Wetenschap

Meekijken over de schouder van de chirurg

.chap “Ingenieurs zijn verantwoordelijk voor hun apparaten”Ingenieurs die werken aan medische apparaten, krijgen vaak onverwacht met medische dilemma’s te maken.

Het TU-Platform voor Ethiek en Techniek wijdde er vorige week zelfs een speciaal symposium aan. Morele dilemma’s afschuiven op een ethicus, is niet meer van deze tijd, luidde de conclusie.

Toen prof.dr.ir. Henk Stassen van de sectie mens-machine systemen een aantal jaren geleden een schrijfmachine voor een patiënt met een dwarslaesie ontwikkelde, werd hem één ding duidelijk: als ingenieur kom je soms voor onvoorziene ethische dilemma’s te staan. Stassen maakte een bril met een lampje voor de patiënt, die niet meer normaal kon communiceren. Met dat lampje kon de pechvogel op lichtgevoelige letters schijnen, waarna die letters werden weergegeven op een scherm: hij kon als het ware met zijn hoofd typen. ,,Na drie maanden kon hij weer communiceren”, vertelt Stassen. ,,Moet je dan die schrijfmachine weer afnemen? Dat kun je toch niet maken?” Stassen was zijn prototype van vijftigduizend gulden kwijt.

Het was een van de voorbeelden op het symposium ‘Ethische aspecten van medische technologie’ in de Delftse aula vorige week vrijdag, georganiseerd door het TU-Platform voor Ethiek en Techniek. Doel van de bijeenkomst: leren hoe je als ingenieur met dergelijke ethische problemen omgaat. Dat soort dilemma’s op een ethicus afschuiven is niet meer van deze tijd, zou de conclusie worden van de conferentie; de ingenieur moet zelf verantwoordelijkheid dragen voor ethische kwesties die door zijn technologie ontstaan.

De patiënt moet daarbij altijd voorop staan, zo vonden verschillende sprekers, waaronder ir. Dick Plettenburg. Hij werkt aan armprothesen bij dezelfde sectie als Stassen. Laten ingenieurs zich leiden door hun eigen interesses, dan gaan ze vaak voorbij aan de belangen van een patiënt. Zo maak je als ingenieur misschien het liefst een levensechte bionische nephand, waarbij spierbewegingen in de bovenarm omgezet worden in electrische signalen waardoor de hand kan bewegen. Een patiënt die daarvan hoort, wordt wildenthousiast: straks heeft hij weer twee handen. Maar in de praktijk valt dat vies tegen: de nephand is zwaar, moeilijk te hanteren, en ermee werken lukt al helemaal niet. De patiënt raakt erdoor in een depressie, waarvoor de ingenieur verantwoordelijk is; die heeft immers de patiënt valse hoop gegeven.

,,Daarom werken wij in een multidisciplinair team”, zegt Plettenburg. ,,Zo%n team bestaat uit een revalidatiearts, een fysiotherapeut, een orthopedisch chirurg en soms een maatschappelijk werkende. Het team weet niet alleen hoe relevant een bepaald probleem is, het vormt ook een soort spreekbuis van patiënt naar techneut. Je kunt zo te weten komen wat de wensen en verwachtingen van een patiënt zijn.” En dan kan blijken dat een patiënt liever een lichtgewicht haakprothese heeft, dan de bionische neparm.

Slangetjes

Staat een arts oog in oog met de patiënt, en ziet daardoor direct de gevolgen van een behandeling, de ingenieur staat meestal mijlen ver van de patiënt af. Daardoor is het vaak moeilijk de ethische gevolgen van een ontwikkeling te overzien. AMC-hoogleraar medische technologie Kees Grimbergen vindt het daarom belangrijk dat de ingenieur aanwezig is als een arts diens technologie gebruikt. Het gaat dan vooral om de veiligheid van de ontwikkelde technieken, vindt Grimbergen, die tevens verbonden is aan de Delftse sectie mens-machine systemen. Je kunt als ingenieur wel iets heel moois maken, maar als een arts dat nauwelijks weet te hanteren, loopt de patiënt onnodige risico’s. Dan ben je als ingenieur onethisch bezig, meent de medisch technoloog.

Grimbergens onderzoeksgroep houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen van catheters, een soort buisjes of slangetjes waarmee je langs natuurlijke weg, zoals de bloedvaten of de darmen, bij de patiënt naar binnen gaat. ,,We willen op die catheters sensoren aanbrengen waarmee je druk, zuurstofsaturatie en temperatuur kunt meten.” Om de veiligheid van die catheters te garanderen, staan de onderzoekers letterlijk over de schouder van de behandelend arts mee te kijken. ,,Zo kun je kwaliteit van je gereedschappen direct beoordelen”, licht Grimbergen toe. ,,Ook kun je zien of er onveilige situaties zijn of fouten.” Zijn die er, dan proberen de onderzoekers de technieken zodanig te verbeteren dat de kans op fouten kleiner wordt.

Maar je moet de verantwoordelijkheid van de ingenieur ook weer niet overdrijven, vindt Grimbergen. ,,Je kunt niet de verantwoordelijkheid van de dokter overnemen. Een ingenieur kan garanderen dat een meetapparaat een patiënt niet elektrocuteert, maar hoe een arts het ding gebruikt, is toch grotendeels diens eigen verantwoordelijkheid. Door een goed apparaat verkeerd af te lezen, kun je komen tot een verkeerde diagnose of behandeling.”

Maar de ingenieur is wel ethisch verplicht zijn technologie zo veilig mogelijk te maken. Want chirurgen zijn geen techneuten; zij moeten dus apparatuur krijgen die idiot-proof is.

Toch werd tijdens de slotdiscussie van het symposium vooral gepraat over de verantwoordelijkheden van de arts. En dat maakte, samen met de teleurstellend lage opkomst – zo’n vijftig ingenieurs – één ding duidelijk: ingenieurs staan nog veel te weinig stil bij de ethiek van hun vak.

.chap “Ingenieurs zijn verantwoordelijk voor hun apparaten”

Ingenieurs die werken aan medische apparaten, krijgen vaak onverwacht met medische dilemma’s te maken. Het TU-Platform voor Ethiek en Techniek wijdde er vorige week zelfs een speciaal symposium aan. Morele dilemma’s afschuiven op een ethicus, is niet meer van deze tijd, luidde de conclusie.

Toen prof.dr.ir. Henk Stassen van de sectie mens-machine systemen een aantal jaren geleden een schrijfmachine voor een patiënt met een dwarslaesie ontwikkelde, werd hem één ding duidelijk: als ingenieur kom je soms voor onvoorziene ethische dilemma’s te staan. Stassen maakte een bril met een lampje voor de patiënt, die niet meer normaal kon communiceren. Met dat lampje kon de pechvogel op lichtgevoelige letters schijnen, waarna die letters werden weergegeven op een scherm: hij kon als het ware met zijn hoofd typen. ,,Na drie maanden kon hij weer communiceren”, vertelt Stassen. ,,Moet je dan die schrijfmachine weer afnemen? Dat kun je toch niet maken?” Stassen was zijn prototype van vijftigduizend gulden kwijt.

Het was een van de voorbeelden op het symposium ‘Ethische aspecten van medische technologie’ in de Delftse aula vorige week vrijdag, georganiseerd door het TU-Platform voor Ethiek en Techniek. Doel van de bijeenkomst: leren hoe je als ingenieur met dergelijke ethische problemen omgaat. Dat soort dilemma’s op een ethicus afschuiven is niet meer van deze tijd, zou de conclusie worden van de conferentie; de ingenieur moet zelf verantwoordelijkheid dragen voor ethische kwesties die door zijn technologie ontstaan.

De patiënt moet daarbij altijd voorop staan, zo vonden verschillende sprekers, waaronder ir. Dick Plettenburg. Hij werkt aan armprothesen bij dezelfde sectie als Stassen. Laten ingenieurs zich leiden door hun eigen interesses, dan gaan ze vaak voorbij aan de belangen van een patiënt. Zo maak je als ingenieur misschien het liefst een levensechte bionische nephand, waarbij spierbewegingen in de bovenarm omgezet worden in electrische signalen waardoor de hand kan bewegen. Een patiënt die daarvan hoort, wordt wildenthousiast: straks heeft hij weer twee handen. Maar in de praktijk valt dat vies tegen: de nephand is zwaar, moeilijk te hanteren, en ermee werken lukt al helemaal niet. De patiënt raakt erdoor in een depressie, waarvoor de ingenieur verantwoordelijk is; die heeft immers de patiënt valse hoop gegeven.

,,Daarom werken wij in een multidisciplinair team”, zegt Plettenburg. ,,Zo%n team bestaat uit een revalidatiearts, een fysiotherapeut, een orthopedisch chirurg en soms een maatschappelijk werkende. Het team weet niet alleen hoe relevant een bepaald probleem is, het vormt ook een soort spreekbuis van patiënt naar techneut. Je kunt zo te weten komen wat de wensen en verwachtingen van een patiënt zijn.” En dan kan blijken dat een patiënt liever een lichtgewicht haakprothese heeft, dan de bionische neparm.

Slangetjes

Staat een arts oog in oog met de patiënt, en ziet daardoor direct de gevolgen van een behandeling, de ingenieur staat meestal mijlen ver van de patiënt af. Daardoor is het vaak moeilijk de ethische gevolgen van een ontwikkeling te overzien. AMC-hoogleraar medische technologie Kees Grimbergen vindt het daarom belangrijk dat de ingenieur aanwezig is als een arts diens technologie gebruikt. Het gaat dan vooral om de veiligheid van de ontwikkelde technieken, vindt Grimbergen, die tevens verbonden is aan de Delftse sectie mens-machine systemen. Je kunt als ingenieur wel iets heel moois maken, maar als een arts dat nauwelijks weet te hanteren, loopt de patiënt onnodige risico’s. Dan ben je als ingenieur onethisch bezig, meent de medisch technoloog.

Grimbergens onderzoeksgroep houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen van catheters, een soort buisjes of slangetjes waarmee je langs natuurlijke weg, zoals de bloedvaten of de darmen, bij de patiënt naar binnen gaat. ,,We willen op die catheters sensoren aanbrengen waarmee je druk, zuurstofsaturatie en temperatuur kunt meten.” Om de veiligheid van die catheters te garanderen, staan de onderzoekers letterlijk over de schouder van de behandelend arts mee te kijken. ,,Zo kun je kwaliteit van je gereedschappen direct beoordelen”, licht Grimbergen toe. ,,Ook kun je zien of er onveilige situaties zijn of fouten.” Zijn die er, dan proberen de onderzoekers de technieken zodanig te verbeteren dat de kans op fouten kleiner wordt.

Maar je moet de verantwoordelijkheid van de ingenieur ook weer niet overdrijven, vindt Grimbergen. ,,Je kunt niet de verantwoordelijkheid van de dokter overnemen. Een ingenieur kan garanderen dat een meetapparaat een patiënt niet elektrocuteert, maar hoe een arts het ding gebruikt, is toch grotendeels diens eigen verantwoordelijkheid. Door een goed apparaat verkeerd af te lezen, kun je komen tot een verkeerde diagnose of behandeling.”

Maar de ingenieur is wel ethisch verplicht zijn technologie zo veilig mogelijk te maken. Want chirurgen zijn geen techneuten; zij moeten dus apparatuur krijgen die idiot-proof is.

Toch werd tijdens de slotdiscussie van het symposium vooral gepraat over de verantwoordelijkheden van de arts. En dat maakte, samen met de teleurstellend lage opkomst – zo’n vijftig ingenieurs – één ding duidelijk: ingenieurs staan nog veel te weinig stil bij de ethiek van hun vak.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.