Onderwijs

In memoriam: prof.dr. Aaldert Hendrik Wapstra (1922 – 2006)

Oud-TU-kopstuk prof.dr. Aaldert Hendrik Wapstra is op 2 december overleden. Hij was van 1956 tot 1987 hoogleraar bij de vakgroep experimentele fysica, de sectie radiation detection and matter van Technische Natuurwetenschappen.W

apstra was bij zijn aanstelling tot hoogleraar op zijn vierendertigste de jongste hoogleraar van Nederland. Gedurende de ruim drie decennia dat hij de vakgroep experimentele fysica leidde, groeide hij uit tot een vermaarde expert op het gebied van de experimentele kernfysica. Zo schreef hij een standaardwerk over de massa van zware elementen die sinds de publicatie in 1983 bijna negenhonderd maal is geciteerd. Zijn ‘Atomic Mass Evaluation’ is hiermee de op vier na meest geciteerde publicatie van de TU.In 1963 combineerde Wapstra zijn Delftse werkzaamheden met een functie als wetenschappelijk directeur kernspectroscopie bij het Instituut voor Kernfysisch Onderzoek – de voorloper van het Nikhef, het Nederlandse instituut voor subatomaire fysica. In 1971 werd hij algemeen directeur van deze organisatie, een functie die hij tot 1982 vervulde. In die tijd werkte hij nauw samen met het Europese instituut voor deeltjesonderzoek Cern in Genève. Oud-collega en pupil van Wapstra, prof.dr.ir. Carel van Eijk, die tot voor kort zelf hoogleraar was bij de sectie radiation detection and matter, beschrijft Wapstra als ‘buitengewoon kritisch en analytisch’. “Als je als promovendus dacht dat je klaar was met je proefschrift, wist hij altijd nog fouten te ontdekken”, zegt hij uit eigen ervaring. “Hij had een duidelijke gave.”In de beginperiode maakten alle onderzoekers op de afdeling gebruik van een tabellenboek met kernspectroscopische meetmethoden van Wapstra. “Waar is Wapstra’s tabellenboek, klonk het regelmatig”, zegt Van Eijk.
Wapstra nam in de zomer van 1987 afscheid van de TU. In zijn afscheidsrede stak hij niet onder stoelen of banken dat hij langer had willen blijven. “Ik zou hoogstens willen zeggen hoe onzinnig het is om mensen die nog graag willen en kunnen doorwerken op hun 65ste levensjaar naar huis te sturen.”

In zijn afscheidsrede noemde Wapstra zelf zijn grootste wetenschappelijke avontuur het bijna op het spoor komen van een bepaalde afwijking van de ‘spiegelsymmetrie’ in de deeltjesnatuurkunde. Eind jaren vijftig probeerde Wapstra die afwijking met behulp van een Delftse vandergraaff-generator experimenteel te vangen . wat mislukte. “Ontdekking ervan zou ongetwijfeld hebben geleid tot een Nobelprijs, mogelijkerwijs zelfs voor de hierin betrokken Delftse natuurkundigen”, memoreerde Wapstra nog dertig jaar na dato. (TvD)

Oud-TU-kopstuk prof.dr. Aaldert Hendrik Wapstra is op 2 december overleden. Hij was van 1956 tot 1987 hoogleraar bij de vakgroep experimentele fysica, de sectie radiation detection and matter van Technische Natuurwetenschappen.Wapstra was bij zijn aanstelling tot hoogleraar op zijn vierendertigste de jongste hoogleraar van Nederland. Gedurende de ruim drie decennia dat hij de vakgroep experimentele fysica leidde, groeide hij uit tot een vermaarde expert op het gebied van de experimentele kernfysica. Zo schreef hij een standaardwerk over de massa van zware elementen die sinds de publicatie in 1983 bijna negenhonderd maal is geciteerd. Zijn ‘Atomic Mass Evaluation’ is hiermee de op vier na meest geciteerde publicatie van de TU.In 1963 combineerde Wapstra zijn Delftse werkzaamheden met een functie als wetenschappelijk directeur kernspectroscopie bij het Instituut voor Kernfysisch Onderzoek – de voorloper van het Nikhef, het Nederlandse instituut voor subatomaire fysica. In 1971 werd hij algemeen directeur van deze organisatie, een functie die hij tot 1982 vervulde. In die tijd werkte hij nauw samen met het Europese instituut voor deeltjesonderzoek Cern in Genève. Oud-collega en pupil van Wapstra, prof.dr.ir. Carel van Eijk, die tot voor kort zelf hoogleraar was bij de sectie radiation detection and matter, beschrijft Wapstra als ‘buitengewoon kritisch en analytisch’. “Als je als promovendus dacht dat je klaar was met je proefschrift, wist hij altijd nog fouten te ontdekken”, zegt hij uit eigen ervaring. “Hij had een duidelijke gave.”In de beginperiode maakten alle onderzoekers op de afdeling gebruik van een tabellenboek met kernspectroscopische meetmethoden van Wapstra. “Waar is Wapstra’s tabellenboek, klonk het regelmatig”, zegt Van Eijk.
Wapstra nam in de zomer van 1987 afscheid van de TU. In zijn afscheidsrede stak hij niet onder stoelen of banken dat hij langer had willen blijven. “Ik zou hoogstens willen zeggen hoe onzinnig het is om mensen die nog graag willen en kunnen doorwerken op hun 65ste levensjaar naar huis te sturen.”

In zijn afscheidsrede noemde Wapstra zelf zijn grootste wetenschappelijke avontuur het bijna op het spoor komen van een bepaalde afwijking van de ‘spiegelsymmetrie’ in de deeltjesnatuurkunde. Eind jaren vijftig probeerde Wapstra die afwijking met behulp van een Delftse vandergraaff-generator experimenteel te vangen . wat mislukte. “Ontdekking ervan zou ongetwijfeld hebben geleid tot een Nobelprijs, mogelijkerwijs zelfs voor de hierin betrokken Delftse natuurkundigen”, memoreerde Wapstra nog dertig jaar na dato. (TvD)

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.