic wilde maken…
“Mars is meegelift op dat verhaal. Het gaf het bedrijf een groen imago. Maar om eerlijk te zijn maakt het me niet uit of zij de techniek overnemen of een andere partij. Het gaat er van komen, daar ben ik van overtuigd.”

Op welke industrie is jullie hoop nu gevestigd?
“Samen met het bedrijf Paques hebben we een pilot plant gehad bij papierfabriek Eska. Het idee was om de bioplastics te verwerken in karton, waardoor het waterafstotend wordt. Dit project is ook afgerond. We willen nu zoveel mogelijk proeven doen om de veelzijdigheid van de methode aan te tonen. Nu zijn we met Orgaworld bezig. Dit bedrijf verwerkt organisch afval, vooral etensresten. Ze maakt er voorlopig nog biogas van. Het project loopt als een trein.”

Als een trein? Maar jullie techniek wordt nog steeds niet toegepast.
“We moeten het hebben van economy of scale. Vooralsnog is het alleen interessant voor bedrijven die de techniek op heel grote schaal kunnen toepassen. Niemand wil de early adopter zijn, dat is nu eenmaal zo. We hebben het over investeringen van miljoenen. Gelukkig zien steeds meer mensen in dat afval een goede bron is om nieuwe dingen van te maken. Eigenlijk is het hergebruik van afval de enige duurzame manier om onze economie op termijn draaiende te houden. De natuur heeft ook geen afval. Alles wordt opgesnoept en hergebruikt.”

CV
CV

CV

Gerben Stouten (1985) werd begin dit jaar een van de Faces of Science. Op deze website van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) vertellen jonge wetenschappers over hun leven, onderzoek en passies. De jonge ingenieur rondde in 2013 de master life science and technology aan de TU Delft af, waarna hij als promovendus aan de slag ging bij het Kluyver Centre. Hij heeft jarenlang gewerkt als softwareontwikkelaar, onder meer voor het Universitair Medisch Centrum Leiden. Daar werkte hij aan een programma om DNA-sequenties te analyseren. Hij is een fervent vechtsporter en snowboarder. In 2014 won hij de publieksprijs bij TEDx Amsterdam met zijn lezing over bacteriën die de afval van de Mars-fabriek omzetten in bioplastics.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.