Met fanfare, bingo, een gala en kerkbezoek verwende de ‘Peetfamilie’, een club oud-Virgilianen met aanhang, tijdens Hemelvaart vijftien zwaar lichamelijk gehandicapten.
Met fanfare, bingo, een gala en kerkbezoek verwende de ‘Peetfamilie’, een club oud-Virgilianen met aanhang, tijdens Hemelvaart vijftien zwaar lichamelijk gehandicapten. Zeven jongerejaars studenten gingen dit jaar voor het eerst mee.
Er was eens, halverwege de jaren zeventig, een jaarclub van Virgiel die meeging met een scoutingclub om een weekend voor lichamelijk gehandicapten te verzorgen. ,,Dat viel sterk tegen. Mensen werden om tien uur naar bed gestuurd omdat gesteld werd dat ze moe waren”, vertelt Stefanie Morawek, één van de zeven nieuwe Peetfamilieleden. Protesten van de gehandicapten dat ze helemaal niet moe waren, hadden geen zin. Dat kon niet de bedoeling zijn, vonden de studenten, en dus begonnen ze voor zichzelf. Sindsdien wordt elk jaar tijdens het Hemelvaartsweekend een groep gehandicapten in de watten gelegd.
Om de zoveel tijd zoekt de Stichting Peetfamilie nieuw bloed voor de begeleiding. Lange tijd was een jaarclub uit 1991 de jongste aanwinst, maar dit jaar kreeg de ‘orga’ zeven studenten van de nieuwe ‘verticale’ Sirene enthousiast. Zo reisden behalve Morawek ook Annemiek van der Heijden, Suzanne van der Pluym en Francis van der Blonk naar het aangepaste vakantiehuis in Nunspeet om ‘een lang weekend leuke dingen te doen’.
,,Het is een reünie. Elk jaar gaan dezelfde gehandicapten mee uit verzorgingstehuizen door het hele land. De groep wordt alleen iets kleiner doordat er soms mensen sterven”, vertelt Van der Pluym.
Om de vijftien ‘gasten’, zoals de Peetfamilieleden hun tijdelijke patiënten noemen, continu van dienst te kunnen zijn, gaan er ongeveer veertig begeleiders en verplegers mee. Van der Heijden: ,,Die mensen zijn normaal best eenzaam, nu krijgen ze honderd procent van de tijd aandacht.”
De ruime verhouding tussen begeleiders en gehandicapten is praktisch van nut, omdat er bijvoorbeeld drie mensen nodig zijn om een gehandicapte uit een rolstoel op het toilet te tillen. Ook geestelijk speelt het een belangrijke rol: ,,Als je echt even geen zin meer hebt, is het mogelijk om afstand te nemen, even tot rust te komen. Toen de organisatie vroeg of we mee wilden gaan, verzekerden ze ons dat ook”, aldus Morawek.
Champagne
In een intensief programma werden de gasten onthaald met een fanfare, koffie en gebak, om daarna te barbecuen, te bingoën, naar de hei te gaan voor een herder met zijn schaapskudde, de braderie in Nunspeet te bezoeken, te luisteren naar een verhalenvertelster, alcohol te drinken (‘dan wordt het al snel een feestje’ aldus Van der Pluym), siertuinen te bekijken, te picknicken met champagne, een zeer uitgebreide high-tea naar binnen te slaan (’te lekker’ vindt weer Van der Pluym), opgetut en versierd te worden, een zesgangendiner met butler en muziekensemble te nuttigen, een galamee te maken, naar de kerk te gaan, pannenkoeken te eten, afscheid te nemen en naar huis te worden gebracht. Vermoeiend. ,,En elke dag om half acht op”, verzucht Van der Blonk.
De geestelijke gesteldheid van de patiënten varieerde. ,,Op zich waren ze alleen lichamelijk gehandicapt, maar sommigen waren ook dement geworden of hadden een hersenbloeding gehad”, vertelt Van der Heijden. De jongste gast was dertig, de oudste een jaar of tachtig.
,,De eerste keer dat ik iemand moest wassen, vond ik dat wel moeilijk”, erkent Van der Pluym. ,,Dan moet je dat blote lijf afdrogen, een beetje raar. Of je poetst hun gebit en stopt het daarna weer terug in hun mond.” ,,Maar zij voelen zich helemaal niet opgelaten, ze zijn niet anders gewend. Dus na tien minuten is het vreemde er wel af”, vult Morawek aan.
Vaak vertellen de gasten zelf gewoon wat ze willen, of ze pillen moeten slikken, moeten plassen of gewoon even willen verzitten. Morawek: ,,Moet je je voorstellen, als je zelf niet lekker zit op een plooi in je rok bijvoorbeeld, dan sta je even op en regel je de zaak. Zij moeten alles vragen. En dan til je ze even op en strijk je de rok recht en dan zie je een zucht van verlichting over hun gezicht schieten. Dan voel je je voldaan.” Als patiënten niet konden praten, waren er vaak andere voorzieningen waarmee kon worden gecommuniceerd.
Afstandsbediening
Het weekend van de Peetfamilie wordt georganiseerd door de jaarlijks wisselende ‘orga’, gevormd door een verpleger en twee begeleiders. Een bestuur dat langer aanblijft regelt de sponsors. De deelnemers aan het weekend betalen ook een eigen bijdrage. De zeven van Sirene hoefden niet te betalen, omdat ze nog studeren. Om toch iets terug te doen, verzorgden en betaalden ze de champagnepicknick.
Volgend jaar gaan ze weer mee. ,,Je moet je voorstellen dat die mensen het hele jaar door nauwelijks het verzorgingstehuis uitkomen”, vertelt Van der Pluym. ,,Ze vinden het dus echt heel fijn.” Het afscheid nemen was vreselijk. ,,Tranen met tuiten”, vertelt tweedejaars Morawek, die zelf stopt met technische bestuurskunde om actief te worden in de gezondheidszorg.
Van der Blonk: ,,Met sommigen bouw je echt een band op.” Zoals met Henk, de die-hard volgens Van der Blonk. ,,Hij bleef ook wel tot vijf, zes uur op. En hij vertelde goede verhalen.” Zo is Henk de enige op zijn afdeling in het verzorgingstehuis die met de afstandsbediening om kan gaan. ,,Dus dwingt hij iedereen om mee te kijken naar de seksfilms die hij opzet.”
Toch zullen ze ‘hun’ gehandicapten waarschijnlijk niet door het jaar heen opzoeken. ,,Als je dat doet, zit je er aan vast. Je kunt niet één keer langs komen en daarna niet meer, want je schept verwachtingen. Je kunt ze wel een kaartje sturen”, verklaart Van der Blonk.
Van der Heijden: ,,Maar als iets dergelijks vaker zou worden georganiseerd, zou ik wel meegaan.”
Zeven jongerejaars studenten gingen dit jaar voor het eerst mee.
Er was eens, halverwege de jaren zeventig, een jaarclub van Virgiel die meeging met een scoutingclub om een weekend voor lichamelijk gehandicapten te verzorgen. ,,Dat viel sterk tegen. Mensen werden om tien uur naar bed gestuurd omdat gesteld werd dat ze moe waren”, vertelt studente Stefanie, één van de zeven nieuwe Peetfamilieleden. Protesten van de gehandicapten dat ze helemaal niet moe waren, hadden geen zin. Dat kon niet de bedoeling zijn, vonden de studenten, en dus begonnen ze voor zichzelf. Sindsdien wordt elk jaar tijdens het Hemelvaartsweekend een groep gehandicapten in de watten gelegd.
Om de zoveel tijd zoekt de Stichting Peetfamilie nieuw bloed voor de begeleiding. Lange tijd was een jaarclub uit 1991 de jongste aanwinst, maar dit jaar kreeg de ‘orga’ zeven studenten van de nieuwe ‘verticale’ Sirene enthousiast. Zo reisden behalve Stefanie ook studenten Annemiek, Suzanne en Francis naar het aangepaste vakantiehuis in Nunspeet om ‘een lang weekend leuke dingen te doen’.
,,Het is een reünie. Elk jaar gaan dezelfde gehandicapten mee uit verzorgingstehuizen door het hele land. De groep wordt alleen iets kleiner doordat er soms mensen sterven”, vertelt Suzanne.
Om de vijftien ‘gasten’, zoals de Peetfamilieleden hun tijdelijke patiënten noemen, continu van dienst te kunnen zijn, gaan er ongeveer veertig begeleiders en verplegers mee. Annemiek: ,,Die mensen zijn normaal best eenzaam, nu krijgen ze honderd procent van de tijd aandacht.”
De ruime verhouding tussen begeleiders en gehandicapten is praktisch van nut, omdat er bijvoorbeeld drie mensen nodig zijn om een gehandicapte uit een rolstoel op het toilet te tillen. Ook geestelijk speelt het een belangrijke rol: ,,Als je echt even geen zin meer hebt, is het mogelijk om afstand te nemen, even tot rust te komen. Toen de organisatie vroeg of we mee wilden gaan, verzekerden ze ons dat ook”, aldus Stefanie.
Champagne
In een intensief programma werden de gasten onthaald met een fanfare, koffie en gebak, om daarna te barbecuen, te bingoën, naar de hei te gaan voor een herder met zijn schaapskudde, de braderie in Nunspeet te bezoeken, te luisteren naar een verhalenvertelster, alcohol te drinken (‘dan wordt het al snel een feestje’ aldus Suzanne), siertuinen te bekijken, te picknicken met champagne, een zeer uitgebreide high-tea naar binnen te slaan (’te lekker’ vindt weer Suzanne), opgetut en versierd te worden, een zesgangendiner met butler en muziekensemble te nuttigen, een galamee te maken, naar de kerk te gaan, pannenkoeken te eten, afscheid te nemen en naar huis te worden gebracht. Vermoeiend. ,,En elke dag om half acht op”, verzucht Francis.
De geestelijke gesteldheid van de patiënten varieerde. ,,Op zich waren ze alleen lichamelijk gehandicapt, maar sommigen waren ook dement geworden of hadden een hersenbloeding gehad”, vertelt Annemiek. De jongste gast was dertig, de oudste een jaar of tachtig.
,,De eerste keer dat ik iemand moest wassen, vond ik dat wel moeilijk”, erkent Suzanne. ,,Dan moet je dat blote lijf afdrogen, een beetje raar. Of je poetst hun gebit en stopt het daarna weer terug in hun mond.” ,,Maar zij voelen zich helemaal niet opgelaten, ze zijn niet anders gewend. Dus na tien minuten is het vreemde er wel af”, vult Stefanie aan.
Vaak vertellen de gasten zelf gewoon wat ze willen, of ze pillen moeten slikken, moeten plassen of gewoon even willen verzitten. Stefanie: ,,Moet je je voorstellen, als je zelf niet lekker zit op een plooi in je rok bijvoorbeeld, dan sta je even op en regel je de zaak. Zij moeten alles vragen. En dan til je ze even op en strijk je de rok recht en dan zie je een zucht van verlichting over hun gezicht schieten. Dan voel je je voldaan.” Als patiënten niet konden praten, waren er vaak andere voorzieningen waarmee kon worden gecommuniceerd.
Afstandsbediening
Het weekend van de Peetfamilie wordt georganiseerd door de jaarlijks wisselende ‘orga’, gevormd door een verpleger en twee begeleiders. Een bestuur dat langer aanblijft regelt de sponsors. De deelnemers aan het weekend betalen ook een eigen bijdrage. De zeven van Sirene hoefden niet te betalen, omdat ze nog studeren. Om toch iets terug te doen, verzorgden en betaalden ze de champagnepicknick.
Volgend jaar gaan ze weer mee. ,,Je moet je voorstellen dat die mensen het hele jaar door nauwelijks het verzorgingstehuis uitkomen”, vertelt Suzanne. ,,Ze vinden het dus echt heel fijn.” Het afscheid nemen was vreselijk. ,,Tranen met tuiten”, vertelt tweedejaars Stefanie, die zelf stopt met technische bestuurskunde om actief te worden in de gezondheidszorg.
Francis: ,,Met sommigen bouw je echt een band op.” Zoals met Henk, de die-hard volgens Francis. ,,Hij bleef ook wel tot vijf, zes uur op. En hij vertelde goede verhalen.” Zo is Henk de enige op zijn afdeling in het verzorgingstehuis die met de afstandsbediening om kan gaan. ,,Dus dwingt hij iedereen om mee te kijken naar de seksfilms die hij opzet.”
Toch zullen ze ‘hun’ gehandicapten waarschijnlijk niet door het jaar heen opzoeken. ,,Als je dat doet, zit je er aan vast. Je kunt niet één keer langs komen en daarna niet meer, want je schept verwachtingen. Je kunt ze wel een kaartje sturen”, verklaart Francis.
Annemiek: ,,Maar als iets dergelijks vaker zou worden georganiseerd, zou ik wel meegaan.”
Comments are closed.